2011
De profeet Joseph Smith: vertaler van het Boek van Mormon
oktober 2011


De profeet Joseph Smith

Vertaler van het Boek van Mormon

Het Boek van Mormon is een uniek boek met Schriftuur. Hoewel profeten van weleer het geschreven hebben, is het anders tot ons gekomen dan de Bijbel. De Bijbel werd in de Oude Wereld voornamelijk als losse boeken op boekrollen vastgelegd en eeuwenlang met de hand overgeschreven. Pas in de vierde eeuw na Jezus Christus werden deze afzonderlijke boeken bij elkaar gevoegd tot één uitgave: de Bijbel zoals we die nu kennen.

Het Boek van Mormon daarentegen werd door profeten vanouds in de Nieuwe Wereld op metalen platen gegraveerd. In de vijfde eeuw n.C. vatte de profeet Mormon — vandaar de titel — de verslagen samen tot één kroniek op gouden platen. Zijn zoon, Moroni, begroef de platen later. Daar bleven ze verborgen tot 1827, toen Moroni als herrezen persoon de platen overdroeg aan een jonge man die Joseph Smith heette.

Hierna leest u hoe Joseph de kroniek die we nu als het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus kennen, ontving, vertaalde en publiceerde. De Heiland heeft zelf getuigd dat het boek waar is (zie LV 17:6).

  1. In 1820 woonde een veertienjarige jongen met de naam Joseph Smith bij Palmyra in de staat New York. Hoewel hij nog jong was, wilde hij graag weten hoe God over hem dacht. Ook was hij in de war door de uiteenlopende christelijke kerken die aanhangers probeerden te werven door de geloofsleer van andere kerken af te kraken. Als gevolg van zijn studie van de Bijbel besloot Joseph om wijsheid te zoeken door God daarom te vragen, ‘die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt’ (Jakobus 1:5). Hij ging in de buurt van zijn huis het bos in om te bidden.

  2. Toen Joseph knielde en bad, viel er een heldere lichtkolom op hem. Daarin zag hij twee Personen. Onze hemelse Vader sprak tot hem en zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:17.) De Heer vertelde Joseph dat hij zich bij geen van de kerken moest aansluiten omdat ze geen van alle waar waren. Hij kreeg de belofte ‘dat de volheid van het evangelie in de toekomst [aan hem] bekendgemaakt zou worden’.1

  3. In de drie daaropvolgende jaren vertelde Joseph Smith anderen over zijn ervaring — en werd ervoor vervolgd. Hij schreef: ‘Al werd ik gehaat en vervolgd omdat ik zei dat ik een visioen had gezien, het was toch waar; en (…) ik [werd] ertoe gebracht mijzelf af te vragen: Waarom mij vervolgen voor het spreken van de waarheid? Ik heb echt een visioen gezien, en wie ben ik, dat ik God kan weerstaan, of waarom denkt de wereld mij te kunnen doen loochenen wat ik werkelijk heb gezien? Want ik had een visioen gezien; ik wist het, en ik wist dat God het wist, en ik kon het niet loochenen’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:25).

  4. Op 21 september 1823 was Joseph in gebed toen zijn zolderkamer zich met licht vulde en er een engel verscheen die Moroni heette. Moroni vertelde Joseph over geschriften van vroegere profeten. De op gouden platen gegraveerde kroniek was in een heuvel in de buurt begraven. Joseph kreeg te horen dat hij de kroniek moest vertalen.

  5. Uiteindelijk kreeg Joseph de platen op 22 september 1827 onder zijn hoede. Hij nam ze uit een stenen kist in de grond. Die kist was verborgen onder een grote steen op een heuvel nabij Palmyra in de staat New York.

  6. Joseph Smith had als plattelandsjongen net als de meesten in die tijd weinig scholing gehad. God voorzag hem van een oud vertaalinstrument, de Urim en Tummim, om hem bij de vertaling te helpen. Hij werd ook gezegend met de hulp van schrijvers die de door hem gedicteerde vertaling opschreven. Zijn schrijvers waren onder meer Emma, zijn vrouw; Martin Harris, een welgestelde boer; en Oliver Cowdery, die onderwijzer was. De vertaling werd goeddeels binnen drie maanden voltooid nadat Oliver als schrijver was begonnen.

    Emma beschreef haar ervaring als schrijver voor Joseph als volgt: ‘Niemand had het manuscript kunnen dicteren tenzij hij geïnspireerd was; want toen ik voor hem als schrijver [optrad], dicteerde [Joseph] mij urenlang; en na de maaltijd, of na een onderbreking, begon hij altijd waar hij opgehouden was zonder het manuscript in te kijken of een deel te laten voorlezen.’2

    Joseph heeft het belang van het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon toegelicht: ‘Door de macht van God vertaalde ik het Boek van Mormon van de hiërogliefen, waarvan de kennis verloren was gegaan voor de wereld. In deze geweldige gebeurtenis stond ik alleen als ongeletterde jongeman die de wereldse wijsheid en gezamenlijke onwetendheid van achttien eeuwen moest bestrijden met een nieuwe openbaring.’3

  7. Gedurende de achttien maanden dat Joseph de platen in zijn bezit had, was hij niet de enige die ze gezien of aangeraakt had. Drie mannen — Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris — hebben formeel getuigd dat de engel Moroni hun de gouden platen had getoond en dat zij wisten dat de platen waren ‘vertaald door de gave en de macht Gods, want zijn stem heeft het ons verkondigd’. Acht andere mannen hebben eveneens verklaard dat zij de gouden platen hadden gezien en aangeraakt.4

  8. In augustus 1829 kwam Joseph met uitgever Egbert B. Grandin in Palmyra overeen dat hij het boek zou drukken. Martin Harris nam een hypotheek op zijn boerderij om het drukken van het boek te bekostigen. Op 26 maart 1830 was de publicatie van het Boek van Mormon een feit.

  9. Op 6 april 1830 kwamen ongeveer zestig mensen in een blokhut te Fayette in de staat New York bijeen. Daar organiseerde Joseph Smith op aanwijzing van de Heer Jezus Christus formeel de kerk van de Heiland, hersteld in haar oorspronkelijke vorm en geleid door apostelen en profeten met het gezag om namens God te spreken. Later werd aan Joseph Smith de naam van de kerk geopenbaard: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (zie LV 115:4).

Noten

  1. Joseph Smith, History of the Church, deel 4, p. 536.

  2. Interview met Emma Smith door Joseph Smith III, februari 1879, in: Saints’ Herald, 1 oktober 1879, p. 290.

  3. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 65.

  4. Zie ‘Het getuigenis van drie getuigen’ en ‘Het getuigenis van acht getuigen’ in de inleiding tot het Boek van Mormon.

V.l.n.r.: David Lindsley, Broeder Joseph, © 1998; Dale Kilbourn, Joseph Smith zoekt wijsheid in de Bijbel, © 1975 IRI; Greg Olsen, Het eerste visioen van Joseph Smith, kopiëren niet toegestaan; foto van scène uit: Matthew Reier, Joseph Smith: profeet van de herstelling, © IRI

V.l.n.r.: Tom Lovell, De engel Moroni verschijnt aan Joseph Smith, © 2003 IRI; foto van scène uit: Matthew Reier, Joseph Smith: profeet van de herstelling, © IRI; foto van scène uit: John Luke, Joseph Smith: profeet van de herstelling, © IRI; Simon Dewey, Door de gave en de macht Gods; schilderij van William Maughan, detail, © 1998; foto Craig Dimond, © IRI; foto van scène uit: Matthew Reier, Joseph Smith: profeet van de herstelling, © IRI