2011
Het Boek van Mormon sprak tot mij
oktober 2011


Het Boek van Mormon sprak tot mij

Gina Baird (Utah, VS)

Toen ons jongste kind, Amanda, twee was, werd bij haar leukemie vastgesteld. Zij had een hardnekkige vorm van kanker, die met chemotherapie niet verdween. Ze moest daarna een beenmergtransplantatie ondergaan.

Mijn man bleef bij onze twee zoons thuis in Utah, terwijl ik vanaf september tot begin januari met Amanda in een andere staat verbleef. We konden niet samen kerst vieren, maar keerden na de vervolgbehandeling naar huis terug.

Toen we weer thuis waren, troffen de artsen bij ons eerste controlebezoek opnieuw leukemiecellen aan in Amanda’s bloed. De transplantatie was mislukt. Bij het aanhoren van dat nieuws had ik het gevoel dat ik door de grond ging. Als gezin hadden we allerlei zorgen, drukte, en moeilijke tijden doorstaan en elkaar moeten missen. Nu raakten we onze dochter alsnog kwijt.

Ik ging die middag terug naar huis naar mijn twee zonen. Toen we aan het wachten waren tot mijn man van zijn werk thuiskwam, lazen we samen in het Boek van Mormon. We waren bij 2 Nephi 9. Onder het lezen troffen de volgende woorden mij:

‘Ik zeg u deze dingen opdat gij u zult verheugen en uw hoofd voor eeuwig zult opheffen, wegens de zegeningen die de Here God uw kinderen zal schenken.

‘Want ik weet dat velen van u grondig hebben gezocht naar kennis van toekomstige dingen; daarom weet ik dat gij weet dat ons vlees moet wegteren en sterven; toch zullen wij in ons lichaam God zien. (…)

‘Want aangezien de dood over alle mensen is gekomen ter vervulling van het barmhartige plan van de grote Schepper, moet er wel een kracht tot opstanding zijn. (…)

‘O hoe groot is de goedheid van onze God, die een weg bereidt voor onze ontkoming aan de greep van dat verschrikkelijke monster; ja, dat monster, de dood. (…)

‘En Hij komt in de wereld om alle mensen te redden, indien zij naar zijn stem willen luisteren; want zie, Hij doorstaat de pijnen van alle mensen, ja, de pijnen van ieder levend schepsel, van zowel mannen als vrouwen als kinderen, die behoren tot het geslacht van Adam.

‘En Hij doorstaat dit om alle mensen de opstanding deelachtig te laten worden, opdat allen voor Hem zullen staan op die grote dag, de dag des oordeels’ (2 Nephi 9:3–4, 6, 10, 21–22).

Bij het lezen van die woorden was de Heilige Geest sterk aanwezig in de kamer. Ik voelde dat mijn hemelse Vader wist welk nieuws ik die dag had gekregen. Ik voelde dat de woorden die de profeet Jakob ruim tweeduizend jaar geleden had geschreven, voor mij op die dag waren geschreven en dat ze rechtstreeks van de Heiland kwamen. Hij kende de pijn en het verdriet die ik voelde nadat ik hoorde dat onze dochter zou sterven. En Hij was er om ons gezin te troosten met zijn belofte dat Hij een weg had bereid en dat we op een dag, door de kracht van de opstanding, ‘in ons lichaam God [zullen] zien’.

Amanda leefde nog bijna een jaar, maar ik ben die dag nooit vergeten toen de woorden van het Boek van Mormon tot mij spraken in mijn nood en de Heer me hoop, troost en inzicht in zijn plan gaf.