2004
Wortels en takken
Mei 2004


Wortels en takken

Kort samengevat komt het er op neer dat de grootste zegeningen ons deel worden als onze liefde voor Jezus Christus diep in ons hart geworteld is.

Elke keer als we op een luchthaven een veiligheidscontrole ondergaan, wordt ons gevraagd een identiteitsbewijs met foto te tonen. Daar geven we gehoor aan, omdat we de noodzaak ervan begrijpen. Maar toch laat ik mijn foto, het bewijs van mijn ware identiteit, enigszins beschroomd zien. Als iemand mijn pasfoto zou zien en vervolgens zou zeggen dat hij goed lijkt, weet ik dat ik naar huis terug moet. Maar ik voel me om nog een reden beschroomd. De foto brengt niets aan het licht van mijn wortels en takken. Die zijn een belangrijk deel van mijn identiteit. Zou u veel wijzer worden van een foto waarop alleen de stam van een boom staan? Nee! De wortels en takken van een boom verschaffen veel meer informatie. Dat geldt ook voor ons persoonlijk en voor onze godsdienst.

Persoonlijke wortels

Persoonlijke wortels zijn heel belangrijk. Mijn vrouw en ik kennen een gezin dat de bewijzen van hun voorouderlijke wortels in de vorm van grote schilderijen trots aan de buitenmuren van hun huis hebben gehangen. Die prachtige kunstwerken verbeelden de identiteitskenmerken van beide geslachtslijnen.

Als familieleden een pasgeboren baby zien, hoor je altijd wel iemand een opmerking maken als ‘ze heeft rood haar, net als haar moeder’, of ‘hij heeft ook een kuiltje in zijn kin, precies als zijn vader.’

Iedereen heeft voorouderlijke wortels. Elke man heeft genetische kenmerken die overeenkomen met die van zijn vader. Elke vrouw heeft bepaalde genetische kenmerken die overeenkomen met die van haar moeder.1 Daarenboven hebben we allen genetisch bepaalde eigenschappen meegekregen die ons uniek maken.

Daar we zowel een geestlichaam als een fysiek lichaam hebben,2 hebben we ook geestelijke wortels die heel ver terug gaan. Die vormen onze waarden, ons overtuigingen, en ons geloof. Onze geestelijke wortels geven richting aan onze trouw aan de idealen en leringen van de Heer.3

Kinderen hebben van nature het verlangen om het voorbeeld van hun ouders te volgen. Over het algemeen neigen jongens naar hun vaders manier van leven; meisjes willen het liefst doen wat hun moeder doet. En ouders, het hoeft u niet te verbazen als uw kinderen het op een gegeven punt beter gaan doen dan u.

Voor onze persoonlijke wortels, lichamelijk en geestelijk, zijn wij dank verschuldigd. Ik ben mijn Schepper alsook mijn lieve ouders en voorouders dankbaar voor mijn leven. Ik probeer ze te eren door meer over ze te weten te komen en ze te dienen in de tempel.4 Ouders hebben de plicht hun kinderen en kleinkinderen over hun persoonlijke wortels te vertellen. Het maakt een familie hechter als zij zich over hun geschiedenis buigen.

Godsdienstige wortels

We behoren ook de wortels van onze godsdienst te kennen. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, hoewel officieel in 1830 gesticht, grijpt terug op wortels die ook heel ver terug gaan. Waarheden uit voorgaande bedelingen zijn nu bijeengebracht, verder uitgewerkt en verduidelijkt.5 Voor ons, ouders en leerkrachten, zijn de geloofsartikelen een uitstekende bron van onderwijs. Dit document, opgesteld door de profeet Joseph Smith,6 verwijst naar veel leerstellingen die fundamenteel zijn in onze godsdienst. Het vermeldt de Godheid, de keuzevrijheid, de val van Adam, en de verzoening van Jezus Christus. Het verklaart grondbeginselen en verordeningen zoals geloof, bekering, doop, en handoplegging voor de gave van de Heilige Geest. Het gaat in op zaken als het gezag en de organisatie van de priesterschap. Het noemt de Bijbel, het Boek van Mormon en een open canon van voortdurende openbaring Gods als heilige Schriftuur. En het verkondigt de werkelijkheid van de vergadering van Israël.7 Dit waardevolle document is een schatkamer met waarheden, waarmee we onze godsdienstige wortels kunnen uitleggen.

Andere geopenbaarde leerstellingen, dicht bij de wortels van onze godsdienst, omvatten de schepping, de wet van tiende, het gebed, en de verheven zegeningen van de tempel. Onderwijzen we in deze leerstellingen, dan beseffen we hoe degelijk ons fundament is. En passen we deze leerstellingen toe, dan worden de wortels van onze godsdienst deel van onze geestelijke kracht.

Bekeerlingen behoren hun godsdienstige wortels sterk te maken. President Gordon B. Hinckley heeft gezegd dat iedere bekeerling een vriend nodig heeft, een taak, en onderwijs in het goede woord Gods. Met dergelijke wortels als steunpunt voor hen en hun kinderen, worden deze beminde bekeerlingen pionier en baken voor hun eigen familie.

Helaas dwalen sommige leden van getrouwe families af, omdat hun eigen wortels kracht missen. Het doet mij pijn als ik hoor dat sommigen zich van het geloof van hun pionier-voorouders hebben afgekeerd. Bij een maatschappelijk succesvolle vriend en begaafde zoon van getrouwe voorouders heeft twijfel aan één enkele leerstelling zijn visie op de volheid van het evangelie vertroebeld en een splijtend wig tussen hem en de tempel gedreven. Een andere kennis, een fijne zuster met illustere pioniers als voorouder verklaart nu beleefd dat ze een ‘niet-praktiserend lid’ van de kerk is.

Zijn deze beste mensen zo gearriveerd dat ze hun wortels zijn vergeten? Zijn ze vergeten wat de herstelling werkelijk inhoudt en wat die gekost heeft? Zijn ze hun pionierserfgoed en hun afstamming, die in hun patriarchale zegen staat, vergeten? Vergeten en verspelen zij het eeuwige leven voor een paar kortstondige geneugten? Zich niet bewust van de wortels die hun tot zegen waren, ontberen zij nu de geestelijke vonk van iemand die zich inzet voor het werk van de almachtige God.

Hun edele voorouders werden ‘tot de kennis der waarheid gebracht (…) volgens de geest der openbaring en der profetie en de kracht Gods.’ Hun voorvaders ‘[werden] tot de Here bekeerd, [en bleven] immer getrouw.’8 Hoe zullen deze voorouders zich voelen onder de dwaling van hun afstammelingen? Hun teleurstelling zal waarschijnlijk omslaan in verdriet, want vruchten die van hun wortels zijn losgeraakt, kunnen niet lang overleven.

De Heer heeft deze ernstige waarschuwing gegeven:

‘Nadat gij (…) zijt gevoed met het goede woord Gods (…) zult gij deze woorden (…) van de profeten verwerpen; en zult gij alle woorden verwerpen, die omtrent Christus zijn gesproken (…), en de kracht Gods en de gave des Heiligen Geestes (…) en het grote verlossingsplan, dat voor u is gevormd, tot een bespotting maken?

‘De opstanding (…) [zal] u met schande en vreselijke schuld voor de rechterstoel Gods doen staan.’9

Ik verzoek u dringend acht te slaan op deze heilige waarschuwing.

Persoonlijke takken

Net zoals onze wortels in belangrijke mate bepalen wie we zijn, zijn onze takken ook een aanzienlijke aanvulling op onze identiteit. Deze persoonlijke takken dragen de vruchten van onze lendenen.10 In de Schriften staat: ‘Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen.’11 Vroeger kwamen zuster Nelson en ik vaak in contact met jongelui die zeiden dat ze het gevoel hadden dat ze ons kenden omdat ze onze kinderen kenden. Nu worden we hartelijk gegroet door mensen die ons kennen, omdat ze onze kleinkinderen kennen.

Godsdienstige takken

Evenzo is onze godsdienst herkenbaar aan de vruchten van haar takken. Onlangs kwam ik in contact met regeringsfunctionarissen uit een ver land die diep onder de indruk waren van de kerk en waar zij wereldwijd voor staat. Onze leringen omtrent het gezin stonden hun aan en ze wilden onze proclamatie aan de wereld en het hulpboek voor de gezinsavond in hun taal hebben. Ook wilden ze meer weten over ons welzijnsprogramma en de humanitaire hulp. We voldeden zoveel mogelijk aan hun wensen en brachten het gesprek toen van het wat op het waarom van wat we doen. Ik maakte een vergelijking met een boom. ‘U hebt kennisgemaakt met de verschillende vruchten van ons geloof’, zei ik. ‘Dat zijn er veel. Maar u zult deze vruchten pas ten volle waarderen als u de boom kent die ze voortbrengt. En u kunt de boom niet doorgronden, tenzij u zijn wortels begrijpt. Bij onze godsdienst kunt u niet de vruchten zonder de wortels hebben.’ Dat begrepen ze.

De vruchten van de boom van het evangelie zijn onder andere ‘liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid [en] geloof.’12 President Harold B. Lee heeft ooit gezegd: ‘Mooie, heer- lijke vruchten groeien niet tenzij de wortels van de (…) boom in rijke, vruchtbare grond staan en tenzij hij goed gesnoeid, gecultiveerd en geïrrigeerd wordt. Evenzo zullen de heerlijke vruchten van deugd en kuisheid, eerlijkheid, matigheid en trouw niet tot wasdom komen in de mens die niet gegrond is in een sterk getuigenis van de evangeliewaarheden en het leven en de zending van de Heer Jezus Christus.’13

De vruchten van het evangelie zijn heerlijk voor hen die de Heer gehoorzamen. We volgen een opleiding in het besef dat ‘de heerlijkheid Gods (…) intelligentie [is].’14 De zegeningen van tiende krijgt men door tiende te betalen.15 De vruchten van het woord van wijsheid plukt men door er gehoorzaam aan te zijn.16 We leren uit onze ervaringen met het evangelie dat we door te bidden, de sabbat te heiligen en deel te nemen aan het avondmaal niet in de slavernij van de zonde komen. We keren ons af van pornografie en onzedelijkheid, omdat we weten dat de vrede van persoonlijke reinheid alleen ons deel zal zijn als we naar de wetten van het evangelie leven.

De Heer heeft deze belofte en dit gebod gegeven: ‘Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb. (…) ‘Blijft in Mij, gelijk Ik in u. (…) Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken.’17 Kort samengevat komt het er op neer dat de grootste zegeningen ons deel worden als onze liefde voor Jezus Christus diep in ons hart geworteld is.18

Getuigenis

Persoonlijke identiteit is veel meer dan een pasfoto. Wij hebben ook wortels en takken. We hebben een goddelijke kern in ons. ‘Wij allen zijn het werk van [Gods] hand.’19 We zijn eeuwig. Wij, broeders, zijn in voorsterfelijke oorden geordend tot onze priesterschapstaken.20 Vóór de grondlegging der wereld zijn de vrouwen voorbereid om kinderen te baren en zo God te verheerlijken.21

We kwamen naar de aarde om een lichaam op ons te nemen, en om beproefd en getoetst te worden.22 We dienen een gezin te vormen en te worden verzegeld in een heilige tempel, in vreugde en liefdevolle relaties die eeuwig voortduren. We zijn persoonlijk geworteld in deze eeuwige waarheden.

De vruchten die de takken van ons gezin en van het evangelie voortbrengen, zijn bedoeld om ons leven te verrijken. Gods werk en zijn heerlijkheid — de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen — kunnen de onze worden.23 We kunnen eeuwig bij Hem en onze familie wonen. Deze zegeningen zullen op zijn manier en in zijn tijd aan de getrouwen worden toegekend.24

God leeft. Jezus is de Christus. Joseph Smith is de openbaarder en de profeet van deze laatste bedeling. Het Boek van Mormon is waar. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is het koninkrijk van God dat weer op aarde is gevestigd. President Gordon B. Hinckley is zijn levende profeet. Als we in deze waarheden geworteld zijn, zullen de vruchten van onze takken blijvend zijn.25 Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. In aanvulling op de genetische informatie die ieder kind van zijn of haar moeder en vader krijgt, geeft de moeder een pakketje mitochondriaal DNA door aan zowel haar zoon(s) als haar dochter(s).

  2. Zie LV 88:15.

  3. Zie Efeziërs 3:14–19; Kolossenzen 2:6–7.

  4. Zie LV 128:15.

  5. Zie LV 128:18.

  6. De geloofsartikelen waren onderdeel van een brief aan meneer John Wentworth, redacteur en eigenaar van een krant uit Chicago; voor het eerst gepubliceerd in de Times and Seasons, 1 maart 1842; zie Ensign, juli 2002, pp. 26–32.

  7. Dit document noemt ook de gaven van de Geest die het leven van de kerkleden verrijken. Het voorzegt grote gebeurtenissen in de laatste dagen, zoals de herstelling van de tien stammen, de vestiging van Zion, en de millenniaanse heerschappij van Jezus Christus op een vernieuwde aarde. Het bevat beginselen van godsdienstvrijheid, verdraagzaamheid en gehoorzaamheid aan de wet. En het besluit met een duidelijk inzicht in het leven en een opsomming van verheven levensidealen.

  8. Alma 23:6.

  9. Jakob 6:7–9.

  10. Zie bijvoorbeeld 2 Nephi 3:6–7.

  11. Zie Matteüs 7:20; 3 Nephi 14:20; zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, Matteüs 7:25.

  12. Galaten 5:22.

  13. Stand Ye in Holy Places (1974), pp. 218–219.

  14. LV 93:36.

  15. Zie Maleachi 3:10; 3 Nephi 24:10.

  16. Zie LV 89:18–21.

  17. Johannes 15:3–5.

  18. Zie Efeziërs 3:17.

  19. Jesaja 64:8.

  20. Zie Alma 13:1–5.

  21. Zie LV 132:63.

  22. ‘Evenals Abraham’ (LV 101:4). Zie ook Hebreeën 11:17.

  23. Zie Mozes 1:39.

  24. Zie LV 88:68. Wanneer wij enige zegen van God ontvangen, ‘is het door gehoorzaamheid aan die wet, waarop deze is gegrond’ (LV 130:21).

  25. Zie Johannes 15:16.