Bekering en naastenliefde

Sue L. Clark

Een avond met ouderling Kim B. Clark

Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen • 7 mei 2017 • Salt Laketabernakel

Mijn man en ik zijn blij dat we bij jullie zijn op deze wereldwijde devotional.

Ik wil jullie enkele gedachten voorleggen die mij na aan het hart liggen en die jullie hopelijk tot nut kunnen strekken.

In de eerste plaats wil ik mijn liefde uiten. De jongvolwassenen van de kerk hebben een bijzonder plekje in mijn hart gekregen. Jullie staan op het punt om belangrijke beslissingen te nemen: een opleiding volgen, een baan zoeken, een zending vervullen, verkering krijgen, trouwen en een gezin stichten. Ik heb gevoeld en gezien dat jullie veel macht ten goede bezitten, als jullie heilige verbonden sluiten en nakomen, en als jullie ernaar streven de wil van de Heer in die beslissingen te volgen. Jullie zijn geweldig! En de Heer houdt van jullie. Dat weet ik.

Ik wil jullie ook mijn getuigenis geven en jullie moed inspreken. Ik wil jullie laten weten dat ik weet dat God onze levende Vader in de hemel is. Ik weet dat Hij ons het heilsplan en dat wonderbaarlijke geschenk van zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser, heeft gegeven. Ik weet dat de profeet Joseph Smith de profeet van de bedeling van de volheid der tijden is. Ik weet dat Christus zal terugkeren en dat we ons op zijn komst moeten voorbereiden.

Hoe kunnen we ons op zo’n grootse gebeurtenis voorbereiden? We voelen ons misschien overweldigd! We hebben nog zoveel te doen! Ik wil jullie moed en hoop inspreken met twee beginselen waar we bij onze voorbereiding veel aan hebben: bekering en naastenliefde.

In de recente algemene oktoberconferentie heeft president Monson gezegd: ‘Onze Heiland, Jezus Christus, speelt een essentiële rol in het plan. Zonder zijn zoenoffer zou alles verloren zijn. Het is echter niet voldoende om alleen maar in Hem en zijn zending te geloven. We moeten werken en leren, zoeken en bidden, ons bekeren en ons verbeteren.’¹

We moeten ons bekeren. Wat een zegen! Door de verzoening en de kracht van Jezus Christus kunnen we elke zwakheid, pijn, smart en zonde overwinnen. Ik heb ontdekt dat bekering vaak betekent dat je ergens mee moet ophouden, maar het kan ook betekenen dat je iets moet gaan doen wat je nog niet deed.

Een van de belangrijkste dingen die we moeten gaan doen als we ons bekeren, is anderen dienen. Door anderen te dienen, samen te werken met de Heer en zijn reine liefde te voelen, kunnen we de Heiland echt leren kennen. Een maand geleden heb ik in een avondmaalsdienst de kracht van de liefde gezien die uit dienen voortvloeit.

Toen we de kapel binnengingen, nam mijn vriendin even de tijd om een meisje uit haar jeugdwerkklas te begroeten. In de vergadering werd mijn vriendin ondersteund als de nieuwe ZHV-presidente van de ring. Het kleine meisje dat ze bij het binnengaan van de kapel had begroet, keerde zich om en keek naar mijn vriendin, haar leidster. Dat lieve meisje wist dat haar lerares zou worden ontheven en begon te huilen. Ze rende naar de bank waar haar moeder zat en legde haar hoofd tegen haar schouder. Ik keek naar mijn vriendin, de kersverse ZHV-presidente van de ring, en zag dat ook zij in tranen uitbarstte! Dat was een krachtig getuigenis van liefde voor mij. Ik voelde de tranen in mijn ogen opwellen. Ik was getuige van de gave van de reine liefde van Christus die de Heiland op zijn ware volgelingen uitstort, als ze in zijn koninkrijk dienen.

In het zevende hoofdstuk van Moroni zegt Mormon:

‘Daarom, mijn geliefde broeders, indien gij geen naastenliefde hebt, zijt gij niets, want de naastenliefde vergaat nimmer. Houdt daarom vast aan de naastenliefde, die het voornaamste van alles is, want alle dingen moeten vergaan —

‘maar de naastenliefde is de reine liefde van Christus en zij houdt eeuwig stand.’²

Geliefde broeders en zusters, ik bid dat wij ons allemaal in geloof tot Jezus Christus zullen wenden, ons van onze zonden bekeren en Hem met heel ons hart dienen. Ik weet dat wij zijn ware volgelingen zullen worden als we dat doen. En als wij ‘tot de Vader met alle kracht van [ons] hart [bidden] dat [wij] met [zijn] liefde […] vervuld [zullen] zijn’,³ dan weet ik dat wij een groter geloof en meer hoop zullen hebben, en meer liefde, ja, de reine liefde van Christus, zullen voelen. In de naam van Jezus Christus. Amen.