Jaarlijkse uitzendingen
Boodschappers van het goede nieuws


Boodschappers van het goede nieuws

Jaarlijkse uitzending S&I 2023

Vrijdag 27 januari 2023

Broeder Chad H Webb: In de oudheid was het een enorme eer om gekozen te worden als boodschapper van goed nieuws, vooral als boodschapper van een overwinning in de strijd. In 490 v.C. kreeg een jonge man, Phidippides, de eer om de bezorgde burgers in Griekenland het nieuws te brengen dat hun legers het land hadden gered door de Perzische veroveraars te verslaan. Volgens de legende rende Phidippides de hele weg van de vallei van Marathon naar Athene om het goede nieuws te verkondigen. 2500 jaar later herdenken mensen in veel betere conditie dan ik die tocht nog steeds door zelf een marathon te lopen.

Jesaja refereerde aan boodschappers van goed nieuws toen hij zei:

‘En zij zijn het die vrede hebben verkondigd, die goede tijdingen van het goede hebben gebracht, die het heil hebben verkondigd; en tot Zion hebben gezegd: Uw God regeert! […]

‘O, hoe liefelijk op de bergen waren hun voeten!

‘En […] hoe liefelijk op de bergen zijn de voeten van hen die nog altijd vrede verkondigen!’1

Deze verzen maakten een wereld van verschil voor mij toen ik een jonge, moedeloze zendeling met heimwee was. Ze openden mijn hart en verstand voor het feit dat het mij toevertrouwd was om de boodschapper te zijn van het beste nieuws dat de wereld ooit zou kunnen horen. Wanhoop en zelfmedelijden maakten plaats voor hoop en dankbaarheid, en ik ben die ochtend nooit vergeten, toen ik voor het eerst door de Heilige Geest begreep dat ik een boodschapper van de Heiland was, geroepen om het goede nieuws van zijn weergaloze liefde, zijn zoenoffer en zijn overwinning op zonde en dood te verkondigen.

Elke dag dat u een klaslokaal binnengaat, bent u een boodschapper van het goede nieuws van het evangelie van Jezus Christus. Dank u dat u vrede verkondigt in een wereld vol verdeeldheid en onenigheid, en dat u licht en waarheid brengt in een wereld die duister en verwarrend kan aanvoelen. Dit is de ware kerk van Jezus Christus. U bent voorbereid en uitgekozen om boodschappers van vrede voor de jongeren en jongvolwassenen van de kerk van de Heer te zijn. Wat een eer om namens Jezus Christus in zijn evangelie te onderwijzen en ernaar te streven dat op zijn manier te doen.

Vorig jaar hadden we de gelegenheid om te leren van ouderling Dieter F. Uchtdorf toen hij het nieuwe handboek Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland introduceerde. Ik vind het geweldig dat dit nieuwe handboek is gericht op het voorbeeld van Jezus Christus als de Meesterleraar. Ouderling Uchtdorf zei het zo: ‘De beste manier om een betere leerkracht te worden, is […] een betere volgeling van Jezus Christus te worden.’2

Nu Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland beschikbaar is, zullen we het handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen buiten gebruik stellen. Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland is niet bedoeld als instructiemateriaal; het geeft eerder definities van en uitleg over doeltreffend leren en onderwijzen. Instructiemateriaal is en wordt nog steeds ontwikkeld om u te helpen de beginselen in Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland toe te passen. In deze hulpmiddelen staan enkele elementen uit het handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen, dat cursisten jarenlang tot zegen is geweest.

Ik weet dat velen van u Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland al uitgebreid hebben bestudeerd en over de persoonlijke evaluatievragen hebben nagedacht. Bedankt voor alles wat u doet om oprecht christelijke leerkrachten van het herstelde evangelie te zijn.

Om ons instructiemateriaal verder te verbeteren, wil ik ook een verandering in de officiële doelverklaring van het seminarie en instituut aankondigen. Voordat ik u de nieuwe verwoording van die verklaring voorlees, wil ik eerst wat context geven. De afgelopen twee jaar hebben we ons gericht op het bieden van leerervaringen die tot bekering leiden, relevant zijn en cursisten een gevoel van verbondenheid geven. Bovendien hebben we deze ervaringen zo toegankelijk mogelijk gemaakt voor meer jongeren en jongvolwassenen. We moeten inzien dat deze beginselen niet van gelijke waarde zijn. Het uiteindelijke doel is ervaringen bieden waardoor onze cursisten worden aangemoedigd om het evangelie te leren kennen en hun bekering tot Jezus Christus te verdiepen.

Relevantie en verbondenheid zijn belangrijk, maar het zijn indirecte gevolgen. Het zijn middelen die we efficiënt kunnen gebruiken om ons directe doel van bekering te verwezenlijken. Relevantie die tot bekering leidt is meer dan alleen met onze cursisten spreken over dingen die hun interesse hebben. Niets is relevanter voor onze eeuwige vooruitgang en ons eeuwige geluk dan Jezus Christus en zijn herstelde evangelie. Het heilsplan is Gods plan voor al zijn kinderen. Het is rechtstreeks relevant en van eeuwig belang voor elk kind van God.

Relevantie die tot bekering leidt, komt tot stand als de Heilige Geest de cursisten Gods plan, de centrale rol van Jezus in dat plan, en het belang van het evangelie in ons dagelijks leven helpt begrijpen. Door relevantie die tot bekering leidt, gaan de cursisten inzien hoe de Schriften en leringen van hedendaagse profeten op hun omstandigheden en behoeften van toepassing zijn. Ze kunnen daardoor herkennen hoe het evangelie de vragen van hun ziel beantwoordt. Het komt tot stand wanneer ze geïnspireerd worden om met geloof in Jezus Christus te handelen en de beloofde zegeningen van onze hemelse Vader ontvangen. Dat is relevantie die tot bekering leidt.

Verbondenheid is ook geen einddoel op zich. Omdat verbondenheid zoveel kan betekenen, is het soms niet duidelijk wat we er in een evangeliecontext precies mee bedoelen. Velen van ons voelen verbondenheid op verschillende plekken. In mijn jeugd had ik dat gevoel bij mijn sportteams. Mijn teamgenoten waren mijn beste vrienden en ik voelde me zeker betrokken bij ons doel om succes te hebben. Het is gezond en zelfs belangrijk om op die manier verbondenheid te voelen. Maar verbondenheid die tot bekering leidt omvat veel meer.

Ouderling D. Todd Christofferson heeft in de afgelopen algemene conferentie gezegd dat de leer van verbondenheid drie onderdelen heeft: de vergadering van het verbondsvolk van de Heer, hulpbetoon en opoffering, en de centrale rol van Jezus Christus bij verbondenheid.3 Deze criteria vormen de kern van wat we bedoelen als we het hebben over verbondenheid die tot bekering leidt. Verbondenheid draait om elkaar liefhebben en respecteren. Het draait ook om beginselen die ons tot de Heiland brengen en ons inzetten voor zijn werk door elkaar te helpen om het verbondspad terug naar Hem te bewandelen.

De zegeningen van ware evangeliegerichte verbondenheid omvatten ook verbondsbanden. Verbondenheid, door de lens van het herstelde evangelie gedefinieerd, geeft ons kennis van onze ware identiteit en onze eeuwige relatie met onze Vader in de hemel. Onze verbonden zijn door zijn liefde voor ons beschikbaar en verbinden ons met Hem, ons gezin en een gemeenschap van gelovigen die beloofd hebben elkaars lasten te dragen. Deze soort verbondenheid leidt tot bekering tot Jezus Christus en zijn herstelde evangelie.

Nu terug naar de verandering in onze doelverklaring, die door de onderwijsraad van de kerk is goedgekeurd. Om duidelijk te maken dat bekering het directe doel van al ons onderwijs en onze leerervaringen is, is de nieuwe verwoording van onze doelverklaring: ‘Ons doel is dat jongeren en jongvolwassenen hun bekering tot Jezus Christus en zijn herstelde evangelie verdiepen; in aanmerking komen voor de zegeningen van de tempel; en zichzelf, hun familie en anderen voorbereiden op het eeuwige leven bij hun Vader in de hemel.’ Door deze aanpassing kunnen we onze instructie en onze inspanningen richten op het creëren van leerervaringen, in de hoop dat we cursisten kunnen helpen levenslange discipelen van Jezus Christus te worden. De taken van een leerkracht die in Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland worden genoemd, blijven van belang om inzicht te krijgen in de rol die een leerkracht speelt in een diepere bekering van zijn of haar cursisten. We hebben ook de alinea’s over Naleven, Onderwijzen en Leiden in verband met ons doel bijgewerkt. U vindt die op de website van S&I.

Wat er ook nog mag veranderen of waar de nadruk op mag komen te liggen in onze inspanningen om het evangelie doeltreffend te onderwijzen, wat nooit zal veranderen, is dat we Christus centraal stellen, op onze cursisten gericht zijn en de Schriften gebruiken. En we zullen altijd proberen om ons onderwijs en onze leerervaringen met de inspiratie en het getuigenis van de Heilige Geest te doordringen. Alles wat wij doen zou hun bekering tot Jezus Christus moeten verdiepen, want Hij is het antwoord op hun moeilijkheden en vragen. Hij is de God van hun redding en verlossing.

Ik wil graag nog iets aankondigen dat door de onderwijsraad van de kerk is goedgekeurd. Ik wil die aankondiging opnieuw van enige context voorzien, dit keer door middel van een beginsel waarin de Heiland ons heeft onderwezen. Het viel mij onlangs op dat Jezus in de gelijkenis van de zaaier zegt dat sommige zaadjes honderdvoudig, sommige zestigvoudig en sommige dertigvoudig vrucht voortbrachten. Wat mij vooral opviel was dat dit allemaal voortkwam uit wat de Heiland ‘goede aarde’ noemde. Het was niet het zaad langs de weg, op de steenachtige plaatsen of tussen de dorens; dit was zaad in goede aarde.

Daardoor vroeg ik me af of onze huidige benadering van de vereisten voor een cursuscertificaat vergelijkbaar is met alleen diegenen honoreren die honderdvoudig vrucht hebben voortgebracht, terwijl we de inspanningen en bijdragen van hen die zestigvoudig en dertigvoudig hebben voortgebracht niet honoreren en waarderen. De cursisten verschillen in de steun van hun familie, hun begrip van het evangelie en hun persoonlijke toewijding. We mogen zeker hoge verwachtingen hebben, maar we moeten ook oppassen dat we cursisten die hun best doen in hun huidige omstandigheden niet ontmoedigen.

Door deze verzen vroegen we ons af of het mogelijk was om hoge eisen te hebben en ook manieren te vinden om onze aanpak persoonlijker te maken. Konden we manieren vinden om groei en vooruitgang in elk stadium van het verbondspad aan te moedigen en erkennen, en al onze cursisten te helpen slagen? Zouden we hen kunnen ondersteunen in hun Schriftstudie en evangeliestudie met doelen die intrinsiek gemotiveerd zijn, zodat de cursisten gewoonten en patronen ontwikkelen die ze lang na de doorlopen cursussen zullen voortzetten?

Met dat in het achterhoofd wil ik voor het seminarie het volgende aankondigen: de leertoets zal niet langer een individuele toets zijn, maar een groepsevaluatie, waardoor de cursisten de behandelde leerstof alsnog in zich kunnen opnemen en begrijpen. De cursisten die zich de stof eigen gemaakt hebben, kunnen anderen helpen, zodat allen de kans krijgen om hun begrip te vergroten. De onderdelen geloof en toepassing van de toets zullen nog steeds individuele oefeningen zijn, bedoeld om een gelegenheid voor zelfreflectie te bieden. De leesvereisten zullen ook veranderen. Het is niet langer een vereiste om 75 procent van de dagen van een onderwijsperiode te lezen.

Vanaf nu moeten seminariecursisten voor het behalen van hun certificaat elke onderwijsperiode selecties uit het standaardwerk lezen. De cursisten moeten tijdens de eerste periode van Leer en Verbonden en kerkgeschiedenis bijvoorbeeld de Geschiedenis van Joseph Smith lezen. Ze zullen daarna vanuit hun intrinsieke motivatie een persoonlijk leesdoel stellen, met hoge verwachtingen van opwaartse groei. Deze persoonlijke doelen dienen de capaciteiten van de cursist te weerspiegelen en individuele inzet en vooruitgang te erkennen.

De leerkrachten zullen de cursisten ook aanmoedigen om hun voortgang met hun persoonlijke doelen bij te houden en vol te houden. Ze moedigen de cursisten aan om de toegewezen Schriftteksten voor Kom dan en volg Mij van die seminarieweek te lezen, individueel of in gezinsverband. Ze moedigen de cursisten ook aan om regelmatig individueel of in gezinsverband het Boek van Mormon te bestuderen. U krijgt binnenkort meer informatie over beide veranderingen, zoals details over de invoering, tijdschema’s en wat dit betekent voor eerdere onderwijsperiodes waarin misschien niet aan de vereisten is voldaan.

Ik wil u graag vertellen wat president Henry B. Eyring zei toen deze verandering werd besproken. Hij zei: ‘Om dit goed te doen, moeten de leerkrachten meer persoonlijke, individuele aandacht geven. Het zal een extra last zijn, maar een last die leerkrachten blijmoedig op zich zouden moeten nemen, omdat hun persoonlijke bediening net zo belangrijk is als hun lessen. Als iemand het kan, dan zijn het jullie leerkrachten. Zij zijn geweldig.’

Ik ben het met president Eyring eens; u bent geweldig. Ik besef dat deze verschuiving van vaste normen naar individuele doelen meer tijd en aandacht van u zal vergen. Maar hoe zouden we onze cursisten meer tot zegen kunnen zijn dan door ze te helpen om voor de juiste redenen een persoonlijke dagelijkse gewoonte van Schriftstudie te maken?

Ten slotte, de presentievereisten zullen hetzelfde blijven. Maak de cursisten duidelijk dat de ervaringen die ze in de les hebben hun evangeliekennis vergroten en hun geloof verdiepen. Dat is de reden dat ze aanwezig moeten zijn, niet alleen om een cursuscertificaat te krijgen. Een cursist die dat begrijpt zal 100 procent van de lessen willen bijwonen.

Voor het instituut zullen we dezelfde vereisten voor cursuscertificaten aanhouden, maar we zullen de intrinsieke motivatie voor het deelnemen aan het instituut en het actief deelnemen aan het leerproces beklemtonen. Redenen zoals geloof verdiepen, dichter tot de Heiland komen en meer over zijn leer te weten komen, maken de cursisten duidelijk waarom we dingen doen, helpen ze doelen te stellen om dichter tot Hem te komen en moedigen ze aan om verantwoording aan Hem af te leggen.

Veel van onze cursisten zijn nog maar net aan hun studie begonnen en worden, misschien voor het eerst, uitgenodigd om ruimte in hun leven te maken voor het zaadje van geloof. We hoeven ons geen zorgen te maken omdat ze nog niet alles hebben meegemaakt wat cursisten die al verder zijn hebben meegemaakt. We moeten dankbaar zijn voor hun verlangen om te geloven. Wanneer ze zien dat de vruchten goed zijn, moeten we ons samen met hen verheugen en dat geschenk van onze Vader in de hemel vieren. Dan kunnen we samen geduldig wachten op de dag dat het zaadje een boom wordt die opspruit tot het eeuwige leven.

Ik spoor u aan om Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland zorgvuldig te bestuderen en te overwegen wat de Heer u nog wil leren over bekering, relevantie en verbondenheid. Denk ook goed na over de beginselen achter de veranderingen in ons doel en de cursusvereisten. Pas deze veranderingen zorgvuldig toe op manieren die al uw cursisten inspireren en tot zegen zijn.

Ik moedig u ten slotte aan om u bij al uw inspanningen op Jezus Christus te richten. Overweeg onder gebed hoe u van Hem kunt leren, zijn voorbeeld als Meesterleraar kunt volgen, en meer op zijn genade en liefde kunt vertrouwen terwijl u ernaar streeft de mensen die u liefhebt tot zegen te zijn. Ik getuig dat Hij de weg is. In de naam van Jezus Christus. Amen.