Kom dan en volg Mij
Wat houdt het in om zelfredzaam te zijn?


Wat houdt het in om zelfredzaam te zijn?

Als we zelfredzaam zijn, gebruiken we de zegeningen en capaciteiten die God ons heeft gegeven om voor onszelf en onze familie te zorgen en onze problemen op te lossen. Als we zelfredzaam worden, kunnen we ook beter voor anderen zorgen. De Heer wil dat wij zowel geestelijke als stoffelijke zelfredzaamheid nastreven.

Uw geestelijke voorbereiding

Hoe hebt u de zegeningen en capaciteiten gebruikt die God u heeft gegeven om voor uzelf en uw gezin te zorgen? Hoe hebt u door uw zelfredzaamheid anderen tot zegen kunnen zijn? Welke zegeningen hebt u door zelfredzaamheid gekregen?

Waarom is het belangrijk dat de jongevrouwen zelfredzaam worden? Hoe kan zelfredzaamheid hun in moeilijke tijden uitkomst bieden? Hoe zal hun toekomstige gezin erdoor gezegend worden?

Welke Schriftteksten en andere materialen zullen de jongevrouwen meer inzicht geven in wat zelfredzaamheid inhoudt?

Matteüs 25:1–13 (de gelijkenis van de tien maagden)

Matteüs 25:14–29 (gelijkenis van de talenten)

2 Tessalonicenzen 3:10–13; Galaten 6:3–5 (het belang van werken en zelfredzaamheid)

LV 58:26–28 (wij kunnen naar eigen believen handelen)

LV 88:118 (zoek kennis door studie en geloof)

LV 89:18–20 (beloften aan wie het woord van wijsheid gehoorzamen)

LV 104:78 (betaal schulden af)

Henry B. Eyring, ‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’, Liahona, november 2005, pp. 37–40

Werken en zelfredzaamheid’, Voor de kracht van de jeugd (2011), pp. 40–41

Zelfredzaam worden’, Trouw aan het geloof (2004), pp. 191–192

Zelfredzaamheid’, Handboek 2: de kerk besturen (2010), 6.1.1

Zelfredzaamheid’, Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), pp. 57–63

Robert D. Hales, ‘Met de moeilijkheden van deze tijd omgaan’, Liahona, november 2015, 44–47

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De Heiland vertrouwde zijn discipelen. Hij bereidde hen voor en gaf hun belangrijke taken. Hij liet ze anderen onderwijzen, zegenen en dienen. Hoe kunt u de jongevrouwen in uw klas aanmoedigen om de mensen om hen heen tot zegen te zijn door hun onderricht en dienstbetoon?

Vertellen over eigen ervaringen

Vraag de jongevrouwen aan het begin van elke les om te vertellen over en te getuigen van hun ervaringen met het geleerde uit de les van vorige week. Dat zal hun bekering bevorderen en ertoe bijdragen dat ze zien hoe het evangelie van toepassing is op hun dagelijkse leven.

De leer inleiden

Kies uit deze ideeën of bedenk er zelf een om de les van deze week in te leiden:

  • Lees de jongevrouwen de definitie van zelfredzaamheid voor die aan het begin van dit leerschema staat. Laat de jongevrouwen LV 58:26–28 lezen en vraag: ‘Wat betekent het om “naar eigen believen [te] kunnen handelen”?’ Hoe kunnen we nog meer ‘gedreven voor een goede zaak werkzaam […] zijn’? Wat leren we uit deze verzen over zelfredzaamheid? Bespreek de antwoorden klassikaal.

  • Zet het woord ‘Afhankelijk’ aan de linkerkant op het bord en het woord ‘Zelfredzaam’ aan de rechterkant. Vraag de jongevrouwen beide woorden te definiëren (verwijs ze indien nodig naar pp. 191–192 van Trouw aan het geloof). Vraag ze in welke opzichten ze afhankelijk zijn van anderen en in welke opzichten ze zelfredzaam zijn. Waarom wil de Heer dat wij zelfredzaam worden?

Samen leren

Elk van de onderstaande leeractiviteiten zal de jongevrouwen meer inzicht geven in wat zelfredzaamheid inhoudt. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn:

  • Deel de jongevrouwen op in groepjes en wijs elk groepje een van de volgende aspecten van zelfredzaamheid toe: opleiding, financiën, relaties en geestelijke kracht. Laat elk groepje het gedeelte in ouderling Robert D. Hales’ toespraak Met de moeilijkheden van deze tijd omgaan doornemen dat over het desbetreffende onderwerp gaat. Vraag de jongevrouwen wat ze hebben geleerd en wat ze gaan doen om zelfredzamer te worden op een van deze gebieden.

  • Schrijf op aparte strookjes papier de volgende onderwerpen met betrekking tot zelfredzaamheid: gezondheid, opleiding, werk, voorraad, financiën en geestelijke kracht. Laat iedere jongevrouw een onderwerp kiezen dat haar interesseert en erover lezen in paragraaf 6.1.1 van Handboek 2 (pp. 36–37). Vraag elke jongevrouw de rest van de klas in het kort uit te leggen wat zij over haar onderwerp heeft geleerd, wat dat met zelfredzaamheid te maken heeft en wat zij nu kan doen om zich voor te bereiden om op dat gebied zelfredzaam te worden. Hoe kan de moeite die de jongevrouwen nu doen ze later tot zegen zijn? Hoe kan die moeite hun gezin tot zegen zijn wanneer ze echtgenote en moeder worden?

  • Vraag iedere jongevrouw een van de verhalen in Dochters in mijn koninkrijk te lezen (pp. 57–63) over vrouwen die in de vroege kerkgeschiedenis zelfredzaam waren. Vraag de jongevrouwen de verhalen in hun eigen woorden weer te geven en aan te geven wat ze over zelfredzaamheid te weten komen. Hoe kunnen de jongevrouwen die voorbeelden in hun jeugd al volgen?

  • Deel de jongevrouwen op in koppels. Geef elk koppel een Schrifttekst over zelfredzaamheid, zoals die in dit schema. Laat de koppels hun Schrifttekst lezen en een poster over zelfredzaamheid maken. Laat desgewenst een voorbeeld van een mormorandum zien uit de Liahona. Geef de jongevrouwen de gelegenheid om hun poster aan de klas te laten zien. Moedig ze aan de poster ergens thuis op te hangen zodat ze herinnerd worden aan wat ze hebben geleerd.

  • Geef elke jongevrouw vijf munten, twee munten of één munt. Laat ze Matteüs 25:14–29 lezen en nagaan wat er met de persoon in de gelijkenis gebeurde die dezelfde hoeveelheid geld had gekregen als zij. Bespreek vragen zoals: ‘Wat deden de drie dienstknechten met het geld dat ze ontvangen hadden?’ En: ‘Wat heeft deze gelijkenis met zelfredzaamheid te maken?’ Laat de jongevrouwen overdenken wat ze zoal van God hebben gekregen om zelfredzaam te kunnen worden, zoals talenten, karaktertrekken en capaciteiten. Hoe kunnen zij die kwaliteiten gebruiken om zelfredzamer te worden? Hoe kunnen zij hun toekomstige gezin ermee tot zegen zijn?

  • Vraag de jongevrouwen wat zij en hun huisgenoten kunnen doen om zich op een natuurramp voor te bereiden (bijvoorbeeld een aardbeving of orkaan). Lees als quorum de eerste drie alinea’s van de toespraak ‘Geestelijke voorbereiding: begin meteen en wees consequent’ van president Henry B. Eyring. Wat zijn enkele ‘geestelijke rampen’ of beproevingen waarmee we te maken kunnen krijgen? Wat kunnen wij doen om ons geestelijke voor te bereiden? Geef iedere jongevrouw een stukje van de rest van president Eyrings toespraak en vraag ze op zoek te gaan naar antwoorden op die vragen. Vraag ze naar hun bevindingen.

Vraag de jongevrouwen wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen zij zelfredzaamheid voldoende om deze aan iemand anders te kunnen uitleggen? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?

Naleven wat we leren

Laat de jongevrouwen bedenken hoe ze kunnen toepassen wat ze vandaag hebben geleerd. Bijvoorbeeld: Ze kunnen bijvoorbeeld het volgende doen:

  • Zich voornemen deze week iets te doen waardoor ze zelfredzamer worden en daar in de volgende les iets over te vertellen.

  • Doe een of meer van de volgende opdrachten uit Persoonlijke Vooruitgang: waarde Goddelijke aard, project 1 of 4, waarde Kennis, ervaringen of projecten, waarde Vrije keuze en verantwoording, ervaring 1 of 7

Vertel de jongevrouwen wat ze volgende week zullen bestuderen. Wat kunnen we doen om ons voor te bereiden op onze ontmoeting met God? Ze kunnen bijvoorbeeld een toespraak lezen, een video bekijken of een Schrifttekst bestuderen die verband houdt met de les van volgende week.

Relevante jongerenactiviteiten

Afbeelding

Plan een activiteit voor de wekelijkse activiteitenavond waardoor de jongevrouwen leren toepassen wat ze in deze les hebben geleerd.