Genezing, J. Kirk Richards

4

Lichamelijk en emotioneel welzijn

4.0

Inleiding

Een zending kan zowel vreugde als stress veroorzaken. Met de normen in dit hoofdstuk en in Wennen aan het servicezendingsleven kun je je verstand en lichaam beter afstemmen op de Heer dienen. Neem deze normen geregeld door.

4.1

Lichamelijke gezondheid

Je gezondheid en veiligheid zijn uitermate belangrijk. Zorg ervoor dat je gezond blijft, zodat je met heel je hart, macht, verstand en kracht kunt dienen.

Jij en je ouders zijn verantwoordelijk voor je medische zorg. Een bezoek aan een arts of andere zorgverlener moet vooraf met je toezichthouder worden gecoördineerd.

4.1.1

Algemene voedingsrichtlijnen

Houd je aan de volgende algemene voedingsrichtlijnen, met eventuele individuele aanpassingen:

• Drink elke dag voldoende water. Je hebt misschien meer water en zout nodig als je gedurende de dag of tijdens lichaamsbeweging zwaar transpireert.

• Eet evenwichtige maaltijden met groente, fruit, volkoren granen, gezonde vetten en eiwitten.

• Beperk junkfood, koolzuurhoudende dranken, bewerkt voedsel en fastfood.

• Volg het advies van je zorgverleners op over speciale voeding, medicijnen of andere gezondheidsregels die op je behoeften zijn afgestemd.

4.2

Lichaamsbeweging

Lichaamsbeweging houdt je gezond en helpt tegen stress. Maak lichaamsbeweging deel van je dagelijkse routine, naar je omstandigheden dat toelaten.

4.3

Emotionele gezondheid

Zendingswerk is veeleisend. Het is normaal om van tijd tot tijd stress te hebben. De steun van je familie kan een belangrijke factor zijn om met stress te leren omgaan. Ook helpt het als je gezond eet, voldoende beweegt, een goede nachtrust krijgt, je ontspant en je geestelijk oplaadt (door bijvoorbeeld te bidden, overpeinzen en studeren).

Gebruik op je zending Wennen aan het servicezendingsleven om je stress binnen de perken te houden. Als je het moeilijk vindt om met stress om te gaan, of als je psychisch of emotioneel in nood bent, neem dan contact op met je zendingsleiders.

Als je medicijnen voor een angststoornis of enig andere aandoening gebruikt, houd je dan aan het voorschrift en de adviezen van je arts.

4.4

Medische zorg

Neem je lichamelijke en emotionele gezondheid serieus. Zorg dat je voor je medische kwesties (zoals medicijnen die je gebruikt, allergieën die je hebt, of activiteiten die je moet mijden) de nodige steun van je ouders of voogden krijgt. Je kunt naar behoefte ook bepaalde medische gegevens aan je servicezendingsleiders of operationele supervisors doorgeven.

Als je medische hulp nodig hebt, wees dan verstandig en doe wat nodig is om je veiligheid of zorg te waarborgen. Bel zo nodig de plaatselijke hulpdiensten (112 in Europa), tenzij je andere instructies hebt gekregen. Neem zo snel mogelijk contact op met je servicezendingsleiders.

Als je tijdens een serviceopdracht niet-spoedeisende medische zorg nodig hebt, bel dan meteen je ouders of voogden. Zij zullen je zeggen wat je moet doen. Probeer eventuele andere niet-spoedeisende zorg ruim van tevoren te plannen, zodat die je serviceopdrachten of zendingsschema niet in de weg staat.

4.5

Gevaarlijke situaties en bedreigingen

Veel gevaarlijke situaties kunnen worden voorkomen door je verstand te gebruiken en je aan de zendingsnormen te houden. Desondanks kunnen er mensen zijn die je kwaad willen doen. Als er een probleem is, rapporteer dat dan onmiddellijk aan een van je servicezendingsleiders.

Ga onmiddellijk weg als je je ongemakkelijk voelt over een locatie, persoon of situatie. Luister naar de ingevingen van de Geest.

4.6

Huisvesting

Houd je ouderlijke woning op orde en doe je karweitjes. Houd je kamer netjes en schoon. Zorg ervoor dat je persoonlijke bezittingen, inclusief elektronische apparaten, in goede staat zijn en goed werken.

4.7

Vervoer

Volg altijd de plaatselijke verkeersregels, wetten en gewoonten als je onderweg bent. Als je rijdt, rij dan defensief.

Het openbaar vervoer is meestal goedkoper dan autorijden. Overweeg gebruik van het openbaar vervoer te maken om naar je zendingsopdracht te gaan.

Wees verstandig, neem je omgeving in je op en raak vertrouwd met je gebied. Volg de algemene veiligheidsnormen in dit handboek.

4.7.1

Autorijden

Als de thuissituatie het toelaat, mag je met je eigen of gezinsauto naar de zendingsopdrachten en activiteiten rijden. Alle autokosten, inclusief brandstof, onderhoud en verzekering, zijn voor rekening van de servicezendeling.

Servicezendelingen en hun ouders nemen alle persoonlijke en aansprakelijkheidsrisico’s op zich. Servicezendelingen rijden niet met auto’s van de kerk. Voordat je tijdens je serviceopdracht een auto van de gemeenschaps- of liefdadigheidsorganisatie mag besturen, moet je eerst een overeengekomen instructieplan volgen.

4.8

Eigen middelen of spaargeld

We raden je aan om verstandig te budgetteren en geld uit te geven. Houd altijd de beginselen van tiende en offergaven in gedachten. Sparen is altijd verstandig.

Het geld dat je tijdens je zending gebruikt, vertegenwoordigt de offers die jij, je familie en anderen zich hebben getroost. Zamel geen geld in voor persoonlijke financiële steun of voor de organisaties waar je werkzaam bent.

4.9

Ongelukken

Als je bij een ongeluk betrokken bent terwijl je van of naar je zendingsopdracht, vergaderingen of conferenties rijdt, bel dan zo nodig de politie of de hulpdiensten. Neem zo snel mogelijk contact op met je ouders. Neem vervolgens contact op met je servicezendingsleiders en de opdrachtstoezichthouder onder wie je valt.

Als je op je serviceplek bij een ongeluk betrokken bent, meld je dan bij je toezichthouder op je servicelocatie. Die persoon belt zo nodig de politie of de hulpdiensten. Neem ook zo snel mogelijk contact op met je servicezendingsleiders en je ouders. Je ringpresident neemt ook contact op met je ouders.

4.10

Uiterlijk voorkomen van servicezendelingen

Je voorkomen beïnvloedt wat mensen van jou als zendeling en van de kerk vinden. Bovendien kan het je voor gevaar beschermen. Je voorkomen is vaak de eerste indruk die anderen van je krijgen, en dat moet in overeenstemming zijn met wat je zegt en doet.

Je gepast kleden en verzorgen, is een belangrijke sociale vaardigheid waar je na je zending ook iets aan hebt. Draag kleding die gepast is voor je serviceopdrachten en in overeenstemming is met je heilige roeping.

4.10.1

Voor alle zendelingen

Houd jezelf netjes en schoon. Neem dagelijks een douche of bad. Poets je tanden regelmatig. Gebruik deodorant. Was je handen regelmatig grondig, vooral na gebruik van het toilet. Houd je kleding schoon en in goede staat. Zorg ervoor dat je voorkomen of gedrag nooit aan je roeping afdoet.

Hanteer hoge fatsoensnormen. Draag geen kleding die:

• te strak of te los zit;

• doorschijnt of anderszins gewaagd is;

• de aandacht op specifieke lichaamsdelen vestigt;

• slordig of buitenissig is.

Toon respect voor de Heer en voor jezelf door je gepast te kleden voor de bijeenkomsten en activiteiten van de kerk, in het bijzonder de avondmaalsdienst.

4.10.2

Voor ouderlingen

• Haar. Was je haar geregeld. Houd je kapsel relatief kort en gelijkmatig opgeknipt. Extreme of modieuze kapsels – waaronder rechtopstaand, gepermanent of gebleekt haar – zijn niet gepast. Bakkebaarden mogen niet lager dan het midden van het oor komen. Je dient elke dag frisgeschoren te zijn zonder baard of snor, tenzij medische aandoeningen dat onmogelijk maken.

• Sieraden. Draag geen oorringen of halskettingen. Neusringen en piercings zijn niet toegestaan. Als je tatoeages hebt, moeten ze zo mogelijk bedekt zijn.

4.10.3

Voor zusters

• Haar. Was je haar geregeld. De stijl, kleur en lengte van je haar moeten niet de aandacht trekken.

• Sieraden. Sieraden en andere accessoires moeten eenvoudig en professioneel zijn. Draag niet meer dan één oorbel in ieder oor. Neusringen en piercings zijn niet toegestaan. Als je tatoeages hebt, moeten ze zo mogelijk bedekt zijn. Make-up, haarspelden en nagellak moeten niet opzichtig zijn.