Hoe kan ik dienen in de kerk?
God heeft u bijzondere talenten en gaven gegeven waarmee u uw plaatselijke wijk of gemeente, uw omgeving en Gods kinderen overal tot steun kunt zijn. U volgt het voorbeeld van Jezus Christus na als u de individuele behoeften van één persoon tegelijk probeert te lenigen. De belangrijkste hulp die u te bieden hebt, bestaat soms uit informele, eenvoudige vriendelijke daden uit liefde voor mensen die u uit uzelf doet. U kunt anderen Gods liefde laten voelen en hun potentieel helpen verwezenlijken door uw tijd, talenten en middelen ten gunste van hen aan te wenden. U zult zelf vooruitgang maken en kennis opdoen als u in de kerk dient en anderen bijstaat om ook te leren en vooruitgang te maken. Als u anderen in de kerk leert kennen, zult u inzien dat u ze veel te bieden hebt.
Roepingen in de kerk
Na uw doop krijgt u mogelijk een roeping of formele taak om in de kerk te dienen. God kent uw sterke en zwakke kanten. Hij heeft een plan voor u, zodat u zich kunt ontwikkelen tot de persoon die Hij voor ogen heeft. Als onderdeel van dat plan inspireert God kerkleiders om u roepingen te geven die u en anderen tot zegen zullen zijn. Door uw inzet in een roeping doet u nieuwe kennis, vaardigheden en vriendschappen op. Kerkleiders voorzien u van richtlijnen, aanwijzingen en ondersteuning, zodat u uw roeping met plezier en succes kunt vervullen. Bid om hulp, dan zal de Heilige Geest u inspiratie, leiding en troost geven.
De Heer heeft beloofd: ‘Indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden’ (Ether 12:27). De Heer zal u sterken in uw dienstvaardigheid.
Hoe roepingen tot stand komen
In de avondmaalsdienst vindt steunverlening voor een roeping van een lid plaats.
De kerk is een gemeenschap van liefde en steun. U staat er bij de uitoefening van uw roeping niet alleen voor. Als u een roeping aanvaardt, zeggen leden van uw wijk of gemeente in de avondmaalsdienst hun steun aan u bij de vervulling van uw roeping toe. De leden geven blijk van deze steunverlening door hun rechterhand op te steken wanneer een lid van de bisschap of het gemeentepresidium ze daartoe uitnodigt.
Als lid van de kerk kunt u anderen op allerlei manieren verder in hun roeping steunen. Zo kunt u deelnemen aan lessen en activiteiten die anderen voorbereid hebben, voor ze bidden, als vrijwilliger op hun verzoek hulp bieden of mensen sterken die het moeilijk lijken te hebben. U kunt uw kerkleiders ook steunen door hun raad op te volgen. Anderen steun verlenen is één manier om te dienen.
Een lid wordt voor een nieuwe roeping aangesteld.
Na uw roeping wordt u door een priesterschapsleider aangesteld. Bij uw aanstelling krijgt u een priesterschapszegen. Deze zegen geeft u het gezag van God om inspiratie te ontvangen en de opdrachten van uw roeping uit te voeren.
Alle roepingen zijn even belangrijk en dragen bij tot de opbouw van Gods kerk. Het kerkwerk gebeurt op vrijwillige basis en wordt niet betaald. Afgezien van de roeping van voltijdzendeling vereisen de meeste roepingen geen voltijdinzet. De leden blijven naast hun roeping gewoon in hun baan of werk actief. Roepingen kennen geen promotie of degradatie. Leden moeten een bepaalde roeping ook niet ambiëren.
Roepingen zijn aan veranderingen onderhevig, zodat veel mensen de gelegenheid krijgen om in verschillende functies te dienen. Kerkleiders kunnen inspiratie ontvangen om u voor een andere taak te roepen en u van uw huidige roeping te ontheffen. Zodra u ontheven bent, draagt u geen verantwoordelijkheid voor uw eerdere roeping meer en bent u voor een nieuwe roeping beschikbaar. Uw ontheffing kan in uw wijk of gemeente bekendgemaakt worden, waarbij de leden op eendere wijze als bij uw steunverlening hun dank voor uw inzet kunnen betuigen.