Handboeken en roepingen
6. Leiding op ringniveau


‘6. Leiding op ringniveau’, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2020).

‘6. Leiding op ringniveau’, Algemeen handboek.

Afbeelding
leidinggevende praat met gezin

6.

Leiding op ringniveau

6.1

Doel van een ring

Jesaja beschreef het Zion van de laatste dagen als een met pinnen verankerde tent (zie Jesaja 33:20; 54:2). De kerk is tegenwoordig in ringen georganiseerd, waarbij elke ring voor een pin staat. Elke ring bestaat uit meerdere wijken en wordt door een ringpresident geleid.

De Heer vestigt ringen voor ‘de vergadering’ van zijn volk en als ‘een bescherming […] en een toevlucht’ tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in (zie 1.2).

6.2

Ringpresidium

De ringpresident bezit de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de ring (zie 3.4.1). Hij en zijn raadgevers vormen een ringpresidium. Zij behartigen het welzijn van de leden in de ring met liefde en helpen hen ware volgelingen van Jezus Christus te worden.

De ringpresident heeft vier belangrijke taken:

  1. Hij is de presiderende hogepriester in de ring.

  2. Hij leidt Gods werk van heil en verhoging in de ring.

  3. Hij is gewone rechter.

  4. Hij ziet toe op documenten, financiën en eigendommen.

Daar de ringpresident priesterschapssleutels bezit, heeft hij enkele taken die alleen hij kan uitvoeren. Als hij niet in staat is die te vervullen, mag een raadgever zijn taak waarnemen, tenzij anders aangegeven in dit handboek. De ringpresident of zijn raadgever wendt zich bij vragen over waarnemende taken tot het gebiedspresidium.

De ringpresident delegeert veel taken aan anderen. Denk onder meer aan zijn raadgevers, de hogeraadsleden, leidinggevenden van ringorganisaties, ringsecretaris, ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs.

6.2.1

Presiderende hogepriester

De ringpresident is de geestelijk leider bij uitstek van de ring. Met zijn voorbeeld zet hij de toon in de ring om Gods werk ‘met een heilig hart’ (Mosiah 18:12) te doen. Hij onderwijst en verheft.

Een ringpresident is een getrouw discipel van Jezus Christus. Hij houdt zich aan zijn verbonden. Hij is trouw aan zijn vrouw en gezin. Hij is een voorbeeld in rechtschapenheid voor zijn gezin, de ring en de gemeenschap. Zijn raadgevers zijn mannen met eenzelfde reputatie.

De ringpresident geeft leiding aan bisschoppen en andere leidinggevenden in de ring.

6.2.1.1

Melchizedeks priesterschap

De ringpresident presideert allen die in de ring het Melchizedeks priesterschap dragen.

Hogepriestersquorum van de ring. De ringpresident is de president van het hogepriestersquorum van de ring. Hij en zijn raadgevers vormen het presidium van dat quorum. Het hogepriestersquorum van de ring bestaat verder uit de volgende hogepriesters:

  • Bisschoppen en hun raadgevers

  • Hogeraadsleden

  • Patriarchen in functie

Leden van het hogepriestersquorum wonen de bijeenkomsten van het ouderlingenquorum in hun wijk bij als ze geen taak elders hebben. Zie 29.3.5 voor informatie over de quorumvergadering voor hogepriesters van de ring.

Ouderlingenquorums. Het ringpresidium is verantwoordelijk voor de ouderlingenquorums (zie 8.3.3.1).

Ordeningen in het Melchizedeks priesterschap. De ringpresident ziet toe op de verlening van het Melchizedeks priesterschap. Hij ziet ook toe op ordeningen tot de ambten ouderling en hogepriester (zie 18.10.4).

6.2.1.2

Bisschappen

De ringpresident instrueert nieuwe bisschappen spoedig nadat ze geroepen zijn. Hij blijft bisschoppen instrueren en bemoedigen in periodieke gesprekken, vergaderingen en bij andere gelegenheden.

De leden van het ringpresidium instrueren de bisschappen in hun verantwoordelijkheid voor Aäronisch-priesterschapsdragers en jongevrouwen.

6.2.1.3

Ringpatriarch

De ringpresident houdt toezicht op het werk van de ringpatriarch. Hij ontwikkelt een nauwe band met hem. Zie 6.6 voor meer informatie over het roepen van en toezien op de ringpatriarch.

6.2.1.4

Raden, comités en vergaderingen

De ringpresident leidt de hoge raad en de ringraad. Hij leidt tevens het ringcomité leidinggevenden van volwassenen (zie 29.3.9). Hij wijst verder toezicht als volgt aan zijn raadgevers toe:

  • Ringcomité leidinggevenden van jongeren (zie 29.3.10)

  • Jonge-alleenstaandencomité van de ring

  • Alleenstaandencomité van de ring (indien gevormd)

Elke ringpresident is lid van een coördinerende raad (zie 29.4).

Het ringpresidium plant de ringvergaderingen vermeld in 29.3. De ringpresident presideert ringbijeenkomsten tenzij een algemeen autoriteit of gebiedszeventiger aanwezig is. Zijn raadgevers kunnen die bijeenkomsten leiden. Zij mogen ook presideren als de ringpresident afwezig is.

6.2.1.5

Roepingen en ontheffingen

De taken van de ringpresident inzake roepingen en ontheffingen worden uitgelegd in hoofdstuk 30. Hij mag het roepen en ontheffen overdragen aan zijn raadgevers en hogeraadsleden, zoals in 30.8 staat aangegeven. De ringpresident verleent de volgende roepingen zelf. Voor sommige is eerst goedkeuring vereist, zoals vermeld.

  • Raadgevers in het ringpresidium. Als er een nieuwe ringpresident wordt geroepen, roept de presiderende algemene autoriteit of gebiedszeventiger op voordracht van de nieuwe ringpresident diens raadgevers en stelt ze aan. Als een raadgever in een bestaand ringpresidium ontheven of geroepen moet worden, dient de ringpresident een voordracht in via Hulpmiddelen leiders en administrateurs (LCR). Hij mag een roepingsgesprek met een raadgever hebben en hem aanstellen – of hem ontheffen in een ontheffingsgesprek – na toestemming van het Eerste Presidium.

  • Ringpatriarch. De ringpresident voert een roepingsgesprek en ordent een patriarch na toestemming van het Quorum der Twaalf Apostelen. Zie 6.6.1.

  • Bisschoppen. De ringpresident draagt de roeping van bisschoppen voor. Hij draagt ook hun ontheffing voor. Hij dient voordrachten via LCR in. Hij mag een bisschop roepen, ordenen en aanstellen – of ontheffen – na toestemming van het Eerste Presidium. Hij verleent ook de priesterschapssleutels die aan deze roeping verbonden zijn. Zie 30.7.

  • Quorumpresidenten ouderlingen. De ringpresident roept quorumpresidenten ouderlingen en stelt ze aan. Hij overlegt eerst met de betreffende bisschop. Hij verleent ook de priesterschapssleutels die aan deze roeping verbonden zijn. Zie 8.3.3.1.

  • ZHV-presidente van de ring. De ringpresident roept de ZHV-presidente van de ring en stelt haar aan.

Ringpresidenten die LCR niet kunnen gebruiken, nemen zo nodig contact op met het gebiedskantoor om voordrachten te doen.

6.2.1.6

Organisaties en programma’s van de ring

De ringpresident is verantwoordelijk voor de ZHV van de ring. Hij wijst zijn raadgevers het toezicht op de ringorganisaties voor de jongemannen, de jongevrouwen, het jeugdwerk en de zondagsschool toe.

De leden van het ringpresidium vergaderen regelmatig met de presidiums van de organisaties waarop zij toezicht houden. In deze vergaderingen:

  • Zorgen zij dat presidiums hun taken begrijpen.

  • Vindt overleg plaats over de behoeften van leidinggevenden in de organisaties.

Als er een nieuw presidium van een ringorganisatie wordt geroepen, geeft het ringpresidium ze raad en een visie mee voor hun taken.

In de Verenigde Staten en Canada krijgt het nieuwe presidium van een organisatie mogelijk ook instructies van het betreffende bestuur op algemeen niveau (zie 5.1.2). In andere gebieden krijgt het nieuwe presidium eventueel ook instructies van een organisatieadviseuse van het gebied (zie 5.2.5.1). Deze instructies vinden op aanwijzing van het ringpresidium plaats. Een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid neemt eraan deel.

De ringpresident wijst zijn raadgevers naar behoefte ook het toezicht op ringprogramma’s toe. Daarbij kan het gaan om:

  • Seminarie en instituut.

  • Programma’s voor jonge alleenstaanden en alleenstaanden.

  • Ringactiviteiten.

  • Muziek.

  • Kerkgebouwfaciliteiten.

De leden van het ringpresidium vergaderen regelmatig met de comités, hogeraadsleden en deskundigen van de programma’s waarop zij toezien.

Afbeelding
jongevrouwenleidstersvergadering

6.2.1.7

Communicatie (public affairs)

Het ringpresidium geeft leiding aan de communicatietaken in de ring. De leden van het ringpresidium zijn primair verantwoordelijk voor de goede naam van de kerk in de samenleving. Zij streven naar een goede verstandhouding met overheidsvertegenwoordigers en leiders in de gemeenschap.

De ringpresident is de primaire woordvoerder voor de kerk in contacten met de media in zaken die de ring betreffen. Hij mag die taak naar behoefte delegeren.

De ringpresident of een van zijn raadgevers vormt en ziet toe op een eventuele communicatieraad van de ring. Deze raad helpt kerkleiders goede betrekkingen met overheidsvertegenwoordigers en leiders in de gemeenschap op te bouwen. De raad helpt deze leiders ook om doeltreffend met kerkleden en het publiek te communiceren.

De communicatieraad kan naar behoefte uit een communicatiebestuurder van de ring, assistent-bestuurders en deskundigen bestaan. Zij worden door de ringpresident of een aangewezen raadgever of hogeraadslid geroepen en aangesteld.

Er is tevens een communicatieraad op het niveau van de coördinerende raad (zie 29.4). Die raad functioneert op aanwijzing van een gebiedszeventiger en wordt geleid door een communicatiebestuurder. Deze communicatieraad draagt bij aan de coördinatie van ringoverschrijdende betrekkingen, evenementen en kwesties. De bestuurder van deze raad biedt steun en training aan communicatieraden van de ring.

De structuur van de communicatieraad is in het gebied Utah (VS) anders. Gebiedszeventigers in het gebied Utah kunnen ringpresidenten deze structuur nader toelichten.

Zie GCN.ChurchofJesusChrist.org voor informatie over communicatieroepingen.

6.2.2

Gods werk van heil en verhoging in de ring leiden

De ringpresident presideert Gods werk van heil en verhoging in de ring (zie hoofdstuk 1). Hij instrueert en stimuleert leidinggevenden en leden in ring en wijk in dit werk. Zijn raadgevers en andere leidinggevenden assisteren hem.

Hij helpt de leden om het evangelie na te leven en in geestelijke kracht toe te nemen. Hij leert ze bidden en de Schriften bestuderen. Hij leert ze ook over de verbonden die ze sluiten door de verordeningen van heil en verhoging te ontvangen. Hij spoort ze aan om hun verbonden na te komen.

De ringpresident sterkt gezinnen. Hij moedigt ze aan om samen te bidden en het evangelie te bestuderen, onder meer door thuisavond te houden. Hij draagt in woord en daad uit dat kerkroepingen vervuld kunnen worden zonder het gezin tekort te doen. Hij let er ook op dat de kerkactiviteiten aansluiten op de inspanningen van de ouders om hun kinderen in rechtschapenheid groot te brengen.

De ringpresident helpt de leden niet alleen het evangelie na te leven, maar ziet ook toe op andere aspecten van Gods werk van heil en verhoging. Bijvoorbeeld:

  • Hij helpt broeders bij hun voorbereiding op het Melchizedeks priesterschap (zie 18.10.1).

  • Hij ziet toe op de zorg voor behoeftigen in de ring (zie 22.9.1).

  • Hij houdt toezicht op het zendingswerk in de ring en spoort de leden aan om het evangelie uit te dragen (zie 23.4).

  • Hij ziet erop toe dat nieuwe leden in de ring gesterkt worden (zie 23.4).

  • Hij voert gesprekken met toekomstige zendelingen (zie 24.4.2).

  • Hij ziet toe op het familiehistorisch en tempelwerk in de ring (zie 25.3.1).

  • Hij helpt leden bij hun voorbereiding op tempelverordeningen (zie 27.1).

  • Hij instrueert en steunt samen met het ZHV-presidium van de ring quorumpresidiums ouderlingen en ZHV-presidiums van de wijk in hun taken met betrekking tot zendingswerk (zie 23.5.2) en tempelwerk en familiegeschiedenis (zie 25.2.2).

6.2.3

Gewone rechter

De ringpresident is de gewone rechter in de ring (zie Leer en Verbonden 107:71–74). Hij bezit priesterschapssleutels om inspiratie te ontvangen en beslissingen te nemen met betrekking tot het geestelijke en materiële welzijn van de leden in de ring. In die hoedanigheid heeft hij de volgende taken:

  • Hij voert gesprekken zoals uitgelegd in 31.2. Hij mag ook zijn raadgevers machtigen om bepaalde gesprekken te voeren (zie 31.2.2).

  • Hij spreekt met leden in de ring die behoefte aan geestelijke leiding hebben, met grote persoonlijke problemen kampen of ernstige zonden begaan hebben. Zie 31.1 voor richtlijnen.

  • Hij houdt lidmaatschapsraden wanneer leden ernstige zonden hebben begaan (zie hoofdstuk 32).

Bij kwesties waarvoor goedkeuring van het Eerste Presidium is vereist, overweegt de ringpresident het verzoek zorgvuldig. Hij voert een gesprek met de betrokkene om zijn of haar getrouwheid vast te stellen.

Na het gesprek dient de ringpresident alleen een verzoek bij het Eerste Presidium in als hij het ter goedkeuring kan aanbevelen. Hij beschrijft de redenen voor zijn steun.

De ringpresident dient het verzoek via Hulpmiddelen leiders en administrateurs in.

6.2.4

Documenten, financiën en eigendommen

De ringpresident ziet toe op de documenten, financiën en eigendommen in de ring. Hij mag veel van het werk met betrekking tot documenten en financiën aan zijn raadgevers en administrateurs overdragen. Hij wijst een hogeraadslid aan als ringvertegenwoordiger kerkgebouwen die mede toezicht houdt op de gebouwen en terreinen.

Zie de volgende hoofdstukken voor meer informatie:

6.3

Verschillen tussen het gezag van districtspresidenten en dat van ringpresidenten

In elk district van de kerk wordt een Melchizedeks-priesterschapsdrager als districtspresident geroepen. Hij draagt de nodige priesterschapssleutels om te presideren (zie 3.4.1.1). Hij fungeert in grote lijnen als een ringpresident, maar met de volgende verschillen:

  • Hij wordt geroepen en aangesteld door de zendingspresident, na toestemming van het gebiedspresidium (zie 30.8.4). Een ringpresident wordt geroepen en aangesteld door een toegewezen algemeen autoriteit of gebiedszeventiger (zie 30.8.3).

  • Hij is ouderling of hogepriester. Een ringpresident moet hogepriester zijn.

  • Hij is niet de president van een hogepriestersquorum. Een dergelijk quorum wordt alleen in een ring georganiseerd.

  • Een districtspresident presideert alle priesterschapsdragers in het district. Maar de zendingspresident is de presiderende hogepriester.

  • Met toestemming van de zendingspresident mag een districtspresident een gesprek met een broeder voeren om tot ouderling te worden geordend. Die goedkeuring is voor elke situatie apart vereist. Een districtspresident of iemand op zijn aanwijzing mag ook (1) een broeder ter steunverlening voorstellen en (2) de ordening verrichten (zie 18.10.1.3, 18.10.3 en 18.10.4). Een districtspresident mag echter geen patriarchen, hogepriesters of bisschoppen ordenen.

  • Met toestemming van de zendingspresident mag een districtspresident gemeentepresidenten aanstellen (zie 18.11). Die goedkeuring is voor elke situatie apart vereist.

  • Hij ontheft voltijdzendelingen niet. Hij mag wel samen met een lid van het zendingspresidium aan het ontheffingsgesprek deelnemen. Als het voor een lid van het zendingspresidium wegens de reis of tijdsdruk erg bezwaarlijk zou zijn om een bepaalde zendeling te ontheffen, mag de zendingspresident de districtspresident machtigen om dat te doen (zie 24.8.2).

  • Hij voert geen tempelaanbevelingsgesprekken en ondertekent geen tempelaanbevelingen (zie 26.3.1).

  • Hij belegt geen lidmaatschapsraad, tenzij de zendingspresident hem daartoe machtigt (zie 32.9.5).

  • Hij heeft doorgaans geen direct contact met het gebiedspresidium. Hij werkt via het zendingspresidium.

In bijzondere omstandigheden kan een districtspresident gemachtigd worden om zendelingen voor te dragen, aan te stellen en te ontheffen. Hij kan ook gemachtigd worden om tempelaanbevelingsgesprekken te voeren en de aanbevelingen te ondertekenen. Hij kan bovendien gemachtigd worden om zijn raadgevers aan te stellen. Als het gebiedspresidium van mening is dat een districtspresident over dit uitgebreide gezag dient te beschikken, legt men dit voor aan het Eerste Presidium. Eventuele goedkeuring geldt dan voor die persoon, niet de functie. Dit uitgebreide gezag wordt niet overgedragen aan een volgende districtspresident die wordt geroepen.

6.4

Ringsecretaris, assistent-ringsecretarissen, ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs

6.4.1

Ringsecretaris en assistent-ringsecretarissen

De ringpresident of een van zijn raadgevers roept een ringsecretaris en stelt hem aan. Hij draagt het Melchizedeks priesterschap en heeft een geldige tempelaanbeveling.

De ringsecretaris heeft de volgende taken:

  • Hij vergadert met het ringpresidium en stelt op aanwijzing agenda’s op.

  • Hij maakt deel uit van de ringraad en woont hogeraadsvergaderingen bij. Op aanwijzing van het ringpresidium informeert hij nadien of de taken die in deze vergaderingen zijn uitgedeeld, zijn uitgevoerd.

  • Hij coördineert de ringzaken tussen het ringpresidium, de hoge raad, en andere ringleid(st)ers.

  • Hij maakt afspraken voor het ringpresidium.

  • Hij wijst het ringpresidium op leden die in de krijgsmacht gaan of al in militaire dienst zijn. Op aanwijzing van het ringpresidium coördineert hij de kerkoriëntatie voor leden in de ring die binnenkort in de krijgsmacht gaan (zie 38.9.3).

  • Hij werkt nieuwe wijksecretarissen spoedig na hun aanstelling in. Hij blijft ze zo nodig instrueren.

  • Hij stuurt berichten van werknemers en vrijwilligers van de kerk door naar de desbetreffende ring- en wijkleid(st)ers, op aanwijzing van de ringpresident (zie 38.8.9).

Er kunnen zo nodig een of twee assistent-ringsecretarissen worden geroepen. Zij worden door een lid van het ringpresidium geroepen en aangesteld. Deze broeders moeten een geldige tempelaanbeveling hebben.

6.4.2

Ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs

De ringpresident of een van zijn raadgevers roept de ringadministrateur en stelt hem aan. Hij maakt deel uit van de ringraad. Ook kunnen er assistent-ringadministrateurs worden geroepen. De ringpresident of een van zijn raadgevers roept ze en stelt ze aan. De taken van de ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs worden beschreven in 33.3.2 en 33.3.3.

6.5

Hoge raad

Het ringpresidium roept twaalf hogepriesters, die de hoge raad van de ring vormen (zie Leer en Verbonden 102:1; 124:131). Als een ouderling in de hoge raad wordt geroepen, wordt hij tot hogepriester geordend voordat de aanstelling plaatsvindt.

Onder leiding van het ringpresidium dragen hogeraadsleden hun steentje aan Gods werk van heil en verhoging in de ring bij. In de onderstaande subparagrafen worden hun taken beschreven.

Zonder een presiderend lid van het ringpresidium kan de hoge raad niet als groep vergaderen.

6.5.1

Ringpresidium vertegenwoordigen

Het ringpresidium wijst een hogeraadslid toe aan elke wijk in de ring.

Het ringpresidium wijst ook een hogeraadslid toe aan elk ouderlingenquorum in de ring. In die hoedanigheid instrueren hogeraadsleden pasgeroepen quorumpresidiums ouderlingen. De instructies in de hoofdstukken 1–4 en 8 van dit handboek maken daar deel van uit.

Hogeraadsleden die aan een ouderlingenquorum zijn toegewezen, komen geregeld met de quorumleiders bijeen om:

  • Hun behoeften te peilen.

  • Steun te bieden.

  • Ze in hun taken te onderwijzen, onder andere met betrekking tot zendingswerk (zie 23.5.2), tempelwerk en familiegeschiedenis (zie 25.2.2).

  • Informatie van het ringpresidium over te brengen.

  • Te bespreken hoe ze quorumleden kunnen helpen die hun volgende verordening nodig hebben. Deze informatie is voor leiders in het ouderlingenquorum beschikbaar in LCR.

Zij wonen naar behoefte of op uitnodiging vergaderingen van het ouderlingenquorum en het quorumpresidium bij. Het quorumpresidium kan het hogeraadslid bij gelegenheid vragen om hen te vergezellen bij hun bediening aan wijkleden.

Hogeraadsleden wonen op uitnodiging of aanwijzing vergaderingen van de bisschap en wijkraad bij.

Het ringpresidium wijst eventueel hogeraadsleden aan om de volgende mensen te instrueren in hun taken op het gebied van zendingswerk en tempelwerk en familiegeschiedenis:

  • Quorumpresidiums ouderlingen

  • Wijkzendingsleiders

  • Wijkleiders tempelwerk en familiegeschiedenis

Een of meer hogeraadsleden kunnen daarmee belast worden in de ring. Alle hogeraadsleden hebben echter die taak voor de wijk en het ouderlingenquorum waaraan ze zijn toegewezen.

Hogeraadsleden bespreken en steunen de besluiten van het ringpresidium om broeders te ordenen tot het ambt van ouderling of hogepriester. De ringpresident mag hogeraadsleden machtigen hem te vertegenwoordigen bij het ordenen van mannen tot die ambten. Deze hogeraadsleden zien erop toe dat de verordening juist wordt verricht.

Hogeraadsleden bespreken en steunen ook de besluiten van het ringpresidium om leden voor een taak te roepen. Het ringpresidium mag hogeraadsleden machtigen om bepaalde roepingen af te handelen, bepaalde leden ter steunverlening voor te stellen en bepaalde leden aan te stellen. (Zie 30.8.)

Het ringpresidium wijst hogeraadsleden aan om met de jongevrouwen- en jeugdwerkorganisaties van de ring samen te werken. Als een lid van het ringpresidium vergadert met een van deze presidiums, woont het hogeraadslid die vergadering ook bij. Toegewezen hogeraadsleden wonen ook vergaderingen op ringniveau voor leidinggevenden van deze organisaties bij.

Het ringpresidium kan hogeraadsleden zo nodig inzetten voor de programma’s genoemd in 6.2.1.6. Zij kunnen ook een hogeraadslid aanwijzen om te helpen voorzien in de behoeften van leden met een handicap (zie 38.8.27).

Het ringpresidium mag hogeraadsleden aanwijzen om in avondmaalsdiensten en bij andere gelegenheden te spreken. Het ringpresidium bepaalt hoe vaak die spreekbeurten plaatsvinden. Hogeraadsleden hoeven niet elke maand een toespraak in een avondmaalsdienst te houden. Het ringpresidium wijst eventueel ook presidiumleden van organisaties op ringniveau voor dergelijke spreekbeurten aan (zie 6.7.1 en 6.7.2).

Afbeelding
mannen in gesprek

6.5.2

Zitting hebben in ringraden en -comités

Alle hogeraadsleden hebben zitting in de ringraad.

In een beperkt aantal situaties nemen hogeraadsleden deel aan lidmaatschapsraden van de ring (zie 32.9.2).

Het ringpresidium wijst hogeraadsleden aan om in andere comités zitting te hebben. Hogeraadsleden die toezien op ouderlingenquorums hebben bijvoorbeeld zitting in het ringcomité leidinggevenden van volwassenen (zie 29.3.9).

6.5.3

Leiding aan organisaties van de ring geven

Het ringpresidium roept een hogeraadslid als jongemannenpresident van de ring en stelt hem aan (zie 6.7.2). Een ander hogeraadslid wordt als zondagsschoolpresident van de ring geroepen en aangesteld (zie 6.7.1).

6.6

Ringpatriarch

Patriarch is een ambt in het Melchizedeks priesterschap. Een patriarch wordt geroepen en geordend om een patriarchale zegen aan getrouwe leden van de kerk te geven. In deze paragraaf worden de taken van de ringpresident inzake de ringpatriarch uitgelegd. Zie de volgende publicaties voor informatie over patriarchale zegens:

  • Paragraaf 18.17 en 38.2.10 in dit handboek

  • Informatie en wenken voor patriarchen

  • Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden: de patriarch

Zie Informatie en wenken voor patriarchen voor informatie over:

  • Patriarchen die buiten dienst worden gesteld.

  • Patriarchen die naar een andere ring verhuizen.

6.6.1

Ringpatriarch roepen, steun verlenen en ordenen

Een patriarch moet een trouw Melchizedeks-priesterschapsdrager zijn. Hij moet een gedegen begrip van het evangelie hebben en ontvankelijk voor de Geest zijn. Hij heeft zijn eigen patriarchale zegen ontvangen. Doorgaans is hij 55 jaar of ouder. Hij moet ten tijde van zijn roeping getrouwd zijn.

Het Quorum der Twaalf Apostelen geeft leiding aan het roepen van ringpatriarchen (zie Leer en Verbonden 107:39). De ringpresident mag iemand voordragen. Hij dient voordrachten via LCR in. Voordat hij een voordracht doet, vast en bidt de ringpresident om leiding van de Geest. Zijn raadgevers dienen met de voordracht in te stemmen.

Als het Quorum der Twaalf Apostelen de voordracht goedkeurt, kan de ringpresident gemachtigd worden om een roepingsgesprek met de patriarch te voeren. Hij stelt de naam van de patriarch dan in de algemene bijeenkomst van de eerstvolgende ringconferentie ter steunverlening voor.

De ringpresident ordent de patriarch. Hij delegeert deze taak niet aan een raadgever. Er nemen geen anderen deel aan de ordening. Een nieuwe patriarch wordt eerst geordend tot dat ambt en daarna aangesteld om in een specifieke ring werkzaam te zijn. Een eerder geordende patriarch die weer in functie wordt gesteld, wordt niet opnieuw geordend. Hij wordt wel aangesteld.

De ordening moet in LCR worden geregistreerd, voordat de patriarch toegang tot de online hulpmiddelen voor patriarchen krijgt.

Een patriarch in functie maakt deel uit van het hogepriestersquorum en neemt deel aan quorumvergaderingen (zie 29.3.5).

6.6.2

Tweede ringpatriarch roepen

Het Quorum der Twaalf keurt zelden het roepen van een tweede patriarch in een ring goed, tenzij één patriarch niet in staat is het aantal aangevraagde zegens te geven. Evenmin willigt het Quorum der Twaalf normaliter het verzoek tot een tweede patriarch in omdat een ring:

  • Een groot gebied beslaat.

  • Leden heeft die de voertaal niet spreken.

Als een ring anderstaligen telt, mogen ze na goedkeuring van hun bisschop en ringpresidium naar een patriarch in een naburige ring gaan die de zegen in de taal van het lid kan uitspreken.

Afbeelding
jongevrouw krijgt zegen

6.6.3

Nieuwe ringpatriarch instrueren

De ringpresident instrueert een nieuwe patriarch voordat hij zegens gaat geven. Hij onderricht de patriarch inzake het heilige openbaringskarakter van zijn ambt. Hij neemt met de patriarch zorgvuldig de instructies door in de volgende bronnen:

  • Informatie en wenken voor patriarchen

  • Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden: de patriarch

6.6.4

Toezien op de werkzaamheden van de ringpatriarch

De ringpresident ziet toe op de werkzaamheden van de ringpatriarch overeenkomstig de richtlijnen in Informatie en wenken voor patriarchen. Hij kan deze taak niet delegeren aan een van zijn raadgevers. Een patriarch heeft baat bij een nauwe band met zijn ringpresident.

De ringpresident heeft minstens twee keer per jaar een gesprek met de patriarch. Zij bespreken de gedachten en gevoelens van de patriarch over zijn werkzaamheden, het welzijn van zijn gezin en eventueel andere aangelegenheden waarin hij raad behoeft.

De ringpresident neemt ten minste tweemaal per jaar de zegens door die de patriarch heeft gegeven. Zo nodig kan hij in algemene zin suggesties doen over de inhoud van de patriarchale zegens.

De ringpresident ziet erop toe dat de patriarch de ontvanger prompt een kopie van de uitgetypte zegen doet toekomen. Hij ziet er ook op toe dat alle zegens bij de hoofdzetel van de kerk worden ingediend. De zegens worden via het Systeem voor patriarchale zegens op ChurchofJesusChrist.org ingediend. Waar dit systeem niet toegankelijk is, stuurt men de zegens via de post minstens eens per half jaar op naar het volgende adres:

Church History Library

Attn: Patriarchal Blessings

15 East North Temple Street

Salt Lake City, UT 84150-1600, VS

6.6.5

Vertrouwelijkheid van patriarchale zegens

Als de patriarch de ontvanger een exemplaar van de patriarchale zegen heeft doen toekomen en die bij de hoofdzetel van de kerk heeft ingediend, ziet de ringpresident erop toe dat alle andere papieren en elektronische exemplaren vernietigd of gewist worden. De patriarch zorgt ervoor dat gewiste zegeningen van zijn computer niet hersteld kunnen worden.

6.6.6

Patriarch die voor een andere functie wordt geroepen

Een patriarch mag niet voor een bestuursfunctie in de kerk worden geroepen, tenzij het Quorum der Twaalf Apostelen de roeping vooraf goedkeurt. Dergelijke functies zijn: lid van een bisschap; hoge raad; of ring-, zendings- of tempelpresidium. Als die goedkeuring wordt gegeven, wordt de patriarch buiten dienst gesteld.

Een patriarch komt zonder toestemming van het Quorum der Twaalf wel voor andere roepingen in aanmerking. Hij mag ook als verzegelaar of verordeningswerker fungeren.

6.6.7

Typisten van patriarchale zegens

De ringpresident of een van zijn raadgevers mag een getrouw en vaardig lid van de ring roepen om de patriarchale zegens uit te typen, tenzij de patriarch dat zelf kan en ook liever zelf doet. Zo nodig kunnen er meerdere typisten worden geroepen.

De typist(e) dient goed te beseffen dat elke zegen heilig en vertrouwelijk is. De typist(e) of patriarch mag geen kopieën van enige zegen bewaren. (Zie 6.6.5.)

6.7

Ringorganisaties

De organisaties voor de ZHV, de jongevrouwen, het jeugdwerk, de zondagsschool en de jongemannen van de ring worden ieder door een president(e) geleid. Ze doen dat op aanwijzing van het ringpresidium. In grote ringen mag de president(e) van een organisatie een of twee raadgevers/raadgeefsters en een secretaris/secretaresse voordragen om met hem of haar samen te werken. Het ringpresidium neemt die voordrachten in overweging.

De voornaamste taken van deze leidinggevenden zijn het ringpresidium bijstaan en de presidiums van organisaties op wijkniveau instrueren en steunen. Zij voeren geen taken uit die op wijkniveau of in gezinsverband behoren plaats te vinden. Ze roepen ook geen extra taken voor presidiums van organisaties op wijkniveau in het leven.

6.7.1

Presidiums zustershulpvereniging, jongemannen, jongevrouwen, jeugdwerk en zondagsschool van de ring

De ringpresident roept een zuster als ZHV-presidente van de ring en stelt haar aan. Hij of een aangewezen raadgever roept en stelt zusters aan als jongevrouwen- en jeugdwerkpresidente. Een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid roept en stelt eventuele raadgeefsters en secretaresses aan.

Het ringpresidium roept een hogeraadslid als zondagsschoolpresident van de ring en stelt hem aan.

De leden van deze presidiums hebben de volgende taken:

  • Zij hebben zitting in de ringraad (alleen president[e]). Zij bevorderen het geloof en de kracht van individuele personen en gezinnen in de ring.

  • Zij instrueren pasgeroepen presidiums van organisaties op wijkniveau. De instructies in de hoofdstukken 1–4 van dit handboek en het hoofdstuk voor de betreffende organisatie maken daar deel van uit.

  • Zij blijven steun en instructie bieden. Zij communiceren regelmatig met presidiums van organisaties op wijkniveau om hun behoeften te leren kennen, de behoeften van de leden in hun organisatie te bespreken en informatie van het ringpresidium over te brengen. Zij spreken met leidinggevenden in de wijk af om hun vergaderingen en lessen periodiek bij te wonen.

  • Zij instrueren presidiums van organisaties op wijkniveau tijdens vergaderingen van leidinggevenden op ringniveau (zie 29.3.4). Dergelijke vergaderingen vinden over het algemeen eens per jaar plaats. Het ringpresidium kan een tweede vergadering toestaan als dat voor deelnemers geen last vormt. Bisschoppen kunnen om aanvullende instructie voor presidiums van organisaties op wijkniveau verzoeken.

  • Zij overleggen geregeld met elkaar in hun eigen presidiumvergaderingen (als er raadgevers/raadgeefsters geroepen zijn). Zij communiceren geregeld met het lid van het ringpresidium dat toeziet op hun werkzaamheden.

  • Zij wonen, op uitnodiging van de gebiedszeventiger, coördinerende raadsvergaderingen bij (zie 29.4).

  • Zij spreken, op verzoek van het ringpresidium, in avondmaalsdiensten en bij andere gelegenheden.

  • In grote ringen dragen zij naar behoefte aan het ringpresidium raadgevers/raadgeefsters en anderen voor om in hun organisatie werkzaam te zijn. Voor richtlijnen zie 30.1.1 en 30.1.5.

De presidiums van de ZHV, de jongevrouwen en het jeugdwerk van de ring mogen nu en dan gecombineerde activiteiten plannen voor hun organisaties. Die activiteiten zijn dan bijvoorbeeld voor alle vrouwen, jongevrouwen en meisjes vanaf 8 jaar in de ring bedoeld. Dergelijke activiteiten zijn ook voor meerdere ringen mogelijk. De presidiums stellen gecombineerde activiteiten in onderling overleg aan het ringpresidium voor (zie 20.3.1). Dergelijke activiteiten komen dan in de plaats van een van de ZHV-activiteiten van de ring (zie 6.7.1.1).

6.7.1.1

Aanvullende taken ZHV-presidium van de ring

Het ZHV-presidium van de ring heeft de volgende aanvullende taken:

  • Zij hebben zitting in het ringcomité leidinggevenden van volwassenen (zie 29.3.9). Een eventuele secretaresse wordt ook uitgenodigd.

  • Zij onderwijzen ZHV-presidentes op wijkniveau in de beginselen van bediening en zorg voor behoeftigen. Zij verduidelijken hun rol om de bisschop in materiële en zelfredzaamheidskwesties bij te staan.

  • Zij onderwijzen ZHV-presidiums van de wijk in hun taken met betrekking tot zendingswerk (zie 23.5.2), tempelwerk en familiegeschiedenis (zie 25.2.2).

  • Zij versterken alleenstaande zusters in de ring. Als de ring een jonge-alleenstaandencomité heeft, heeft een lid van het presidium zitting in dat comité. Dat geldt ook als de ring een alleenstaandencomité heeft. (Zie 14.1.1.2.)

  • Zij coördineren in noodsituaties de hulpverlening van de ZHV in de ring.

Het ZHV-presidium van de ring zorgt desgewenst voor de planning en uitvoering van een of twee bijeenkomsten per jaar voor alle ZHV-zusters in de ring. Die bijeenkomsten vinden op aanwijzing van het ringpresidium plaats. Ze kunnen bestaan uit dienstverlening, cursussen, projecten, conferenties of workshops. Het ZHV-presidium van de ring mag daarvoor naar behoefte comités inschakelen.

6.7.1.2

Aanvullende taken jongevrouwenpresidium van de ring

Het jongevrouwenpresidium van de ring heeft de volgende aanvullende taken:

  • Zij hebben zitting in het ringcomité leidinggevenden van jongeren (zie 29.3.10). Een eventuele secretaresse wordt ook uitgenodigd.

  • Zij plannen en coördineren op aanwijzing van het ringpresidium ringactiviteiten en kampen voor de jongevrouwen.

6.7.1.3

Aanvullende taken jeugdwerkpresidium van de ring

Het jeugdwerkpresidium van de ring mag desgewenst nu en dan ringactiviteiten plannen voor kinderen van 8–11 jaar. Die activiteiten kunnen voor meisjes, jongens of beide zijn. Zij volgen de richtlijnen in 12.2.1.3.

Afbeelding
vrouw werkt met kinderen

6.7.1.4

Aanvullende taken zondagsschoolpresidium van de ring

Het zondagsschoolpresidium van de ring heeft de volgende aanvullende taken:

  • Zij fungeren als deskundigen die in de ring de evangeliestudie en het evangelieonderwijs bevorderen.

  • Zij coördineren leermiddelencentra in de ring waar van toepassing (zie 13.7.2).

6.7.2

Jongemannenpresidium van de ring

Het ringpresidium roept een hogeraadslid als jongemannenpresident van de ring en stelt hem aan. De hogeraadsleden toegewezen aan de jongevrouwen en het jeugdwerk kunnen als zijn raadgevers fungeren en als zodanig geroepen en aangesteld worden.

In een grote ring mag het ringpresidium twee andere Melchizedeks-priesterschapsdragers uit de ring als raadgevers overwegen. Er kan ook een priesterschapsdrager als secretaris worden geroepen (zie 6.7.3). De jongemannenpresident van de ring draagt de te roepen broeders voor. Voor richtlijnen zie 30.1.1 en 30.1.5. De raadgevers en secretaris worden door een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid geroepen en aangesteld.

Het jongemannenpresidium van de ring heeft de volgende taken:

  • Zij hebben zitting in de ringraad (alleen de president, tenzij zijn raadgevers hogeraadslid zijn). Zij bevorderen het geloof en de kracht van individuele personen en gezinnen in de ring.

  • Zij fungeren als vraagbaak voor bisschappen in hun taken voor de Aäronische priesterschap. Zij leggen, op aanwijzing van de ringpresident, bijvoorbeeld hun plichten voor Aäronische-priesterschapsquorums uit.

  • Zij plegen geregeld overleg in hun eigen presidiumvergaderingen. Zij overleggen geregeld met het lid van het ringpresidium dat toeziet op hun werkzaamheden.

  • Zij hebben zitting in het ringcomité leidinggevenden van jongeren (zie 29.3.10). Een eventuele secretaris wordt ook uitgenodigd.

  • Zij plannen en coördineren op aanwijzing van het ringpresidium ringactiviteiten en kampen voor de Aäronische priesterschap.

  • Zij spreken, op verzoek van het ringpresidium, in avondmaalsdiensten en bij andere gelegenheden.

  • Zij wonen, op uitnodiging van de gebiedszeventiger, coördinerende raadsvergaderingen bij (zie 29.4).

Het jongemannenpresidium van de ring houdt geen leidersvergadering op ringniveau. Instructies aan leiders met betrekking tot Aäronische-priesterschapsquorums worden in priesterschapsleidersvergaderingen van de ring gegeven (zie 29.3.3).

6.7.3

Afbeelding
pictogram, richtlijnen voor aanpassing
Secretarissen en secretaresses van ringorganisaties

Secretarissen en secretaresses van ringorganisaties worden doorgaans alleen in grote ringen geroepen. Een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid roept ze en stelt ze aan. Op aanwijzing van de president(e) van de betreffende ringorganisatie hebben ze mogelijk de volgende taken:

  • Zij stellen een agenda op voor presidiumvergaderingen.

  • Zij houden in presidiumvergaderingen notulen en een actielijst bij.

  • Zij houden ook andere documenten bij en maken rapporten op verzoek van het presidium.

  • Zij helpen het presidium bij het opstellen van het jaarlijkse budget voor hun organisatie. Zij houden de uitgaven bij.

  • Zij trainen op aanwijzing secretarissen en secretaresses van organisaties op wijkniveau. Die training kan instructie over het bijhouden en rapporteren van de presentie omvatten.

6.8

Afbeelding
pictogram, facultatief materiaal
Deskundigen van de ring

Het ringpresidium mag naar behoefte deskundigen roepen en aanstellen op het gebied van bijvoorbeeld:

  • Muziek (zie 19.5.3)

  • Welzijn en zelfredzaamheid (zie 22.9.4)