Handboeken en roepingen
20. Activiteiten


‘20. Activiteiten’, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2020).

‘20. Activiteiten’, Algemeen handboek.

Afbeelding
jongevrouw met waterspuit

20.

Activiteiten

20.1

Doelen

Kerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als ‘medeburgers van de heiligen’ samen (Efeze 2:19). Activiteiten hebben onder meer tot doel:

  • Geloof in Jezus Christus opbouwen.

  • Voor plezier zorgen en de eenheid bevorderen.

  • Gelegenheden tot persoonlijke groei bieden.

  • Personen en gezinnen sterken.

  • Deelname van de leden aan Gods werk van heil en verhoging stimuleren (zie 1.2).

Enkele voorbeelden van kerkactiviteiten:

  • Dienstverlening die anderen tot zegen is en de banden in de gemeenschap bevordert.

  • Zendingswerk, tempelwerk en familiehistorisch werk.

  • Gelegenheden om zelfredzaamheid en leidersvaardigheden te ontwikkelen.

  • Onderwijs en opleiding.

  • Buitenactiviteiten.

  • Gelegenheden om talenten en waardering voor kunst en cultuur te ontwikkelen.

  • Sport en fitness.

  • Viering van bijzondere gelegenheden, zoals feestdagen, of kerkelijke of plaatselijke historische gebeurtenissen.

In dit handboek slaat de term kerkactiviteit op een activiteit die door een unit, quorum of organisatie van de kerk wordt georganiseerd.

20.2

Activiteiten plannen

Voordat een activiteit wordt gepland, overwegen de leidinggevenden de geestelijke en materiële behoeften van de leden. Zij verlaten zich op de leiding van de Geest om te bepalen welke activiteit in die behoeften zal voorzien.

20.2.1

Verantwoordelijkheid voor de planning van activiteiten

Zie 20.3 voor informatie over het plannen van activiteiten voor een ring of voor meerdere ringen.

Wijkactiviteiten zijn naar behoefte op de volgende manieren te plannen:

  • De wijkraad ziet toe op de planning.

  • De wijkraad wijst het plannen van een of meer activiteiten aan bepaalde organisaties toe.

  • Zo nodig en als er genoeg leden zijn, organiseert de bisschap een activiteitencomité van de wijk. Jongeren kunnen als comitéleden worden geroepen. Dit comité werkt op aanwijzing van de wijkraad. De wijkraad wijst een van de raadsleden aan om regelmatig contact met het activiteitencomité te houden.

Zie 10.2.1.3 en 11.2.1.3 voor informatie over de planning van jeugdactiviteiten.

20.2.2

Allen uitnodigen om deel te nemen

Bij de planning van een activiteit heeft men oog voor iedereen, met bijzondere aandacht voor nieuwe leden, minderactieve leden, jongeren, alleenstaanden, mensen met een handicap en mensen met een andere geloofsopvatting. Wie plannen maken, houden rekening met eventuele lichamelijke beperkingen van de deelnemers. Ze zijn zich ook bewust van verschillen in taal en cultuur.

Wie activiteiten plannen, zoeken manieren om de deelnemers erbij te betrekken. Ze kunnen leden en anderen bijvoorbeeld vragen om voor de activiteit hun vaardigheden en talenten in te zetten.

Hoewel bijeenkomen voor activiteiten een zegen kan zijn, moeten de leden zich niet verplicht voelen om elke activiteit bij te wonen. Activiteiten mogen geen al te grote last voor de leidinggevenden en leden vormen.

20.2.3

Normen

Kerkactiviteiten dienen opbouwend te zijn en zich te richten op wat ‘deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig is’ (Geloofsartikelen 1:13). Activiteiten mogen in geen enkel opzicht in strijd met de leringen van de kerk zijn. De activiteiten bevatten geen media of ander amusement waardoor ongepaste zaken als aanvaardbaar worden voorgesteld.

Middelen die tegen het woord van wijsheid indruisen, zijn niet toegestaan bij activiteiten of op terreinen van de kerk. Mensen die onder invloed van alcohol of drugs zijn, worden niet tot activiteiten van de kerk toegelaten. In een dergelijke situatie grijpen leidinggevenden liefdevol in.

20.2.4

Evenwicht en verscheidenheid

Leidinggevenden zorgen voor evenwicht in de geplande activiteiten, waaronder dienstverlening, cultuur en kunst, en lichamelijke activiteiten (zie 20.1). De leden moeten kunnen deelnemen aan activiteiten die bij hun interesses aansluiten. Ze steunen daarnaast ook anderen in hun interesses.

De volgende paragrafen bevatten voorbeelden van goede activiteiten.

20.2.4.1

Dienstverlening

Dienstverleningsactiviteiten bieden gelegenheden om liefde aan anderen te tonen, vreugde te beleven aan hulpbetoon en iets voor de gemeenschap te betekenen.

Denk bij dergelijke activiteiten bijvoorbeeld aan het bezoeken van zieke of eenzame mensen, het opknappen van kerkgebouwen en -terreinen, en deelname aan projecten in de gemeenschap. Waar dit beschikbaar is, staan er op JustServe.org suggesties voor dienstverleningsprojecten.

Bij dienstverleningsactiviteiten gelden de veiligheidsrichtlijnen in 20.7.6.1.

20.2.4.2

Cultuur en kunst

Activiteiten op het gebied van cultuur en kunst bieden leden de mogelijkheid om hun talenten te ontwikkelen en in te zetten. Ook nodigen ze tot creativiteit, vertrouwen en samenwerking uit. De activiteiten zijn bijvoorbeeld tentoonstellingen op het gebied van kunst en handvaardigheid, talentenshows, of dans-, muziek- en toneeluitvoeringen. Ze kunnen ook in het teken staan van culturele vieringen, feestdagen, of plaatselijke of algemene kerkhistorische gebeurtenissen.

Afbeelding
vrouw naait

20.2.4.3

Ontspanning, gezondheid, fitness en sport

De leden worden als individu, gezin en als kerkgroep aangemoedigd om deel te nemen aan activiteiten die hun gezondheid en fitheid ten goede komen. Sommige recreatieve activiteiten van de kerk worden zo gepland dat ze geschikt zijn voor het hele gezin.

Zie 20.5.9 voor informatie over sportactiviteiten.

20.2.5

Activiteiten agenderen

Kerkactiviteiten moeten zo ruim mogelijk van tevoren gepland worden. Leidinggevenden houden ouders op de hoogte van de activiteiten voor kinderen en jongeren.

De activiteiten worden op een redelijk tijdstip gehouden. Ze eindigen vroeg genoeg zodat de deelnemers veilig naar huis kunnen reizen.

Als een activiteit in een kerkgebouw of ander gebouw van de kerk wordt gehouden, moet het gebouw vooraf worden gereserveerd om conflicten met andere activiteiten of bijeenkomsten te voorkomen.

De maandagavond is voorbehouden aan activiteiten binnen het gezin (zie 20.5.3).

20.2.6

Bekostiging van activiteiten

De meeste activiteiten moeten eenvoudig zijn en niets of weinig kosten. Alle uitgaven moeten vooraf door de bisschap of het ringpresidium worden goedgekeurd.

De leden betalen doorgaans niet voor deelname aan activiteiten. Zie 20.6 voor beleidsregels en richtlijnen inzake de bekostiging van activiteiten.

20.3

Activiteiten van een ring, meerdere ringen of het gebied

20.3.1

Algemene richtlijnen

De meeste kerkactiviteiten vinden op wijkniveau plaats. Leidinggevenden worden ook aangemoedigd om periodieke activiteiten van de ring of van meerdere ringen te houden als die activiteiten de doelen in 20.1 bevorderen.

Activiteiten van de ring of van meerdere ringen zijn vooral waardevol voor jongeren, alleenstaanden en vrouwen, vooral in gebieden met maar weinig leden. Goed geplande activiteiten van de ring of van meerdere ringen geven leden kans op een bredere vriendenkring. Leidinggevenden stellen de behoeften van wie onder hen vallen vast en gaan vervolgens na of dergelijke activiteiten aan die behoeften tegemoetkomen. Daarna stellen deze leidinggevenden activiteiten aan het ringpresidium voor.

20.3.2

Ringactiviteiten

Het jongemannen-, jongevrouwen-, ZHV- en jeugdwerkpresidium van de ring zetten de planning van ringactiviteiten voor hun organisatie in gang.

Het jonge-alleenstaandencomité van de ring zet de planning van ringactiviteiten voor de jonge alleenstaanden in gang.

Als de ring een alleenstaandencomité heeft, zetten de comitéleden de planning van activiteiten voor de alleenstaanden in gang.

Als er een activiteitencomité van de ring is, kunnen de leden daarvan ringactiviteiten plannen. Zij fungeren ook als vraagbaak voor de ringorganisaties bij de planning van hun activiteiten (zie 20.3.2.1).

Alle ringactiviteiten vereisen de goedkeuring van het ringpresidium. Ze worden gecoördineerd in de ringraad.

De ringleiding stelt de leidinggevenden op wijkniveau ruim op tijd op de hoogte van ringactiviteiten. Men ziet er tevens op toe dat de ringactiviteiten de wijkactiviteiten aanvullen en er niet mee concurreren.

20.3.2.1

Activiteitencomité van de ring

Het ringpresidium roept desgewenst een activiteitencomité van de ring in het leven dat de ringraad helpt bij de planning van ringactiviteiten. Het activiteitencomité van de ring bestaat uit een voorzitter (een hogeraadslid) en comitéleden (zie 20.3.2.2 en 20.3.2.3). Het ringpresidium vraagt eventueel andere leden om met het plannen van een of meer activiteiten te helpen.

20.3.2.2

Voorzitter activiteitencomité van de ring

Als het ringpresidium een activiteitencomité van de ring wil vormen, wijst het een hogeraadslid aan als comitévoorzitter. Mogelijke taken:

  • Activiteitenkalender op ringniveau bijhouden.

  • Toezicht houden op de planning van ringactiviteiten door comitéleden.

  • Vóór het begin van het jaar aan het ringpresidium een gespecificeerd budget voor de ringactiviteiten indienen. In dat budget komen geen activiteiten voor de afzonderlijke ringorganisaties voor.

  • Vraagbaak zijn voor de leidinggevenden van de ringorganisaties bij de planning van hun activiteiten.

20.3.2.3

Leden activiteitencomité van de ring

Een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid kan leden roepen om deel van het activiteitencomité van de ring uit te maken. Zij zijn onder leiding van de comitévoorzitter werkzaam. De comitéleden helpen bij de planning en organisatie van activiteiten in de ring.

20.3.3

Activiteiten van meerdere ringen of van het gebied

In gebieden met maar weinig jongeren houden leidinggevenden periodiek jeugdactiviteiten voor meerdere ringen. Jongeren hebben immers baat bij de omgang met anderen in grotere groepen. Gebiedsactiviteiten voor jongeren zijn nu en dan ook mogelijk.

Als het samenkomen van jonge alleenstaanden niet al te veel tijd of geld kost, worden er geregeld activiteiten van meerdere ringen voor die doelgroep gehouden. Gebiedsactiviteiten voor jonge alleenstaanden zijn nu en dan ook mogelijk.

Zie 14.2.1.3 voor informatie over activiteiten van meerdere ringen voor alleenstaande leden.

Activiteiten van meerdere ringen moeten eenvoudig en gevarieerd zijn.

Als ringpresidenten van mening zijn dat een activiteit van meerdere ringen de leden van hun ringen ten goede zou komen, kunnen zij het gebiedspresidium om toestemming vragen. Voordat een activiteit van meerdere ringen wordt voorgesteld, bepalen de ringpresidenten of dat de beste manier is om in de vastgestelde behoeften te voorzien. De ringpresidenten letten op de kosten, de tijd en de afstanden die met de activiteit gemoeid zijn. Daarnaast letten ze op de veiligheid (zie 20.7.6).

Vergaderingen om de planning van activiteiten van meerdere ringen te coördineren, kunnen vóór of na een vergadering van de gebiedsraad en de coördinerende raad plaatsvinden (zie 5.2.3 en 5.2.4). Andere leidinggevenden – onder wie ZHV-presidentes, jongemannenpresidenten en jongevrouwenpresidentes van de deelnemende ringen – kunnen naar behoefte ook uitgenodigd worden.

Het gebiedspresidium mag een ringpresident of gebiedszeventiger aanwijzen als voorzitter van comités die activiteiten van meerdere ringen of van het gebied plannen en uitvoeren. Ringpresidiums mogen leden van hun ring roepen om zitting in die comités te nemen.

De meeste activiteiten voor meerdere ringen worden bekostigd uit het budget van de deelnemende ringen. Gebiedsactiviteiten kunnen, na goedkeuring, uit het budget van het gebied of de hoofdzetel van de kerk bekostigd worden.

20.3.4

Voldoen aan het kerkbeleid inzake reizen

Activiteiten van de ring, van meerdere ringen of van het gebied moeten voldoen aan het kerkbeleid inzake reizen (zie 20.7.7). Reizen voor FSY-conferenties moeten voldoen aan het kerkbeleid inzake reizen, tenzij een FSY-bestuurder de plaatselijke leidinggevenden andere instructies geeft.

Afbeelding
mensen in gesprek

20.4

Jeugdconferentie

Te beginnen in januari van het jaar dat ze 14 jaar worden, mogen jongemannen en jongevrouwen samen aan een jeugdconferentie deelnemen. Jeugdconferenties vinden doorgaans elk jaar plaats op wijk- of ringniveau. Ze kunnen ook voor meerdere ringen of voor het gebied gehouden worden. In een jaar dat jongeren aan een FSY-conferentie deel zullen nemen, houden de ringen en wijken geen jeugdconferenties.

Jeugdconferenties beogen het volgende bij de jongeren:

  • Geloof in Jezus Christus opbouwen.

  • Getuigenissen versterken.

  • Talenten ontwikkelen.

  • Nieuwe vriendschappen sluiten.

  • Plezier maken met jongeren die dezelfde normen en waarden hebben.

Ook kan de jeugd leidersvaardigheden leren door betrokken te worden bij de organisatie van de jeugdconferentie.

Jeugdconferenties op wijkniveau worden onder toezicht van de bisschap door de jongerenwijkraad voorbereid en uitgevoerd (zie 29.2.6). De bisschap legt de plannen voor een jeugdconferentie op wijkniveau eerst ter goedkeuring voor aan het ringpresidium.

Jeugdconferenties op ringniveau worden door het ringcomité leidinggevenden van jongeren voorbereid en uitgevoerd (zie 29.3.10). De jongeren moeten zoveel mogelijk betrokken worden bij de planning.

Jeugdconferenties worden uit het ring- of wijkbudget bekostigd. Er mag de leden niet om geld voor jeugdconferenties gevraagd worden (zie 20.6).

Leidinggevenden en jongeren volgen bij de planning van een jeugdconferentie het beleid in dit hoofdstuk en de volgende richtlijnen:

  • Kies een evangeliethema, zoals een Schrifttekst, dat de jeugd inspireert en hun de doelstellingen van de conferentie duidelijk maakt. Het jaarlijkse jongerenthema van de kerk leent zich ook prima als thema voor de jeugdconferentie. De bisschap of het ringpresidium keurt het thema goed.

  • Plan activiteiten die bij het thema aansluiten.

  • Laat de bisschap of het ringpresidium alle sprekers en activiteiten goedkeuren. De sprekers dienen kerkleden te zijn die met de Geest onderwijzen. Zie 38.8.18 voor meer richtlijnen inzake sprekers.

  • Een gepland evenement voor de zondag moet gepast zijn voor de sabbat. Een getuigenisdienst, discussie met de bisschap en dergelijke bijeenkomsten zijn toegestaan. Er dient echter geen avondmaalsdienst te worden gehouden – noch het avondmaal te worden bediend – buiten de kerkgebouwen in de wijk of ring. Eventuele uitzonderingen gelden alleen voor een door de kerk georganiseerde activiteit die door het gebiedspresidium is goedgekeurd. Groepen behoren niet op zondag van en naar een jeugdconferentie te reizen.

  • Let erop dat er te allen tijde sprake is van voldoende toezicht door volwassenen (zie 20.7.1).

  • Volg alle veiligheidsrichtlijnen in 20.7.6 op.

Volwassen leidinggevenden worden uitgenodigd om de conferentie zoveel mogelijk bij te wonen. Dat geldt onder andere voor leden van de bisschap of het ringpresidium, het jongevrouwenpresidium van de wijk of ring, en het jongemannenpresidium van de ring. Daarnaast kunnen de jongevrouwenadviseuses en jongemannenadviseurs van de wijk uitgenodigd worden.

20.5

Beleid en richtlijnen inzake de keuze en planning van activiteiten

Leidinggevenden zien erop toe dat de volgende beleidsregels en richtlijnen inzake de keuze en planning van kerkactiviteiten in acht worden genomen.

20.5.1

Commerciële of politieke activiteiten

Activiteiten met een commercieel of politiek oogmerk zijn niet toegestaan (zie 35.5.6.1 en 35.5.6.3).

20.5.2

Dansavonden en muziek

Op alle dansavonden behoren kleding, haarstijl, verlichting, dansstijl, teksten en muziek bij te dragen aan een sfeer waarin de Geest van de Heer aanwezig kan zijn (zie het boekje Voor de kracht van de jeugd).

De leidinggevenden gebruiken het formulier Uitvoeringscontract als er een band, orkest of diskjockey wordt ingehuurd. Dat contract draagt ertoe bij dat het gedrag en de muziek aan de normen van de kerk voldoen. Leidinggevenden maken duidelijke, schriftelijke afspraken met de personen die de muziek verzorgen, zodat zij zich tijdens kerkactiviteiten aan de normen van de kerk zullen houden.

20.5.3

Maandagavond

De leden worden aangemoedigd om op maandag of een andere dag gezinsactiviteiten te doen. Na zes uur ’s avonds worden er op maandag geen kerkactiviteiten, kerkvergaderingen of doopdiensten gehouden.

Leidinggevenden zien erop toe dat de kerkgebouwen en andere faciliteiten van de kerk op maandagavond gesloten zijn. Recepties en soortgelijke activiteiten in gebouwen van de kerk vinden niet op maandagavond plaats.

Wijken voor jonge alleenstaanden of alleenstaanden mogen als uitzondering activiteiten op maandagavond houden, ook in een kerkgebouw. Er kan ook een uitzondering worden gemaakt als oudejaarsavond op maandag valt (zie 20.5.4).

20.5.4

Oudejaarsactiviteiten

Als een wijk of ring een oudejaarsactiviteit plant, en oudejaarsavond op zaterdag, zondag of maandag valt, houden de leidinggevenden zich aan de volgende richtlijnen.

Zaterdag. De ringpresident verzet de vastendag eventueel naar een andere zondag. De activiteit mag na middernacht eindigen. Ze eindigen echter niet veel later, zodat de deelnemers de zondagsdienst kunnen bijwonen.

Zondag. Kerkactiviteiten mogen op zaterdag 30 december worden gehouden. De richtlijnen in de voorgaande alinea zijn van toepassing. Gezinnen worden eventueel aangemoedigd om oudejaarsavond thuis te vieren. De activiteiten moeten gepast zijn voor de sabbat.

Maandag. De ringpresident of de bisschop mag toestemming geven voor het gebruik van het kerkgebouw op de maandagavond.

20.5.5

Activiteiten met overnachtingen

Toestemming van ouders of voogden is vereist voor alle kerkactiviteiten met overnachtingen waarbij jongeren betrokken zijn (zie 20.7.4).

Kerkactiviteiten met overnachtingen voor gecombineerde groepen jongemannen en jongevrouwen moeten door de bisschop en ringpresident goedgekeurd worden. Dat geldt ook voor activiteiten voor alleenstaande mannen en vrouwen. Dergelijke activiteiten dienen evenwel beperkt te blijven. Denk bijvoorbeeld aan jeugdconferenties, FSY-conferenties of tempelbezoeken waarbij lange afstanden afgelegd moeten worden.

Mannen en vrouwen (deelnemers en leidinggevenden) slapen gescheiden. Een echtpaar mag evenwel dezelfde kamer of tent delen. Elke jongere dient zijn of haar eigen bed of slaapzak te hebben.

Als vuistregel geldt dat een jongere niet in dezelfde tent of kamer als een volwassene verblijft, tenzij de volwassene zijn of haar ouder of voogd(es) is. Een uitzondering is mogelijk als er minstens twee volwassenen in de tent of kamer zijn van hetzelfde geslacht als de jongere.

Als volwassen leidinggevenden en jongeren in hetzelfde verblijf overnachten, bijvoorbeeld in een blokhut, moeten er minstens twee volwassenen van hetzelfde geslacht als de jongeren in elk verblijf zijn.

Bij alle kerkactiviteiten met overnachtingen zijn minstens twee volwassen leidinggevenden aanwezig.

Bij activiteiten met overnachtingen moeten er voor de nodige steun en bescherming te allen tijde voldoende volwassen priesterschapsdragers aanwezig zijn. In het geval van jongevrouwenactiviteiten overnachten de priesterschapsdragers niet in hetzelfde verblijf als de jongevrouwen.

Leidinggevenden vullen een formulier Evenements- en activiteitsplan in voor alle activiteiten met overnachtingen.

Activiteiten met overnachtingen in een kerkgebouw of op het terrein van een kerkgebouw zijn niet toegestaan.

Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

20.5.6

De Godheid uitbeelden

Het is niet toegestaan de rol van God de Vader en die van de Heilige Geest te spelen in bijeenkomsten, toneelstukken of musicals.

Als de Heiland wordt gespeeld, moet dat met eerbied en waardigheid gedaan worden. Alleen mannen met een onkreukbaar karakter mogen de rol spelen. Wie de rol van de Heiland speelt, behoort niet te zingen of te dansen. Hij beperkt zich bij het spreken tot directe aanhalingen van Schriftteksten die door de Heiland zijn uitgesproken. Hij trekt na de voorstelling direct zijn gewone kleding aan.

De Heiland mag niet gespeeld worden door kinderen, tenzij dat in een kerstspel gebeurt.

20.5.7

Gebeden en devotionals bij activiteiten

Alle activiteiten worden geopend en, zo mogelijk, gesloten met gebed. Een lofzang, een opbouwende gedachte, of een korte boodschap van een leidinggevende of deelnemer is ook mogelijk.

20.5.8

Sabbatheiliging

Er dienen geen kampen, sportactiviteiten of recreatieve activiteiten onder auspiciën van de kerk op zondag plaats te vinden. Jeugdgroepen en anderen behoren niet op zondag van en naar een kamp of een jeugdconferentie te reizen.

Bij uitzondering mogen sommige jongerenactiviteiten in het kader van de veiligheid of forse reiskosten direct na de zondagse eredienst worden gepland. Die activiteiten vinden dan los van het zondagse kerkschema plaats. Ze dienen in de geest van de sabbat te verlopen. Toestemming van de bisschop en ringpresident is vereist.

20.5.9

Sport

Sportactiviteiten van de kerk bieden de mogelijkheid tot lichamelijke inspanning en sociale omgang. Meedoen, sportiviteit en vaardigheidsontwikkeling staan centraal. Als de activiteit concurrerend van aard is, doet men er alles aan om twist te mijden. Alle teamleden komen ongeacht hun vaardigheid geregeld aan spelen toe.

Het ringpresidium houdt toezicht op de sportactiviteiten van de kerk binnen de ring. Zij stellen ook richtlijnen op inzake (1) de leeftijd waarop men kan deelnemen aan sportactiviteiten van de kerk, en (2) wie als deelnemer in aanmerking komt. Die richtlijnen moeten vóór het begin van het seizoen worden opgesteld.

Bij sportactiviteiten van meerdere ringen houdt het gebiedspresidium of een aangewezen gebiedszeventiger daar toezicht op. Die activiteiten worden georganiseerd door sportdeskundigen die geroepen zijn door de ringpresident-beheerder, die daartoe door het gebiedspresidium is aangewezen. Voor sporttoernooien voor het hele gebied wordt geen toestemming gegeven.

De deelnemers aan sportactiviteiten van de kerk hoeven geen lid van de kerk te zijn. Wel moeten ze binnen de grenzen van de unit wonen en zich tijdens de activiteiten aan de normen en richtlijnen van de kerk houden.

Eventuele tenues moeten eenvoudig, goedkoop, en gepast voor de activiteit zijn. Gekleurde T-shirts of polo’s zijn doorgaans voldoende. De tenues worden uit het budget van de ring of de wijk betaald.

Uitreiking van medailles of trofeeën wordt afgeraden.

Afbeelding
mannen voetballen

20.5.10

Tempelbezoek

Tempelbezoeken worden op wijk- en ringniveau binnen het desbetreffende tempeldistrict georganiseerd.

Georganiseerde reizen van wijken en ringen naar tempels buiten het eigen tempeldistrict worden ontraden. Dergelijke bezoeken vereisen de goedkeuring van het ringpresidium. Tempelbezoeken met overnachting vereisen eveneens de goedkeuring van het ringpresidium.

Tempelbezoeken moeten voldoen aan het beleid inzake reizen in 20.7.7. Tempelbezoeken met overnachting moeten tevens voldoen aan het beleid in 20.5.5.

20.5.11

Niet-toegestane activiteiten

Kerkunits mogen geen activiteiten organiseren die niet in overeenstemming zijn met de richtlijnen in dit hoofdstuk. Bijvoorbeeld:

  • Activiteiten die een gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren (zie 20.7.6).

  • Activiteiten die hoge kosten of verre reizen met zich meebrengen (zie 20.7.7).

  • Oefenprogramma’s met muziek, teksten, kleding of andere elementen die niet stroken met de normen van de kerk.

Als een bisschop vragen heeft over de gepastheid van een activiteit, legt hij die aan de ringpresident voor. Ringpresidenten richten hun vragen aan het gebiedspresidium.

20.6

Beleid en richtlijnen inzake de bekostiging van activiteiten

Leidinggevenden zien erop toe dat de volgende beleidsregels en richtlijnen inzake de bekostiging van alle kerkactiviteiten in acht worden genomen.

20.6.1

Activiteiten bekostigd uit wijk- of ringbudget

De budgettoelages van wijk of ring worden gebruikt om alle activiteiten te betalen – mogelijke uitzonderingen in 20.6.2 daargelaten.

Er mag van leden niet verlangd worden dat ze voor materiaal en benodigdheden zorgen, huur- of toegangsprijzen betalen, of op eigen kosten lange afstanden afleggen. Leden mogen wel voor eten zorgen, als dat geen last voor ze vormt.

20.6.2

Bekostiging van jongerenkampen

Als de wijk of ring niet voldoende geld heeft voor de bekostiging van de volgende activiteiten, mogen leidinggevenden de deelnemers vragen de kosten deels of geheel te betalen:

  • Eén jaarlijks meerdaags AP-kamp of een soortgelijke activiteit.

  • Eén jaarlijks meerdaags jongevrouwenkamp of een soortgelijke activiteit.

De kosten of reisafstanden voor een jaarlijks kamp of soortgelijke activiteit mogen niet overmatig zijn. Geldgebrek mag geen enkel lid van deelname weerhouden.

Als het geld uit het wijk- en ringbudget en van de deelnemers zelf niet voldoende is voor kampen, kan de bisschop toestemming geven voor één geldinzamelingsactie per jaar. Die actie moet aan de richtlijnen in 20.6.5 voldoen.

Zie 14.2.1.3 voor informatie over de bekostiging van grote evenementen van meerdere ringen of van het gebied voor jonge alleenstaanden.

20.6.3

Bekostiging van FSY-conferenties

Jongeren wordt mogelijk om een bijdrage gevraagd voor deelname aan FSY-conferenties. Als de kosten een jongere van deelname zouden weerhouden, kan de bisschop deze bijdrage geheel of gedeeltelijk uit het wijkbudget betalen. Zie FSY.ChurchofJesusChrist.org.

20.6.4

Bekostiging van uitrusting en benodigdheden

Zo mogelijk worden de uitrusting en benodigdheden voor de jaarlijkse jongerenkampen uit het wijkbudget bekostigd. Als er niet voldoende geld is, mag de bisschop toestemming geven voor één geldinzamelingsactie van de wijk per jaar. Die activiteit moet aan de richtlijnen in 20.6.5 voldoen.

De uitrusting en benodigdheden die met geld uit het wijkbudget of door een inzamelingsactie zijn aangeschaft, zijn alleen bedoeld voor kerkelijk gebruik. Ze mogen niet voor individuele doeleinden worden gebruikt.

20.6.5

Geldinzamelingen

De kosten van ring- en wijkactiviteiten worden doorgaans uit het budget betaald. Een ringpresident of bisschop mag echter, uitsluitend voor de volgende doeleinden, toestemming geven voor één geldinzameling per jaar:

  • De bekostiging van de genoemde activiteiten in 20.6.2 en 20.6.3.

  • De aanschaf van de benodigde uitrusting van de unit voor het jaarlijkse kamp overeenkomstig 20.6.4.

Een geldinzameling moet altijd een zinvolle meerwaarde of dienst leveren.

Leidinggevenden zien erop toe dat het ingezamelde geld eerlijk wordt verdeeld. Het budget voor de Aäronische-priesterschapsquorums is gebaseerd op het aantal jongemannen in de wijk. Het budget voor de jongevrouwen is gebaseerd op het aantal jongevrouwen in de wijk.

Bijdragen aan een geldinzamelingsactie is op vrijwillige basis. Leidinggevenden zien erop toe dat de leden zich niet verplicht voelen om bij te dragen.

Units die een geldinzameling houden, geven daar buiten de unitgrenzen geen ruchtbaarheid aan. Ook verkopen ze producten of diensten niet aan de deur.

Voorbeelden van geldinzamelingsacties die niet zijn toegestaan:

  • Activiteiten waarvoor men belastingplichtig is.

  • Activiteiten waarvoor men anderen, vast of op contractbasis, in dienst neemt.

  • Optredens waarbij de ring of wijk artiesten betaalt voor hun diensten.

  • De verkoop van producten of diensten van een commercieel bedrijf.

  • Kansspelen, zoals loterijen en bingo.

  • Activiteiten die onveilig zijn.

Uitzonderingen op deze richtlijnen moeten worden goedgekeurd door het gebiedspresidium.

20.7

Veiligheidsbeleid en -richtlijnen inzake activiteiten

Leidinggevenden zien erop toe dat de volgende beleidsregels en richtlijnen inzake de veiligheid voor alle kerkactiviteiten in acht worden genomen.

20.7.1

Toezicht door volwassenen

Bij alle kerkactiviteiten waaraan kinderen en jongeren deelnemen, moeten minstens twee volwassenen aanwezig zijn. Extra volwassenen kunnen nodig zijn, afhankelijk van de omvang van de groep, de vereiste vaardigheden voor de activiteit of andere factoren. De ouders worden aangemoedigd om te helpen.

Allen die met kinderen en jongeren werken, moeten de cursus Kinderen en jongeren beschermen voltooien. Zie ProtectingChildren.ChurchofJesusChrist.org.

20.7.2

Leeftijdseisen voor deelnemers aan jongerenactiviteiten

Jongeren mogen met toestemming van hun ouders vanaf januari van het jaar waarin ze 12 worden aan kampen met overnachting deelnemen. Vanaf januari van het jaar waarin ze 14 worden, mogen ze dansavonden, jeugdconferenties en FSY-conferenties bijwonen.

20.7.3

Verzekeringen

20.7.3.1

Autoverzekering

Zie 20.7.7.

20.7.3.2

Ongevallen- en ziektekostenverzekering

In veel delen van de wereld kan men zelf, of via de werkgever of de overheid een ongevallen- en ziektekostenverzekering afsluiten. Leden met een dergelijke verzekering doen een beroep op alle beschikbare polisdekkingen als ze tijdens een kerkactiviteit letsel oplopen, voordat ze op het verzekeringsplan van de kerk willen terugvallen (zie 20.7.3.4).

20.7.3.3

Aansprakelijkheidsverzekering

De kerk adviseert leden en leidinggevenden die toezicht houden op kerkactiviteiten zichzelf te beschermen door zo mogelijk een aansprakelijkheidsverzekering met een redelijke dekking af te sluiten. Een dergelijke verzekering kan bij een verzekeringsmaatschappij worden afgesloten. Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

20.7.3.4

Medische-hulpplan bij kerkactiviteiten

In de Verenigde Staten en Canada keert het Medische-hulpplan (CAMA) van de kerk bij letsel tijdens deelname aan kerkactiviteiten bijkomende medische en tandheelkundige kosten uit. Zo nodig wordt ook in uitvaartgerelateerde hulp voorzien. Dit plan is bedoeld ter aanvulling, niet ter vervanging, van iemands eigen ongevallen- en ziektekostenverzekering. Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

Als er zich een ongeval voordoet tijdens een kerkactiviteit, stellen de leidinggevenden vast of het Medische-hulpplan van de kerk ingeschakeld moet worden. Iedere leidinggevende kan een ongeval melden in het Global Incident Reporting-systeem op incidents.ChurchofJesusChrist.org. Als de leidinggevende aangeeft dat naar verwachting meer dan alleen eerste hulp nodig is, wordt de bisschop op de hoogte gesteld en ontvangt hij de informatie voor aanmelding. De bisschop gaat na of iemand medische kosten op andere manieren kan betalen, zoals een eigen verzekering of uit andere middelen. Hij mag aanspraak op het Medische-hulpplan goedkeuren als hij dat gepast vindt.

Zie het Church Activity Medical Assistance Handbook voor meer informatie. Dit handboek is verkrijgbaar via:

Deseret Mutual Benefit Administrators

P.O. Box 45530

Salt Lake City, UT 84145–0530, VS

Telefoon: +1 801 578 5650 of +1 800 777 1647

E-mail: churchactivity@dmba.com

Website: dmba.com/churchactivity

20.7.3.5

Verzekeringsbewijzen

De kerk wordt vaak in verband met activiteiten gevraagd naar een bewijs van verzekering. Die verzoeken vloeien voort uit huurovereenkomsten, contracten of vergunningen met betrekking tot activiteiten.

In de Verenigde Staten en Canada zijn voor leidinggevenden verzekeringsbewijzen beschikbaar op InsuranceCertificates.ChurchofJesusChrist.org. Buiten de Verenigde Staten en Canada nemen leidinggevenden contact op met het gebiedskantoor. In verzoeken moet het volgende vermeld staan:

  • Naam en adres van de organisatie die om een verzekeringsbewijs vraagt.

  • Een beschrijving en de locatie van het gebouw (bij huur).

  • De vereiste aansprakelijkheidslimieten.

  • Overige relevante informatie over de activiteit.

Leidinggevenden vragen het bewijs ruim op tijd aan, omdat de afhandeling enige tijd in beslag neemt.

20.7.4

Toestemming van ouders

Kinderen en jongeren mogen zonder de toestemming van hun ouders of voogden niet aan een kerkactiviteit deelnemen. Voor kerkactiviteiten met overnachting, verre reizen of hoger dan gewoon risico is schriftelijke toestemming noodzakelijk. Voor sommige activiteiten is wellicht extra planning nodig om risico’s te beperken. Veiligheid staat altijd voorop. Zie 20.7.6.1.

Ouders en voogden geven die toestemming door het formulier Toestemming en medische gegevens te ondertekenen. Wie de leiding heeft van de activiteit, krijgt van iedere deelnemer een ondertekend formulier.

20.7.5

Melding van misbruik en mishandeling

Elke vorm van misbruik of mishandeling die tijdens een kerkactiviteit plaatsvindt, dient aan de betreffende overheidsinstanties te worden gemeld. De bisschop wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld. Instructies voor leden staan in 38.6.2.7. Instructies voor bisschoppen staan in 38.6.2.1.

Zie 38.6.2.3 en 38.6.2.4 voor definities van misbruik en mishandeling.

20.7.6

Veiligheidsmaatregelen, hulp bij en melding van ongelukken

20.7.6.1

Veiligheidsmaatregelen

Leidinggevenden en deelnemers beoordelen de veiligheid van activiteiten zorgvuldig om de kans op letsel of ziekte zo klein mogelijk te maken. Bij activiteiten moet ook het risico op schade aan eigendommen zo klein mogelijk zijn. Gedurende activiteiten doen leidinggevenden er alles aan om de veiligheid te waarborgen. Door doeltreffend te plannen en veiligheidsmaatregelen te nemen, kunnen leidinggevenden de kans op ongelukken beperken.

Voor activiteiten zijn afdoende training en toezicht vereist. Ook moeten de activiteiten geschikt zijn voor de groep waarvoor ze bedoeld zijn (leeftijd, capaciteiten en mate van volwassenheid).

Leidinggevenden geven alle deelnemers de noodzakelijke veiligheidsinstructies voor de activiteit. Als activiteiten bepaalde lichamelijke vaardigheden of ervaring vereisen, kan het noodzakelijk zijn om een gespecialiseerde opleiding te volgen of een beroep op deskundigen te doen.

Leidinggevenden moeten voorbereid zijn op noodgevallen. Zij dienen van tevoren te weten hoe ze contact op moeten nemen met de plaatselijke politie en hulpdiensten. Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

Afbeelding
groep spit in de grond

20.7.6.2

Hulp bij ongelukken

Als er zich een ongeluk voordoet of letsel optreedt op een kerkterrein of tijdens een kerkactiviteit, nemen de leidinggevenden de volgende richtlijnen in acht, waar van toepassing:

  • Bied eerste hulp. Neem contact op met de spoedeisende hulp als er meer medische zorg nodig is. Neem ook contact op met een ouder, voogd(es) of ander naast familielid, en met de bisschop of ringpresident.

  • Als er iemand vermist wordt of overlijdt, verwittig dan onmiddellijk de plaatselijke politie. Bied uw volledige medewerking aan.

  • Zorg voor emotionele steun.

  • Raad juridische stappen niet aan of af. Doe geen toezeggingen namens de kerk.

  • Zorg voor en bewaar namen en gegevens van getuigen, verslagen van wat er is gebeurd en eventuele foto’s.

  • Meld het ongeluk (zie 20.7.6.3).

20.7.6.3

Melding van ongelukken

De volgende situaties moeten online worden gemeld op incidents.ChurchofJesusChrist.org. De bisschop, de ringpresident of het lid dat hij aanwijst en op de hoogte is van het ongeval, doet direct melding.

  • Er is sprake van een ongeluk of letsel op een kerkterrein of tijdens een kerkactiviteit.

  • Er raakt een deelnemer aan een kerkactiviteit vermist.

  • Er ontstaat tijdens een kerkactiviteit schade aan particulier, openbaar of kerkelijk eigendom.

  • Er wordt met juridische stappen gedreigd of rekening gehouden.

Als een voorval resulteert in ernstig letsel, een dodelijke afloop of vermissing van een persoon, neemt de ringpresident, bisschop of het lid dat hij aanwijst onmiddellijk een van de volgende stappen:

  • Als het een unit in de Verenigde Staten of Canada betreft, neemt hij eerst contact op met de onderafdeling Risicomanagement van de hoofdzetel van de kerk (+1 801 240 4049 of +1 800 453 3860, toestel 2-4049; na kantooruren of in het weekend belt hij +1 801 240 1000 of +1 800 453 3860; de telefonist[e] neemt dan onmiddellijk contact met iemand op). Hij neemt vervolgens contact op met het gebiedspresidium.

  • Buiten de Verenigde Staten en Canada verwittigt hij het gebiedskantoor.

De ringpresident of bisschop meldt ook opgelopen letsel en schade in gebouwen of op terreinen van de kerk aan de faciliteitenmanager.

Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

20.7.6.4

Verzekeringen en vragen

Als er letsel bij iemand optreedt tijdens een kerkevenement, stellen de leidinggevenden vast of het Medische-hulpplan van de kerk van toepassing is (zie 20.7.3.4).

In sommige gevallen heeft de ringpresident of bisschop wellicht vragen over veiligheidskwesties of schadeclaims tegen de kerk. De ringpresident (of een bisschop op zijn aanwijzing) legt deze vragen voor aan de onderafdeling Risicomanagement of het gebiedskantoor.

20.7.7

Reizen

Reizen voor kerkactiviteiten moeten door de bisschop of ringpresident worden goedgekeurd. Die reizen moeten geen al te grote last voor de leden vormen. Reizen over grote afstand om aan activiteiten mee te doen, wordt ontraden.

In sommige uitzonderlijke situaties is de ringpresident of bisschop wellicht van mening dat reizen over grote afstand voor een activiteit te rechtvaardigen is. Hij overweegt onder gebed de mogelijke voordelen van de activiteit, de kosten en de gevolgen voor gezinnen. Als hij zulke reizen goedkeurt, hoeven de leden de kosten ervan niet zelf te dragen.

De regels voor reizen en de richtlijnen in deze paragraaf dienen voor units in hetzelfde gebied of onder dezelfde coördinerende raad consequent te worden toegepast. Ringpresidenten mogen de regels inzake reizen in de vergaderingen van de coördinerende raad bespreken en vaststellen.

Leidinggevenden vullen een formulier Evenements- en activiteitsplan in voor activiteiten waarbij reizen over grote afstand een rol speelt.

Als de jeugd voor een kerkactiviteit over grote afstand moet reizen of als er sprake is van een overnachting, moeten ouders of voogden schriftelijk toestemming geven voor de deelname van hun kinderen (zie 20.7.4). Er moet worden voorzien in toezicht door verantwoordelijke volwassenen (zie 20.7.1).

Kerkgroepen maken zo mogelijk gebruik van het openbaar vervoer voor langeafstandsreizen. De vervoersbedrijven moeten wettelijk erkend zijn en een aansprakelijkheidsverzekering hebben.

Als er gebruik wordt gemaakt van privéauto’s, moet erop worden toegezien dat die in goede staat verkeren. Alle inzittenden maken gebruik van een veiligheidsgordel. De chauffeurs moeten verantwoordelijke volwassenen zijn met een rijbewijs. Alle auto’s en chauffeurs zijn minstens wettelijk aansprakelijk verzekerd. Er moeten voorbereidingen worden getroffen om te zorgen dat de chauffeurs waakzaam en alert blijven. Een volwassene moet zo mogelijk niet alleen met een jongere in een auto zitten, tenzij de jongere zijn of haar kind is.

Het is niet toegestaan dat kerkorganisaties auto’s of bussen voor groepsreizen bezitten of aanschaffen.

Een man en een vrouw moeten niet samen reizen om een kerkactiviteit of -bijeenkomst bij te wonen of om ergens een taak te vervullen, tenzij ze met elkaar zijn getrouwd of beiden alleenstaand zijn.

Zie voor meer informatie ‘FAQs—What Should I Do?’ op ChurchofJesusChrist.org.

20.8

Bestuurlijk beleid inzake activiteiten

Leidinggevenden zien erop toe dat de volgende bestuurlijke beleidsregels en richtlijnen voor alle kerkactiviteiten in acht worden genomen.

20.8.1

Auteursrechtelijk beschermd materiaal

Zie 38.8.11.

20.8.2

Huur van niet-kerkelijke accommodatie voor activiteiten

Als de gebouwen of terreinen van de kerk niet voldoen voor een activiteit van de ring of van meerdere ringen, mag er na goedkeuring van de ringpresident een niet-kerkelijke accommodatie gehuurd worden. Dergelijke verzoeken worden door de faciliteitenmanager van de kerk afgehandeld.

Vaak wordt er van de plaatselijke units verlangd dat zij in dat geval kunnen aantonen dat ze over een aansprakelijkheidsverzekering beschikken. Zie 20.7.3.5 voor informatie over verzekeringsbewijzen.

20.8.3

Belastbare activiteiten

De leiders zien erop toe dat activiteiten de belastingvrijdom van de kerk niet in gevaar brengen. Zie 34.8.1 voor nadere richtlijnen.