2021
Hoe de genade van de Heiland zowel op mij als op mijn gehandicapte familielid van toepassing is
Oktober 2021


Digitaal thema-artikel

Hoe de genade van de Heiland zowel op mij als op mijn gehandicapte familielid van toepassing is

De auteur woont in Utah (VS).

Opgroeien met een gehandicapte zus maakt het leven soms wel moeilijk, maar door alles wat gebeurd is, voel ik de Heiland meer nabij dan ooit.

Afbeelding
twee zussen bij een kerstboom

Foto welwillend ter beschikking gesteld door de auteur

Ik heb een goede vriendin. Ze heet Barbara. We houden van film kijken en daarbij meezingen. We gaan samen wandelen en kijken naar de bloemen bij de tempel. Elke avond lezen wij samen een verhaaltje over een prinses. Wanneer ik bij Barbara ben, kan ik mezelf zijn. Ze is niet alleen mijn beste vriendin, ze is ook mijn zus.

Barbara heeft hersenverlamming, een aandoening die haar zowel lichamelijk als mentaal beïnvloedt. Ze kan niet lopen en moet door een slangetje worden gevoed. Zij is dol op zingen maar heeft moeite om haar gevoelens, behoeftes en wensen in woorden uit te drukken. En hoewel Barbara 29 jaar is, heeft ze het mentale niveau van een kleuter.

Een grote verantwoordelijkheid

Ook al is Barbara vier jaar ouder dan ik, ik heb mij altijd de ‘grote zus’ gevoeld. Ons gezinsleven draait helemaal om haar. Zij is de zon en wij zijn de planeten die eromheen draaien. Terwijl de situatie soms ongelofelijke voordelen oplevert – we hoeven bijvoorbeeld niet in de rij te staan bij pretparken – is het soms wel afzien, bijvoorbeeld als we niet naar bepaalde activiteiten kunnen gaan of die bij ons thuis moeten organiseren. Iedere dag maken we een planning zodat er altijd iemand op Barbara past en in haar noden voorziet.

Om mijn ouders daarbij te helpen, werden mijn oudere broer en ik al vroeg volwassen. Wij moesten al tijdens onze jonge jaren de symptomen van Barbara’s toevallen leren herkennen. We leerden wat we dan moesten doen, hoe we haar sondevoeding moesten toedienen, haar luiers verschonen en haar medicijnen klaarleggen. Hoewel deze vroege volwassenheid mij een groter gevoel van zelfvertrouwen gaf, trok het een streep door mijn sociale leven.

Ik voelde mij zo anders dan anderen van mijn leeftijd. Zelfs wanneer ik uitgenodigd werd om met vrienden uit te gaan en mijn ouders mij aanmoedigden om erop in te gaan, had ik moeite om plezier te hebben omdat ik mij schuldig voelde dat mijn ouders thuis zo veel te doen hadden. Andere keren had ik moeite om plezier te hebben wanneer Barbara met haar gezondheid kampte. Meestal wilde ik eenvoudigweg een vriend, die naast mij ging zitten en naar mij luisterde.

Eenzaamheid overwinnen

Soms had ik het gevoel dat niemand begreep wat ik doormaakte. Maar een aantal dingen hielpen mij de eenzaamheid te verdrijven. Ik besloot contact te leggen met andere mensen, die misschien hetzelfde moesten doormaken. Als ik naar de kerk of naar activiteiten ging, dan probeerde ik diegenen die alleen zaten of er ongelukkig uitzagen erbij te betrekken. Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen zei het zo: ‘Er zullen wonderen gebeuren als we voor elkaar zorgen zoals Hij zou doen.’1 En ik zag werkelijk wonderen gebeuren. Ik voelde mij veel meer op mijn gemak tijdens activiteiten en voelde mij gelukkiger wanneer ik anderen met liefde benaderde.

Iets anders wat me vooruithielp, was het besef dat de Heiland mij werkelijk begreep. Ik besefte dat Hij precies wist wat ik doormaakte en dat Hij mij altijd nabij zou zijn. Ik deed beter mijn best om Hem door Schriftstudie en gebed te leren kennen. Tijdens mijn gebed verbeeldde ik me soms dat Hij en mijn hemelse Vader bij mij zaten en luisterden. Wanneer ik het moeilijk heb en me overweldigd voel omdat Barbara’s lot onrechtvaardig lijkt, denk ik eraan dat Christus mij zal helpen om vrede en gemoedsrust te vinden. Ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen legde dit perfect uit toen hij zei: ‘In onrechtvaardige situaties is het aan ons om erop te vertrouwen dat “alles wat onrechtvaardig is aan het leven, door de verzoening van Jezus Christus kan worden rechtgezet.”’2

Vertrouwen op de genade van de Heiland

Omgaan met een dierbare met een handicap vereist soms bovenmenselijke kracht. Dit beïnvloedt je hele leven: lichamelijk, mentaal, emotioneel, financieel en geestelijk. Al 29 jaar staan mijn ouders bijna iedere ochtend om 2.00 uur op om voor Barbara te zorgen. Wij gaan allemaal regelmatig naar de fitness zodat we sterk genoeg zijn om Barbara op te tillen. En allerlei andere verantwoordelijkheden vergen veel van ons allemaal.

Hoe is het mogelijk om dat alles op te brengen?

Dat kan je in één woord uitdrukken: genade.

Genade is de instaatstellende kracht en geestelijke genezing door middel van de barmhartigheid en liefde van Jezus Christus. […]

‘Gods genade helpt ons iedere dag. Zij geeft ons de kracht om goede werken te doen die wij op eigen kracht niet zouden kunnen volbrengen.’3

Wat ik het meeste koester in Barbara? Dankzij haar heb ik de liefde van de Heiland voor ons beter leren kennen. Als je bij Barbara bent, kun je niet anders dan zijn liefde voelen. Ondanks al haar moeilijkheden glimlacht ze altijd. Ze zingt en maakt ons aan het lachen. Er zijn echter ook dagen dat ik mij hulpeloos voel en er niets lijkt te bestaan wat haar op kan beuren. Maar door mijn ervaringen weet ik met zekerheid dat de Heiland begrijpt wat Barbara en ik doormaken. Een prachtig onderdeel van de instaatstellende kracht van de Heiland is dat we, ongeacht onze aardse beproevingen, niet alleen de kracht ontvangen om moeilijke dingen te overwinnen maar dat ook met vreugde doen.

Noten

  1. Gerrit W. Gong, ‘Plaats in de herberg’, Liahona, mei 2021, 27.

  2. Dale G. Renlund, ‘Onuitstaanbaar onrecht’, Liahona, mei 2021, 43.

  3. ‘Genade’, Trouw aan het geloof, 59–61.