2009
Het grote plan van onze God
Februari 2009


Het grote plan van onze God

Naar een toespraak gehouden tijdens een devotional aan de Brigham Young University op 30 oktober 2007.

Afbeelding
Elder L. Tom Perry

In de jachtige wereld van tegenwoordig laten te veel mensen te veel aan het toeval over, zonder zich met een goede planning gedegen voor te bereiden. Als ik studenten vraag wat hun hoofdvak is, antwoorden ze vaak: ‘Dat weet ik nog niet. Die beslissing heb ik nog niet genomen.’ Ik heb gezinnen en personen zich in de schulden zien steken, omdat zij geen goede begroting opstelden en dus meer uitgaven dan er binnenkwam. Anderen binden zich aan te veel hobby’s, cursussen, clubs en sporten. Hoewel deelname aan dergelijke organisaties zijn goede kanten heeft, kan dat snel een last worden als we nalaten te plannen. Door een gebrek aan planning verliezen we onze eeuwige bestemming uit het oog.

We vinden een uitstekend voorbeeld van planning in de Schriften. In Mozes 1:39 verklaart de Heer: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’ Zijn grote plan, dat het zoenoffer insluit, schenkt alle mensen onsterfelijkheid. Dankzij de gave en het gezag van het priesterschap zal het eeuwig leven, de grootste gave die God aan zijn kinderen kan geven (zie LV 14:7), ten deel vallen aan wie zijn plan wil volgen. In de Schriften wordt heel vaak naar zijn plan verwezen.

Een nadere blik op het plan door de eeuwen heen laat zien dat het beslist volledig en beginselvast is. De Heer heeft zijn kinderen in bepaalde tijdperken, bedelingen genaamd, zorgvuldig onderricht in het evangelieplan, periodes waarin ‘de Heer minstens één bevoegde dienstknecht op aarde heeft die de sleutels van het heilige priesterschap draagt. (…)

‘ Wanneer de Heer een bedeling inluidt, wordt het evangelie opnieuw geopenbaard, zodat de mensen van die bedeling niet zijn aangewezen op eerdere bedelingen voor kennis van het heilsplan.’1

Elke bedeling draagt een bijzondere les in zich die we kunnen opnemen in de plannen waarmee we ons op onze eeuwige bestemming voorbereiden.

De bedeling van Adam: op onze hemelse Vader lijken

In de eerste bedeling schiep God Adam en Eva, plaatste hen op aarde en liet hen vrij in hun keuzes (zie Mozes 3:17). Hun werd wel geboden niet van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad te eten. Deden ze dat toch, dan werden ze uit de hof van Eden gezet. Maar door van de vrucht te eten, zouden ze wel sterfelijk worden. Ze aten van de vrucht.

De val was geen ramp. Het was geen vergissing of ongeluk. Het was een doelbewust onderdeel van het heilsplan. Het gevolg van de val is dat we onderhevig zijn aan verleiding en ellende, de prijs om ware vreugde te kunnen begrijpen. Wie het bittere niet geproefd heeft, zal het zoete nooit smaken (zie 2 Nephi 2:15). De volgende stap in onze ontwikkeling om meer op onze Vader te lijken, maakte de discipline en zuivering van het sterfelijk leven noodzakelijk.

Wat leren we uit deze eerste bedeling? Wij stammen letterlijk af van onze hemelse Vader. Bij de geboorte ontvangen we een lichaam dat naar zijn beeld is geschapen (zie Genesis 1:27). Ons is beloofd dat we de verhoging ingaan en zoals Hem worden als we de noodzakelijke verordeningen ontvangen, de verbonden nakomen en Gods geboden onderhouden.

Ook leren wij als zoons en dochters van een eeuwige Vader, dat we door gebed met Hem kunnen communiceren en door inspiratie en openbaring antwoord krijgen. In ons levensplan behoort geregelde communicatie met onze Vader voor te komen.

De bedelingen van Henoch en Noach: rechtschapenheid boven goddeloosheid

De tweede bedeling staat bekend als die van Henoch, die ‘wandelde met God’ (Genesis 5:24). Hij vestigde de stad Zion, die een invloedrijk symbool van de rechtschapenheid is geworden die zowel op aarde als in de hemel bemachtigd kan worden (zie Mozes 7:18–21).

De volgende is de bedeling van Noach. Noach leefde in een tijd van grote goddeloosheid, en hoewel hij het volk tot bekering riep, sloegen ze geen acht op zijn woorden. Toen de wateren van de vloed kwamen, werden alleen Noach en zijn familie gered (zie Genesis 7:23).

Uit de tweede en derde bedeling leren we waardevolle lessen, die duidelijk maken dat het goede wint van het kwade. Henoch en zijn metgezellen werden uitermate gezegend, omdat zij rechtschapen waren. De mensen die weigerden naar Noach te luisteren, kwamen erachter dat de zondaar verdelging wacht.

Die twee bedelingen leren ons het goede en heilzame na te jagen. In ons levensplan moet zeker ruimte worden vrijgemaakt om zoveel mogelijk van het goede op aarde in ons op te nemen. We kunnen veel van dat goede vinden door ons dagelijks in de Schriften te verdiepen. Dat leidt ons naar het eeuwige leven.

De bedeling van Abraham: verbonden sluiten en nakomen

De volgende bedeling is die van Abraham. Evenals Adam, Henoch en Noach ontving ook Abraham een opdracht van de Heer. De Heer sloot ook verbonden — bindende overeenkomsten — met Abraham:

‘Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; (…)

‘En Ik zal van u een grote natie maken en Ik zal u bovenmatig zegenen en uw naam grootmaken onder alle natiën en gij zult een zegen zijn voor uw nakomelingen na u, zodat zij deze bediening en dit priesterschap in hun handen naar alle natiën zullen brengen;

‘en Ik zal hen zegenen door uw naam; want allen die dit evangelie aanvaarden, zullen naar uw naam worden genoemd en zullen tot uw nakomelingen worden gerekend en zullen zich verheffen en u als hun vader prijzen;

‘en Ik zal hen zegenen die u zegenen, en hen vervloeken die u vervloeken; en in u (dat wil zeggen: in uw priesterschap) en in uw nakomelingen (dat wil zeggen: uw priesterschap), want Ik geef u de belofte dat dit recht zal voortduren in u, en in uw nakomelingen na u (dat wil zeggen: het letterlijke zaad of het zaad van het lichaam) zullen alle geslachten der aarde worden gezegend, ja, met de zegeningen van het evangelie, die de zegeningen van het heil zijn, ja, van het eeuwige leven’ (Abraham 2:3, 9–11).

De heiligen der laatste dagen zijn een verbondsvolk. We hebben overeenkomsten met de Heer gesloten waarin Hij ons vele zegeningen belooft op voorwaarde dat we ons houden aan zijn wetten en geboden. Verbonden sluiten en nakomen is een onontbeerlijk onderdeel van ons levensplan. We kunnen dat deels doen door altijd zo te leven dat we een tempelaanbeveling waardig zijn.

De bedeling van Mozes: Gods profeten volgen

Mozes was een van de machtigste mannen die ooit geleefd hebben. Hij wandelde en sprak met God. Hij werd door God gekozen om Israël uit Egypte te leiden (zie Exodus 6:12). Hem viel de eer te beurt om voor het mensdom de grote wet vervat in de tien geboden in ontvangst te nemen (zie Exodus 19; 20). Dankzij die en andere lessen van de Heer werd Mozes een groot leider.

Ook wij kunnen een groot leider worden. Leiderschap vergt een leven dat in balans is. President Gordon B. Hinckley (1910–2008) heeft aangegeven waaraan we het beste onze tijd kunnen besteden als we ons leven in balans willen houden en succes willen hebben:

  • Ons gezin.

  • Ons werk.

  • Onze kerktaak.

  • Onszelf. Die laatste vond ik nogal opmerkelijk. President Hinckley merkte op dat we tijd moeten vrijmaken voor rust, lichaamsoefening, ontspanning, studie, meditatie en tempelbezoek om ons leven in balans te houden.2

Uit de bedeling van Mozes leren we hoe belangrijk het is om de raad van de profeten op te volgen, en hoe we ons het beste kunnen ontwikkelen om het koninkrijk Gods op aarde beter op te bouwen.

Het midden des tijds: uw licht laten schijnen

Uiteraard is het midden des tijds de belangrijkste bedeling, want daarin was de Heiland op aarde. Jezus Christus is de hoofdpersoon in onze leer. Hij was veel meer dan alleen zondeloos, goed en liefdevol. Hij was veel meer dan alleen leraar. Hij kwam op aarde als mens, hoewel Hij de Zoon van God was. Hij stierf, werd begraven en herrees op de derde dag om voor alle mensen het zoenoffer te brengen zodat de dood hen niet blijvend in zijn greep zou houden. Vanwege die daad zal iedereen zich verheugen en onsterfelijkheid genieten.

De Heiland heeft ons onder meer geleerd dat we het licht van de wereld zijn en dat we ons licht voor anderen moeten laten schijnen (zie Matteüs 5:14–16). We zijn gezegend met het evangelie. Laat uw licht zo schijnen dat anderen uw goede werken zullen zien en meer willen weten over Gods eeuwige plan.

De bedeling van de volheid der tijden: u verheugen in de volheid van het evangelie

We leven in het opmerkelijke tijdperk van de bedeling van de volheid der tijden, waarin het evangelie van Jezus Christus in zijn volheid is hersteld (zie LV 27:13). Onze generatie heeft bovendien het profijt van alle voorgaande bedelingen, waarop wij ons leven kunnen bouwen, doordat wij Gods handelingen met zijn kinderen begrijpen.

Uit het woord Gods, bij monde van zijn heilige profeten door de eeuwen heen tot ons gekomen, blijkt dat de Heer altijd van een plan is uitgegaan. Dat plan is al van kracht vanaf het begin der tijden en zal dat blijven totdat wij, indien wij dat waardig zijn, in de komende eeuwigheden bij Hem zullen wonen.

U bent kinderen van belofte. Ik hoop niet dat u van plan bent om middelmatig te zijn, ik hoop dat u zult uitmunten. We hebben in deze wereld niets aan middelmatigheid; we moeten naar volmaking streven. U kunt op zoveel gebieden volmaking bereiken als u blijft werken aan de doelen die u zich gesteld hebt.

U hebt een rijk erfgoed; wees niet bang om, terwijl u beantwoordt aan het doel van uw schepping als kind van God, te denken en te handelen volgens de beginselen van het evangelie en te genieten van de bijbehorende zegeningen. God zegene u, opdat u zult verlangen om voorwaarts te gaan en uw heil te bewerken volgens het grote plan dat Hij ons heeft gegeven.

Noten

  1. Gids bij de Schriften, ‘Bedeling’; beschikbaar op www.lds.org . Klik ‘Languages’ aan, vervolgens ‘Nederlands’, daarna ‘De Schriften: interneteditie’.

  2. Zie Gordon B. Hinckley, ‘Vreugde in het voorrecht om te dienen’, Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 21 juni 2003, pp. 22–23.

Adam

Henoch

Noach

Abraham

Mozes

Jezus Christus

Joseph Smith

Rechts: Heinrich Hofmann, Christus’ beeld, met dank aan C. Harrison Conroy Co.; onder, v.l.n.r: Lowell Bruce Bennett, Adam en Eva in de hof; Del Parson, De stad Zion opgenomen; Harry Anderson, Noachs prediking gehoond

V.l.n.r.: Grant Romney Clawson, Abraham op de vlakte van Mamre; Robert Barrett, Mozes scheidt de Rode Zee; Simon Dewey, Licht en waarheid; David Lindsley, Broeder Joseph; Heinrich Hofmann, Christus in Getsemane, met dank aan C. Harrison Conroy Co.

Alvin Gittins, Joseph Smith

Het midden des tijds is de belangrijkste bedeling, want daarin was de Heiland op aarde. Jezus Christus is de hoofdpersoon in onze leer.

De Heiland is gestorven, begraven en op de derde dag herrezen om voor alle mensen het zoenoffer te brengen, opdat de dood de mens niet blijvend in zijn greep zou houden. Vanwege die daad zal iedereen zich verheugen en onsterfelijkheid genieten.

We leven in het opmerkelijke tijdperk van de bedeling van de volheid der tijden, waarin het evangelie van Jezus Christus in zijn volheid is hersteld.