2002
In heilige plaatsen staan
Juli 2002


In heilige plaatsen staan

‘In heilige plaatsen staan heeft alles te maken met goed gezelschap, of je nu alleen bent of met anderen.’

Het was donderdagavond, de avond waarop mijn ouders altijd in de Cardston-tempel werkten. Ik was een tiener, net als jullie, jongevrouwen. Mijn oma, die bij ons inwoonde, was weg, dus zou ik alleen thuis zijn. Toen ze vertrokken, knuffelde mijn vader me en zei: ‘Sharon, zorg dat je goed gezelschap hebt.’

Ik dacht: wat denkt hij wel? Weet hij niet dat ik hier alleen ben? En toen besefte ik dat hij dát nu net dacht.

In heilige plaatsen staan heeft alles te maken met goed gezelschap, of je nu alleen bent of met anderen. Het betekent zijn waar de Heilige Geest onze metgezel is — alleen of met anderen. Als wij besluiten onze gedachten en onze daden te beheersen en ons uiterste best te doen, zal het beste van het leven ons deel worden.

Op een heilige plaats voelen we ons veilig, bemind en bemoedigd. Zo was het ook in ons hemels thuis. Op heilige plaatsen en in goed gezelschap krijgen we weer gevoelens over hoe het geweest moet zijn in het thuis dat we achterlieten, het thuis dat soms zo ver weg lijkt.

Tweeënhalf jaar nadat de kerk georganiseerd was, waarschuwde de Heer Joseph Smith voor oorlogen, hongersnoden en plagen waarvan goddeloosheid de oorzaak zou zijn. Vervolgens vertelt Hij ons hoe wij in zo’n wereld veilig kunnen zijn: ‘Staat daarom in heilige plaatsen, en wordt niet aan het wankelen gebracht, totdat de dag des Heren komt’ (LV 87:8).

In heilige plaatsen worden we beschermd voor de bijna verpletterende onrust in de wereld. Engelen kunnen onze metgezellen en steun zijn. (Zie LV 84:88.) De grote profeet Moroni werd omringd door goddeloosheid en de Lamanieten, die alles wat op hun pad kwam, verwoestten. Hij heeft zich in alle eenzaamheid bijna twintig jaar schuilgehouden. Stel je die eenzaamheid eens voor! En toch leren we uit zijn schitterende getuigenis en raad in de laatste paar hoofdstukken van het Boek van Mormon dat hij gezelschap had van engelen en de Heilige Geest. Hij was niet alleen. De Heilige Geest kan dat kwellende, pijnlijke gevoel van eenzaamheid, afzondering of afwijzing wegnemen en ons vervullen van vrede. Hij wordt de Trooster genoemd — en dat is Hij!

Misschien zijn het wel de eenzaamste momenten als we omringd zijn door mensen, vrienden zelfs, die verkeerde keuzen maken en waarin wij alleen staan. Er is een aantal plaatsen die niet veilig voor je zijn, zelfs niet als je iemand in nood wilt helpen. De Heer heeft gezegd dat we in heilige plaatsen moeten staan. Er zijn plaatsen waar de Geest nooit zal zijn. Jij weet waar dat is. Blijf daar vandaan. Bedwing je nieuwsgierigheid, prikkel die niet. Let op je gevoel zodat je weet wanneer je je onzeker of ongemakkelijk voelt.

Heather vertelde ons dat ze eens uitgenodigd was voor een feestje met de ‘populaire’ mensen van school. Toen ze er binnenkwam, werd haar geest negatief beïnvloed door de muziek die door het huis denderde. Ze werd er misselijk van. Vervolgens verdwenen vrienden en vriendinnen in donkere kamers. Heather vertelde: ‘Op dat feest besefte ik al snel dat ik moest kiezen: die mensen, of mijn normen. Allebei kon niet. Ik wilde die woorden niet horen en die filmscènes mijn gedachten niet laten verontreinigen, ongeacht hoe populair die mensen waren. Ik wist dat ik daar niet hoorde. Terwijl ik wachtte tot mijn moeder me kwam ophalen, keek ik uit het raam de donkere nacht in, en daar stond, lichtend als een baken, de tempel op de heuvel. Het was alsof de Heer me verzekerde dat ik het goede deed.’ (Met toestemming; de naam is veranderd.)

Door in heilige plaatsen te staan, worden we heilig, maar dat is een deugd die oefening vereist. Oefen je in het luisteren naar de Geest en in gehoorzaamheid. Oefen je in zedelijke reinheid. Oefen je in eerbiedig omgaan met heilige zaken. De Heer heeft gezegd dat we tot Hem moeten komen, dan kan Hij ons heilig maken. (Zie LV 60:7.) Laat Hem je met liefde, vergeving en vrede omhullen. Ongeacht wat er om je heen gebeurt, kun je oefenen in het scheppen van je eigen omgeving, vervuld van de Geest van de Heer.

In plaats van een ander te vragen hoe kort, strak of bloot je kleding kan zijn, ben jij er zelf verantwoordelijk voor. Vraag je af: ‘Wat kan ik dragen? Hoe moet ik eruitzien en handelen zodat de Heilige Geest bij me kan zijn en onze hemelse Vader me kan zegenen?’

Het is moeilijk je verlangen naar het goede en naar schoonheid te oefenen als je steeds met het tegendeel geconfronteerd wordt dat verleidelijker, leuker en meer in trek lijkt.

Toen je je hebt laten dopen, heb je verbonden gesloten om de geboden te onderhouden. Die verbonden en de zegen dat je altijd de Geest van de Heer bij je kunt hebben, hernieuw je steeds als je zuiver aan het avondmaal deelneemt. Het zal je sterken als je verleid wordt.

Onze dochter bracht lekkers mee naar de avondmaalsdienst om haar drie kleine jongens zoet te houden. Toen het heilige symbool, het brood, in onze rij werd doorgegeven, fluisterde Jake, die toen drie was, in mijn oor: ‘Zeg dat we dat brood niet nodig hebben. We hebben ons eigen lekkers bij ons.’ Een jongetje van drie zag alleen stukjes brood, en hij vond dat hij iets beters had. Onderscheiden wat heilig is en ons verlangen ernaar ontwikkelen, is essentieel voor ons geluk. Een schitterende zonsondergang of een met sterren bezaaide hemel, een bedauwde roos of een jong poesje — dat alles herinnert ons er weer aan dat Gods zaken heilig zijn.

Heilige plaatsen kunnen overal zijn — of je nu alleen bent, met anderen, met vreemden, met vrienden. De weg naar Jericho was verraderlijk en angstaanjagend. Dieven verscholen zich in bosjes en bomen om reizigers te overvallen. Er was een vriendelijke en moedige Samaritaan nodig om die weg te veranderen van een slechte in een heilige plaats. Jij kunt iets doen om heiligheid te brengen op gewone plaatsen: door een middag met kinderen door te brengen zodat een vermoeide moeder uit kan rusten, door af te wassen, ook al is je broer aan de beurt, door het huis van een bejaarde vriendin schoon te maken — die zaken geven een gevoel van onzelfzuchtigheid, offerbereidheid en heiligheid.

Er zullen momenten zijn dat de Geest zal fluisteren dat je de plaats waar je je bevindt, beter kunt maken. De Russische stad Omsk in Siberië kwam nogal koud en kaal op me over, totdat ik een groep jongemannen en jongevrouwen in hun eigen taal ‘Hoe groot zijt Gij’ (lofzang 54) hoorde zingen. Plotseling werd de hele wereld — of tenminste onze wereld — warm, liefdevol en blij, een heilige plaats.

Er staat je een overvloed aan intelligentie, leiding en veiligheid ter beschikking door regelmatig, aandachtig gebed en schriftstudie. Dat houdt je geest stevig en standvastig in heilige plaatsen als je op school bent, kleren koopt, of internet bezoekt. President James E. Faust heeft gezegd: ‘Ik denk dat lezen in de Schriften de beste wasmachine is voor onreine of onbeheerste gedachten.’ (‘De kracht van zelfbeheersing’, Liahona, juli 2000, blz. 53.)

Heiligheid is rustig en zachtaardig. Je ziet het over het hoofd als je niet oplet. De herrezen Heer liep naar Emmaüs met twee mannen die zo verdiept waren in de gebeurtenissen rond zijn kruisiging en opstanding dat ze niet wisten dat de Heer zelf met hen meeliep.

Jaren geleden zong ik Händels Messiah met een groep mensen van verschillende religies. Hoewel ons geloof anders was, zongen we allemaal over dezelfde Messias, onze Heiland. Ik had dat oratorium vele malen gezongen, maar tijdens een bepaalde oefenperiode vertelde de Geest me dat ik niet alleen maar noten zong. Ik zong mijn getuigenis: ‘Onze ziekten heeft Hij op zich genomen, en onze smarten gedragen’ (Jesaja 53:4). Ik wist met mijn hele ziel dat Hij dat voor mij had gedaan. Heel even vervaagden de driehonderd andere stemmen en had ik het gevoel dat ik alleen was met de Heer. Ik voelde zijn liefde en de geruststelling dat Hij het verdriet en de zorgen van mijn tienerhart had gedragen, en dat Hij, als ik gehoorzaamde, de rest van mijn leven naast mij zou blijven.

Die zegen, die troost en volkomen liefde van de Heer voelen, is elke prijs waard. Misschien moeten we er onze wereldse genoegens of populariteit voor opofferen. Misschien vereist het nederigheid, vergevensgezindheid of volkomen bekering. Het vereist schone handen en een rein hart. (Zie Psalmen 24:4.) Doe wat je moet doen om in heilige plaatsen te kunnen staan en niet te wankelen, om te staan voor waarheid en rechtschapenheid, ongeacht de oppervlakkige verlokkingen, het kwaad en de bedoelingen van samenspannende mensen (zie LV 89:4) en de media. Om met president Hinckley te spreken: ‘Laten we een paar treden beklimmen, en laat het goede in [je] karakter tot uitdrukking komen in [je] leven.’ (‘Tijd voor een nieuw begin’, Liahona, juli 2000, blz. 107.) Lieve jongevrouwen, vraag de Heer om met je te wandelen. Laat Hem je hele leven je metgezel zijn, elk dag van je leven, zodat je kunt terugkeren naar dat thuis waarnaar je verlangt, de allerheiligste plaats.

Ik besluit met een lofzang die mijn gebed voor jullie en voor mezelf weergeeft:

Meer heiligheid geef mij,

meer ijver en lust,

meer leed over zonde,

meer vrede en rust,

meer blijven in Christus,

meer sterkte in U,

meer lust u te dienen,

Heer, geef mij dit nu!

(Lofzang 57)

In de naam van Jezus Christus. Amen.