Antwoorden op veelgestelde vragen
Leidinggevenden en deskundigen
‘Zelfredzaamheid is iemands vermogen, vaste voornemen en streven om in de geestelijke en materiële levensbehoeften van zichzelf en zijn of haar gezin te voorzien. Mensen die zelfredzaam worden, kunnen ook beter voor anderen zorgen.’ (Handboek 2: de kerk besturen [2010], 6.1.1)
Het zelfredzaamheidsinitiatief is in 2014 door het Eerste Presidium in het leven geroepen. Het werd oorspronkelijk buiten Noord-Amerika gebruikt en is nu over de hele wereld beschikbaar. Dankzij het initiatief hebben honderdduizenden mensen hun zelfredzaamheid verbeterd.
In zelfredzaamheidsgroepen krijgen mensen praktische vaardigheden en geestelijke beginselen aangereikt die hen in staat stellen zichzelf te helpen. Zelfredzaamheidsgroepen zijn meestal klein. Ze bestaan uit maximaal 12 mensen onder leiding van een begeleider. Er zijn geen deskundigen of leerkrachten bij betrokken. In een zelfredzaamheidsgroep wordt gewerkt rond een van de volgende vier thema’s: werkgelegenheid, opleiding, klein bedrijf of persoonlijke financiën (zie het materiaal).
Zelfredzaamheidsgroepen hebben een positieve uitwerking op stoffelijk en geestelijk vlak, en dat zowel onmiddellijk als op de lange termijn. Zes maanden na het voltooien van deelname aan een zelfredzaamheidsgroep melden groepsleden het volgende:
- 32% is beter in staat om in hun behoeften en die van hun gezin te voorzien.
- 56% is beter in staat om zelf de Heer te raadplegen over problemen.
- 44% houdt na de cursus een budget bij.
- 37% heeft meer gespaard.
- 53% heeft op consumentenkrediet afgelost.
Bij een groep aansluiten kan op uitnodiging of op eigen initiatief. Vaak worden groepen na een devotional georganiseerd, maar dat is geen vereiste. Groepen worden altijd op aanwijzing van plaatselijke leiders georganiseerd. Groepsleden bepalen samen wanneer en waar ze samenkomen. Elke groep heeft minstens één begeleider.
Doorgaans komen groepen wekelijks gedurende twaalf weken samen. Bijeenkomsten duren gewoonlijk anderhalf à twee uur. Voor de groep ‘Een betere baan vinden’ is een versneld programma mogelijk.
Veel mensen kunnen zelfredzamer worden. Bisschappen en wijkraden dienen onder gebed te bepalen wie ze uitnodigen. In het ideale geval krijgen mensen een persoonlijke uitnodiging voor een zelfredzaamheidsdevotional (als die gehouden wordt) of directe deelname aan een zelfredzaamheidsgroep. Leiders moeten ook overwegen mensen uit te nodigen die anderen met hun tijd en talenten van dienst kunnen zijn (zie Leer en Verbonden 82:18–19).
Ja, natuurlijk. Houd rekening met het oogpunt en de mate van begrip van mensen met een andere geloofsovertuiging. Wellicht moet u Schriftteksten en citaten die binnen De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bekend zijn, nader verklaren. Het kan ook nodig zijn sommige opdrachten die met geloof te maken hebben, aan te passen.
Groepen functioneren optimaal als ze tussen de 5 en 12 leden tellen. Bij meer dan 12 deelnemers kunt u overwegen een tweede groep te organiseren. Groepen van minder dan 5 deelnemers vergen enige aanpassing of extra steun.
Ga na of er in de andere wijken van uw ring mensen zijn die interesse hebben, of die gebaat zouden zijn bij deelname aan de cursus. Als de afstand het toelaat, kunt u met een naburige ring samenwerken. U kunt de mensen eventueel vragen zich bij een andere groep aan te sluiten. U kunt de bijeenkomsten ook aan een kleine groep aanpassen.
Nee. Zelfredzaamheidsgroepen bieden begeleiding, geen lessen van een deskundige. Het materiaal bevat voldoende nuttige informatie, en de Geest en kracht van de groep dragen bij tot een complete ervaring. Volg de instructies in het materiaal en stel u open voor de Geest. Begeleiders krijgen training.
Begeleiders kunnen geroepen worden of deze rol als taak krijgen. Dat hangt van de plaatselijke leiders af.
Begeleiders worden doorgaans door plaatselijke leiders geroepen of gevraagd. Het is handig als leiders wat informatie verschaffen wanneer ze iemand deze roeping of taak geven. Op deze webpagina staat wat het inhoudt om een begeleider te zijn.
Ja.
Dat raden we af. De lengte en inhoud van elke groepscursus is met specifieke doelen in gedachte ontwikkeld, en we raden groepen aan de lessen helemaal te volgen. Het kan evenwel nodig zijn om de inhoud aan de plaatselijke gewoonten of behoeften aan te passen. Neem contact op met uw ringdeskundige voordat u wijzigingen aanbrengt.
Nee. Plaatselijke leiders moeten de behoeften van hun leden kennen, en de cursussen aanbieden die de leden van nut zullen zijn.
De lesboeken en video’s voor de cursussen, devotionals en de training van begeleiders vindt u hier. Ze staan ook in de app Evangeliebibliotheek. U kunt de lesboeken bestellen op store.lds.org.
U kunt het materiaal bestellen op store.lds.org.
Vóór de eerste bijeenkomst vult de begeleider het registratieformulier op srs.lds.org/report in.
Tijdens de laatste bijeenkomst vullen de groepsleden een vragenlijst in. De begeleider verzamelt de vragenlijsten, en na de laatste bijeenkomst vult hij of zij het Rapport beëindiging groep op srs.lds.org/report in. Het formulier bevat ook de aanvraag van de certificaten. Een manager zelfredzaamheid stuurt digitale exemplaren van de certificaten naar de zelfredzaamheidsdeskundigen van de ring. Die drukt ze af, ondertekent ze en bezorgt ze aan de groepsleden.
Ja. Lees eerst de Leidraad voor leidinggevenden en zorg dat u vertrouwd raakt met de inhoud. Hier vindt u nuttige instructies en video’s. Bovendien staan werknemers en vrijwilligers van de kerk klaar om u te helpen. (Zie de pdf-versie van de Leidraad voor leidinggevenden, pagina 8.)
Zie de pdf-versie van de Leidraad voor leidinggevenden, pagina 4 en 9.
Zie de pdf-versie van de Leidraad voor leidinggevenden, pagina 5.
Het is een geografische of virtuele plek waar zelfredzaamheidsmateriaal ter beschikking wordt gesteld aan de leden van de ring. Zie de pdf-versie van de Leidraad voor leidinggevenden, pagina 9.
Het Zelfredzaamheidscomité van de ring bepaalt welke hulpmiddelen het best in de behoeften van de ring voorzien.