Jongeren en jongvolwassenen onderwijzen
Jongeren en jongvolwassenen godsdienstonderwijs geven – afsluitend gesprek


Jongeren en jongvolwassenen godsdienstonderwijs geven – afsluitend gesprek

Part III: Discussion—DHO/KMO

PRESIDENT OAKS: Ik ben blij dat ik mij voor ons laatste gesprek bij Kristen kan voegen. Ze is een ervaren beroepsleerkracht die onder meer een jaar aan de BYU heeft lesgegeven, en ze is teruggekeerd zendelinge, echtgenote en grootmoeder. Ze zal uit die ervaring en als vrouw van een dienstknecht van de Heer spreken. Ons doel is u als godsdienstleerkracht te helpen, en ook uw huwelijkspartner die een belangrijke ondersteunende rol vervult.

ZUSTER OAKS: Ik ben dankbaar dat ik vanavond bij je kan zijn. En ik ben dankbaar dat ik bij de leerkrachten kan zijn. U vertegenwoordigt diegenen die mijn familieleden het evangelie hebben geleerd en tot zegen zijn geweest. We vinden u uniek. Veel vrienden en familieleden hadden graag uw baan willen hebben, maar hebben dat voorrecht niet gekregen. In feite heeft de Heer u persoonlijk als leerkracht van zijn kinderen uitgekozen. Dit is een moeilijke tijd om leerkracht te zijn, met zorgen over de inschrijvingen, sociale problemen, en weerstand tegen juiste beginselen en waarheid.

PRESIDENT OAKS: We hebben het vandaag eerst over de kracht van liefde gehad: liefde voor God, zijn liefde voor zijn kinderen, onze liefde voor elkaar en, het belangrijkste voor uw werk, uw liefde voor uw cursisten. We gingen deel 2 in, het eerste gesprek, en we bespraken dingen zoals ‘Hoe kan ik onderwijzen in dat wat de grootste waarde heeft?’, en ‘Waarom is het belangrijker om in beginselen dan in regels te onderwijzen?’, en ‘Hoe helpen we onze cursisten om wereldse denkbeelden en waarden te navigeren?’ – en ondertussen iedereen liefde te geven.

ZUSTER OAKS: Ik weet dat u hier vanavond bent omdat u als leerkracht zo goed mogelijk wilt zijn. En hier ziet u een foto van een sleutelhanger die ik een keer heb gekregen. Er staat op: ‘Wees jezelf. Alle anderen zijn al bezet.’ Het is een citaat van Oscar Wilde. Toen ik hem kreeg, vond ik dat niet echt complimenteus. Maar in feite is het een van de grootste complimenten die ik heb gekregen, en ik geef het door aan u.

Wat evangelieonderwijs betreft, bent u de uitverkorenen van de Heer. U bent uniek, met unieke eigenschappen, sterke kanten en talenten. U bent in een unieke positie om wereldse tegenstand te overwinnen en in eeuwige leringen te onderwijzen. Als ouder, grootmoeder en overgrootmoeder, vertrouw ik op u. Ik vertrouw erop dat u onze familieleden juiste beginselen leert om ze te beschermen tegen de duisternis om hen heen. U biedt een schild tegen het kwaad en u bent een antwoord op onze gezinsgebeden.

PRESIDENT OAKS: We waarderen het enorm dat u onze familieleden en de jongeren van de kerk in hun ware identiteit als kinderen van onze liefdevolle hemelse Vader onderwijst. Uw grootste gave aan ons allen is dat u jongeren en jongvolwassenen juiste beginselen en eeuwige waarheden leert – waaraan ze zich kunnen vasthouden als ze zelf beslissingen moeten nemen. We geloven dat dit ze het beste wapent tegen de wereld.

ZUSTER OAKS: Onze woning is vlak tegenover de Salt Laketempel. Op dit moment wordt de tempel op grote schaal gerenoveerd. Er zijn overal steigers, vrachtwagens en hijskranen. De tempel lijkt undercover te zijn gegaan. Er wordt aan gewerkt, net zoals aan ons in deze COVID-19-tijd. De tempel is undercover, maar wordt wel sterker en mooier gemaakt. Elke dag doen de bouwvakkers iets om hem steviger en robuuster te maken. Over drie jaar zal hij mooier, vollediger en meer tegen alle elementen bestand zijn.

PRESIDENT OAKS: Wijzelf en onze cursisten kunnen als de tempel worden: elke dag renovaties ondergaan die ons sterker, toegewijder en getrouwer maken, zelfs in moeilijke omstandigheden. Als we worden herbouwd, met de beloofde zegeningen die daarop volgen, kunnen wij ook een huis des Heren worden.

Ik ben blij dat Kristen hier is, omdat zij een cruciale voorwaarde is om thuis de Geest te hebben. President Nelson zei in de aprilconferentie dat ‘een van de heiligste plaatsen op aarde onze woning is’. We moeten allemaal meer doen om van onze woning een echt heilige plek te maken. ‘Als u getrouwd bent, overleg dan met uw vrouw [of man]. Zij [of hij] is uw gelijkwaardige partner in dit zeer belangrijke werk. ‘Tussen nu en de tijd dat de Heer terugkomt, moeten we van onze woning een serene en veilige plek maken.’1 Onze huwelijkspartner speelt hierin een belangrijke rol.

ZUSTER OAKS: Als echtgenote van iemand die voor zijn roeping en werk niet zonder de Geest kan, en dat geldt ook voor ieder van u, doe ik al het mogelijke om van ons thuis een heilige plek te maken. En er is nooit een tijd geweest waarin we de Heilige Geest meer nodig hadden bij ons thuis en in onze klaslokalen. COVID-19 heeft in feite geholpen. We hebben meer tijd samen. Mijn man functioneert, net als uw huwelijkspartner, beter in een geestelijke sfeer. Wat ik kijk en lees en in huis haal, is niet onbelangrijk. Er mag thuis geen onenigheid zijn, en ik probeer positief te zijn en steun te geven. Ik weet dat mijn steun cruciaal is voor mijn familie en voor mijn man. En ik doe echt mijn best, elke dag.

PRESIDENT OAKS: Dank je, lieverd. Uw cursisten krijgen met grote tegenstand te maken in de vorm van wereldse waarden en verleidingen. Dat is geprofeteerd in het Boek van Mormon. We leven in een tijd waarin ‘alle landen van de aarde […] dronken zijn van ongerechtigheid en van allerlei gruwelen’.2 Het waarschuwt ons voor Satans technieken in deze tijd.

In 2 Nephi 28:20 lezen we bijvoorbeeld dat Satan ‘in het hart van de mensenkinderen [zal] woeden en hen [zal] ophitsen tot toorn tegen hetgeen goed is’. Alles, van verkeersagressie en demonstraties tot gezinsruzies, lijkt te escaleren. Uw klas kan een toevluchtsoord van vrede en veiligheid zijn. Zij kan een model van hoffelijkheid zijn waarin uw cursisten hun gevoelens kunnen verwerken.

ZUSTER OAKS: Uw lessen kunnen hun veilige plek zijn. De beginselen die u in uw lessen behandelt, de getuigenissen die worden gegeven en de Geest die er wordt gevoeld, kunnen uw cursisten sterken en beschermen.

PRESIDENT OAKS: In vers 21 zegt Satan dat hij anderen ‘zal sussen en paaien’ met de gedachte dat ‘alles wel [is] in Zion.’3

ZUSTER OAKS: Geen enkele vorm van hedendaagse technologie heeft ons zo gepaaid of weet zo onze aandacht vast te houden als de mobiele telefoon. Ik wil u dit verhaal over een instituutsleerkracht vertellen – zij had twee jaar lang een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ze zei dat ze geschokt was toen ze weer aan het werk ging. De voortdurende meldingen en berichtjes op de telefoon leiden de aandacht van de cursist af van het nadenken en leren in de les. En het is nog erger, zei ze, want het schept afstand tussen hen onderling, en tussen hen en de Geest. Maar ik geloof echt dat er hoop is, want we kunnen de mensen in onze omgeving vragen of ze hun telefoon willen wegleggen. Misschien kunnen we nu en dan zelfs een gesprek hebben over de voordelen en gevaren van telefoons voor hen van wie we houden en aan wie we lesgeven. Laat de cursisten maar vertellen hoe zij over dit telefoonprobleem denken, en laat ze zelf met oplossingen komen. Als ouders, vinden we dat fijn. Nou en of.

PRESIDENT OAKS: Het laatste voorbeeld, dat in 2 Nephi 28:22 wordt gegeven, is dat Satan anderen lokt met vleierij en hun ‘vertelt […] dat de hel niet bestaat; en […] ik ben geen duivel, want die bestaat niet.’ Door uw onderwijs kunnen uw cursisten de vleierijen van Satan herkennen en de leugens die de geboden van God tegenspreken. Er zijn gevolgen verbonden aan het gedrag dat door Satan geïnspireerd is, en uw leringen zullen uw cursisten de hoop geven die we uit barmhartige bekering en goddelijke vergeving putten.

ZUSTER OAKS: Mooi. Ik ben getrouwd met een apostel, en heb andere apostelen goed geobserveerd. Ik weet dat de dienstknechten van de Heer uiterst gehoorzaam zijn, en dat ze ernaar streven om zich door de Geest van de Heer te laten leiden. Ik weet ook dat wij allemaal geestelijke leiding kunnen krijgen, en dat u uw cursisten kunt leren om die leiding te ontdekken, en die te gehoorzamen.

PRESIDENT OAKS: Tot slot staat er in 2 Nephi 28:32 dat de Heer allen barmhartig zal zijn die zich ‘bekeren en tot [Hem] komen’. Hij bekommert Zich om ons, en wil ons opbouwen en redden. U bent degene die uw cursisten in deze verzekering en deze hoop kan onderwijzen. Laat ze weten dat bekering een van onze grootste geschenken is. Het is uw verantwoordelijkheid om uw cursisten hun volledige potentieel en bestemming als kind van God te helpen bereiken.

ZUSTER OAKS: We hebben een wapen tot onze beschikking om dergelijk kwaad te bestrijden. In Alma 31:5 staat dat ‘de prediking van het woord [van God] het volk er dikwijls toe bewoog te doen wat rechtvaardig was – ja, het had een krachtiger uitwerking op het gemoed van het volk gehad dan het zwaard’ – of, voeg ik daaraan toe, de mobiele telefoon. U onderwijst in dat woord, en u hebt die macht en die belofte.

PRESIDENT OAKS: Maak de Heiland het middelpunt van uw leringen aan uw cursisten, dan zult u die macht hebben. Als evangelieleerkracht die leiding van de Heilige Geest krijgt, doet u dat, en u kunt nog doeltreffender zijn. Als u dichter tot Christus komt, zullen uw cursisten dichter tot u en Hem komen. Uw kundigheid om in de waarheid te onderwijzen die ze nodig hebben, zal toenemen. Uw vermogen om ze lief te hebben en hun behoeften te onderkennen, zal worden vergroot.

Beste broeders en zusters, na alles wat ik al heb gezegd, getuig ik van Jezus Christus – onze Heiland, onze Verlosser, het hoofd van deze kerk. U dient Hem. Wij onderwijzen vereend in de ware beginselen van het evangelie van Jezus Christus. Ik zegen u – als zijn dienaren, als zijn leerkrachten, en als vaders en moeders in Zion, als waardige dienstknechten van de Heer Jezus Christus – om uw taken uit te voeren, zijn geboden te onderhouden, en een goed voorbeeld te zijn van rechtschapenheid en het onderwijzen in ware beginselen. En ik zegen u daarmee, getuigend van de waarheid van deze dingen die u vandaag hebt geleerd. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Russell M. Nelson, ‘Wat we nu leren en nooit zullen vergeten’, Liahona, mei 2021, 79.

  2. 2 Nephi 27:1.

  3. 2 Nephi 28:21.