Jongeren en jongvolwassenen onderwijzen
Avond met een algemeen autoriteit: hoogtepunten


Avond met een algemeen autoriteit: hoogtepunten

Avond met een algemeen autoriteit

Vrijdag 7 februari 2020

Ouderling Bednar herinnert ons eraan dat onderwijs niet alleen bestaat uit iets vertellen, maar dat het ook luisteren, observeren en onderkennen inhoudt. Ook is het beslist een uitnodiging aan de Heilige Geest om ons te onderwijzen.

Vraag

President Nelson heeft onlangs over het belang van persoonlijke openbaring gesproken. Wat wilt u ons over persoonlijke openbaring leren?

Ouderling David A. Bednar

Als we onze verbonden nakomen, kunnen we de Heilige Geest voortdurend als metgezel hebben. We doen vaak net alsof het zelden gebeurt dat we de stem van de Heer door de Geest horen. We moeten ons meer concentreren op de reden dat de Geest bij ons weggaat. Als u en ik ons best doen en we geen ernstige overtredingen begaan, dan kunnen we erop rekenen dat de Heilige Geest ons leidt.

Veel mensen lijken te denken dat inspiratie van de Heilige Geest dramatisch, groots en plotseling is. Maar de Heilige Geest leidt ons gedurende langere tijd op stille, zachte manieren, stukje bij beetje. Vaak beseft u niet dat u openbaring ontvangt op het moment dat u openbaring ontvangt.

Nephi is het volmaakte voorbeeld van dit patroon. Hij ging heen, ‘van tevoren niet wetende wat [hij] moest doen’.1 Hij streefde voorwaarts, maar hij was zich er niet altijd van bewust dat hij geleid werd. Het moet tot ons doordringen dat in het licht van wat Nephi overkwam, openbaring waarschijnlijk ook voor ons in veel gevallen zo werkt.

De leden van de kerk zijn soms doodsbang dat ze een fout zullen maken, dus streven ze niet voorwaarts. Nephi en zijn broers trokken lootjes. Dat pakte niet goed uit. Maakte Nephi toen een fout? Nee, want hij leerde een belangrijke les. Toen ze met hun goud en al hun bezit probeerden de koperen platen van Laban te krijgen, leerde Nephi nog een les die hem voorbereidde op wat er komen ging.

Er zijn beginselen voor het ontvangen van openbaring. President Packer heeft gezegd: ‘Harold B. Lee heeft me geleerd dat we meer openstaan voor openbaring als we op de plek zijn die met de behoefte aan die openbaring te maken heeft. […] President Lee had gelijk!’2 Het is goed om op de plek zelf te zijn, en daar na te denken, te bidden en om hulp te vragen.

Wat onze bediening betreft heeft dat enorme implicaties voor ons. Velen die een bedieningstoewijzing hebben, denken dat een sms’je volstaat. Maar soms moet je bij iemand thuis zijn, iemand in de ogen kijken. Bij hen thuis krijg je indrukken en inspiratie die je op geen enkele andere manier krijgt.

Vraag

Wilt u ons nog iets leren wat ons meer inzicht geeft in de openbaringen van president Nelson en andere leiders van de kerk?

Ouderling David A. Bednar

Veel kerkleden hebben het erover hoeveel openbaring we hebben ontvangen sinds president Nelson president van de kerk geworden is. De raden van de kerk hebben jaren, zelfs tientallen jaren gewerkt aan en gebeden over de veranderingen die nu worden doorgevoerd. In veel gevallen gaat het er bij openbaring niet om wat er gedaan moet worden, maar wannéér het gedaan moet worden.

Vraag

Naast openbaring over wanneer we iets moeten doen, ontvangen we af en toe ook openbaring over wat we moeten doen. Is dat juist?

Ouderling David A. Bednar

Het één sluit het ander niet uit; het is niet het één of het ander. Heel vaak is openbaring over wát we moeten doen wel duidelijk. Maar het wannéér is voor veel mensen juist moeilijk. Dus waar nodig kunnen we openbaring ontvangen over wat we moeten doen én wanneer – het is dus niet een van de twee maar beide.

Vraag

Als leerkracht bereiden we onze lessen voor en bidden voor de cursisten. Hoe herkennen we inspiratie voor hen die wij onderwijzen en dienen?

Ouderling David A. Bednar

Vaak krijgt u tijdens uw voorbereiding en gebeden een plotselinge gedachte, een vonk van inspiratie, misschien komt er een naam in uw gedachten of ziet u een bekend gezicht. De profeet Joseph Smith noemde dat ‘plotseling opkomende invallen’.3 Als die plotseling opkomen, herkent u misschien dat u precies heeft ontvangen wat nodig is, en dat zijn zeer bijzondere momenten.

Een van uw grootste bronnen van inzicht schuilt in de vragen die uw cursisten stellen. In de loop der jaren heb ik vragen van duizenden jongeren en jongvolwassenen beantwoord. Omdat de bijeenkomsten vaak groot zijn, mogen ze mij op een gestructureerde manier vragen sms’en. (Ik zeg niet dat u dat ook zo moet doen.) Het lezen van die anonieme vragen is een van de grootste leerervaringen die iemand die met jonge mensen werkt, kan hebben. Ze stellen vragen over wat ze werkelijk dwarszit en waar ze hulp mee nodig hebben. Hoe weten we wat we moeten zeggen, totdat we weten waar ze staan?

Vraag

Als we openbaring nodig hebben, moeten we daarvoor geen ‘recept’ hebben – een lijstje met dingen die we moeten doen en wanneer. Het moet meer op beginselen gebaseerd zijn, toch? Maar we zien Nephi, Joseph Smith en Joseph F. Smith in de Schriften lezen, naar de woorden van een profeet luisteren, en dan openbaring ontvangen. Zijn dat beginselen, of is dat een patroon?

Ouderling David A. Bednar

Je vergast je aan Gods woord zodat je de stem van de Heer kunt horen. Als we van het streven naar openbaring een lijstje maken – doe dit en dan gebeurt er dat – dan bevinden we ons op glad ijs. We moeten wachten op de Heer, ons van zijn timing bewust zijn en ons daaraan houden, en geen eisen stellen op basis van onze timing.

Vraag

Kunnen we zo leven dat we er altijd klaar voor zijn om openbaring te ontvangen wanneer de Heer klaar is om die over ons uit te storten?

Ouderling David A. Bednar

De zinsnede klaar voor is belangrijk. We moeten zo leven dat we altijd klaar zijn voor openbaring – ‘dat we zijn Geest altijd bij ons mogen hebben’.4

Sommigen zullen dit tot in het extreme doorvoeren; gebruik uw gezonde verstand.

Bedenk hoe Oliver Cowdery schrijver van Joseph Smith werd. Hij hoort van de gouden platen, van Joseph Smith, en hij wil hem graag ontmoeten. Hij deed iets met dat verlangen.

De Heer zei tegen Oliver:

‘Gezegend bent u voor wat u hebt gedaan; want u hebt Mij gevraagd, en zie, zo dikwijls als u hebt gevraagd, hebt u onderricht van mijn Geest ontvangen. Indien dat niet zo was geweest, zou u niet tot de positie zijn gekomen waarin u zich op dit moment bevindt.

‘Zie, u weet dat u Mij hebt gevraagd en Ik uw verstand heb verlicht.’5

Nu vind ik de volgende zin in dit vers het meest veelzeggend. Oliver werd geïnspireerd, en hij had geen idee dat hij geïnspireerd werd. Hij kreeg openbaring, en had geen idee dat hij openbaring kreeg. Dus Oliver krijgt via Joseph een openbaring om hem te vertellen dat hij geïnspireerd was en openbaring ontving.

‘En nu zeg Ik u deze dingen opdat u zult weten dat u verlicht bent geweest door de Geest van de waarheid.’6

Dat bedoel ik met ‘opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben’.

Vraag

U zei dat Nephi en zijn broers lootjes trokken om te bepalen wie om de koperen platen zou gaan vragen. Toen dat niet lukte, probeerden ze die met goud en zilver te kopen. Als we iets moeten doen, hoe kunnen we er dan zeker van zijn dat we het op het juiste moment doen? Hoe weten we dat we het goed doen?

Ouderling David A. Bednar

Nephi maakte geen fout en timede ook niet verkeerd. Het was een leerervaring, regel op regel, voorschrift op voorschrift. Hij werd bij elke poging voorbereid – ‘van tevoren niet wetende wat [hij] moest doen’.7

Als we ons best doen en proberen toegewijd te zijn, gaan we anderen niet verkeerd beïnvloeden. De hemel heeft de leiding, niet u en ik. Als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen heb ik voortdurend taken die ik onmogelijk alleen uit kan voeren. Als je je best doet, word je grootgemaakt. Je weet niet altijd bewust wanneer het juiste moment is. Je doet gewoon je uiterste best.

President Hinckley zei vaak: ‘Het komt gewoon allemaal goed.’ En ik geloofde dat, maar toch dacht ik: kom op, er moet toch meer achter steken. Hoe ouder ik word, hoe meer ik begrijp dat dit het enige antwoord is. God laat je niet aan je lot over terwijl jij probeert zijn kinderen te steunen, te voeden en te dienen. Als je je best doet, komt het goed. En dan zul je er nog van leren ook.

Vraag

Hoe onderwijzen we cursisten die terugschrikken voor de gedachte dat ze altijd klaar moeten zijn voor openbaring? Dat kan zwaar op ze drukken.

Ouderling David A. Bednar

In plaats van te denken: Wat ga ik tegen ze zeggen?, concentreert u zich op: Wat ga ik ze vragen? En niet alleen: Wat ga ik ze vragen?, maar ook: Wat ga ik ze vragen te doen?

Door ze die vraag te stellen, moedigt u ze aan om een stap te zetten. Als die cursist antwoord geeft, is dat een uiting van geloof in Christus. Geloof is een handelings- en machtsbeginsel. Als we volgens de leringen van Christus handelen, worden we met zijn macht gezegend. Wij willen vaak eerst de macht om daarmee te handelen. Zo werkt het niet.

Onze intentie moet dus niet zijn: Wat zeg ik tegen ze? Maar de vragen die we onszelf moeten stellen zijn: Wat kan ik ze vragen te doen? Welke geïnspireerde vragen kan ik stellen, die, als ze willen antwoorden, het begin voor hen zal zijn om de Heilige Geest in hun leven uit te nodigen? De vragen die je moet stellen zijn eigenlijk heel simpel, zoals: Wat ben je aan het leren? Door vragen te beantwoorden, nodigt die persoon de Heilige Geest uit om zijn of haar antwoorden te leiden. Het is onze taak om een veilige omgeving te scheppen om die dingen te bespreken, en ze uit te nodigen ernaar te handelen zodat de Heilige Geest ze kan onderwijzen.

Als u ze liefhebt, als u werkelijk probeert te doen wat de hemel wil, dan wordt u op de eenvoudigste manieren geleid. Vragen hoeven niet ingewikkeld te zijn. U wilt gewoon weten wat ze begrijpen, omdat u werkelijk om ze geeft.

Er is altijd gerechtvaardigde zorg dat jonge mensen afvallen. Er zijn er gewoon te veel die niet zijn aangespoord om voor zichzelf te leren; ze gaan gewoon af op wat andere mensen hun hebben gezegd. ‘Als alles wat u of ik over Jezus en zijn herstelde evangelie weet, is wat anderen ons erover leren of vertellen, dan is het fundament van ons getuigenis [van] Hem […] op zand gebouwd.’8 Daarom nodigen we ze uit om iets te doen – en dan leren zij het zelf. Zo bouwen ze een sterker fundament.

Vraag

Een jongeman leest het Boek van Mormon voor het eerst en besluit dat hij de Geest niet heeft gevoeld. Misschien verwachtte hij dat engelen uit de hemel kwamen zeggen dat het waar was. Wat kunnen wij in zo’n situatie doen?

Ouderling David A. Bednar

Er zijn veel ongelofelijk trouwe leden van de kerk die zichzelf niet goed genoeg vinden omdat ze geen dramatische ervaringen hebben gehad zoals die soms in de vasten- en getuigenisdienst worden verteld. Dramatische ervaringen zijn niet de norm. Als u uw verbonden nakomt en voorwaarts streeft, dan doet u het goed, en bent u normaal. Saulus werd niet door het licht bekeerd. Alma de jonge werd niet door het licht bekeerd.

‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren; dan zal uw vertrouwen in de tegenwoordigheid van God sterk worden.’9 Niet vertrouwen in u – vertrouwen in Hen, om gedaan te krijgen wat geen van ons alleen kan doen.

Broeder Chad Webb

Alles wat uitnodigt om goed te doen, om in Christus te geloven, is van God.10 We zullen er op een dag misschien tot onze verbazing achter komen dat de gedachten die we als de onze beschouwden in werkelijkheid van de Heilige Geest kwamen. Als wij het goede proberen te doen, worden onze gedachten en verlangens door de Heilige Geest geleid.

In president Nelsons toespraak over openbaring nodigt hij ons uit om ons hart voor onze hemelse Vader uit te storten, met Hem te praten, eerlijk met Hem te zijn, en dan te luisteren. Hij vroeg ons onze ingevingen op te schrijven en er dan naar te handelen. Toen zei hij: ‘Als u dat proces dag in dag uit, maand in maand uit en jaar in jaar uit herhaalt, zult u “in het beginsel openbaring” groeien.’11

De meeste inspiratie die ik in mijn leven gekregen heb, kreeg ik niet tijdens het bidden. Ik bid, ik denk na, ik probeer mijn ingevingen op te schrijven. Maar als je aan de slag gaat, dan komt de inspiratie. Tijdens een les, als je een lofzang zingt of met iemand praat, dan beginnen antwoorden op gebeden te komen.

Ouderling David A. Bednar

Een voorbehoud: de manier waarop openbaring komt, kan voor mensen over de hele wereld verschillen. Bijvoorbeeld, in veel delen van Afrika hebben mensen opmerkelijke dromen. Het is voor zendelingen niet ongebruikelijk om iemand op straat tegen te komen die zegt: ‘Ik zag u in een droom, en u hebt een boodschap van God. Ik wil horen wat u mij te vertellen hebt.’ Ik krijg geen dromen zoals sommige trouwe heiligen in Afrika.

We onderwijzen voornamelijk vanuit onze eigen ervaring, dus we moeten voorzichtig zijn dat we ons ervaringspatroon niet aan anderen opleggen. Hun patroon is zeker niet minder geldig of waardevol. Er is een verscheidenheid aan manieren waarop de Geest van de Heer verbinding met iemands verstand en hart kan leggen.

Sta open voor een breed scala aan dingen waarmee u iemand aanmoedigt en overhaalt om te handelen en zelf iets te leren.

Vraag

Hoe krijgen we meer vertrouwen in ons vermogen om persoonlijke openbaring te ontvangen en niet af te gaan op een methode die we van iemand hebben gehoord of hebben gelezen?

Ouderling David A. Bednar

Een citaat van president Joseph F. Smith is bijzonder waardevol voor iemand die aan het begin staat van zijn reis om meer vertrouwen in het ontvangen van openbaring te krijgen:

‘Toon me heiligen der laatste dagen die wonderen, tekenen en visioenen nodig hebben om de kerk trouw te blijven, dan toon ik u leden van de kerk die voor God niet welgevallig zijn en zich op glad ijs bevinden. Wij worden niet gevestigd in de waarheid door wonderbaarlijke manifestaties aan ons, maar door nederigheid en getrouwe gehoorzaamheid aan de geboden en wetten van God. […]

‘Als jongen […] vroeg ik de Heer geregeld […] om me iets wonderbaarlijks te laten zien, zodat ik een getuigenis kon krijgen. Maar de Heer weerhield wonderen van mij, en toonde mij de waarheid, regel op regel, […] tot Hij mij de waarheid liet kennen van de kruin op mijn hoofd tot aan mijn voetzolen, en tot alle twijfel en angst uit mij verdreven waren. Hij hoefde daar geen engel uit de hemel voor te sturen, noch hoefde Hij ervoor te spreken met de bazuin van een aartsengel. Maar door de influisteringen van de stille, zachte stem van de Geest van de levende God heeft Hij mij het getuigenis gegeven dat ik bezit.

‘En door dat beginsel en die macht zal Hij aan alle mensenkinderen kennis van de waarheid geven die hen bij zal blijven en hen de waarheid zal laten weten zoals God die kent, en hen de wil van de Vader laten doen zoals Christus die doet. En geen enkel aantal wonderbaarlijke manifestaties zal dat ooit bereiken.’12

Iedereen die hier moeite mee heeft, kan de eerste stappen zetten, en doen wat Joseph F. Smith deed.

Veel mensen in de kerk willen op de weg naar Damascus een licht zien, en dan geloven ze. Echt waar? Bevond Saulus zich in de omstandigheid om de stille, zachte stem te herkennen? Hij moest geestelijk wakker geschud worden. Velen verwachten een engel te zien zoals Alma de jonge. Echt waar? Alma bevond zich niet in de omstandigheid om de stille, zachte stem te herkennen. Hij moest geestelijk wakker geschud worden. En president Joseph F. Smith getuigde dat het niet het licht of de engel is. Door de stille, zachte stem te herkennen, krijgen we vertrouwen. Ga gewoon en doe het.

Als we ons niet aan de geboden houden, kunnen we dat vertrouwen niet hebben, en dan krijgen we niet het gezelschap van de Geest. Er zijn jonge mensen die zich moeten bekeren, en er zijn jonge mensen die zo streng voor zichzelf zijn dat ze nooit denken dat ze goed genoeg zijn. Je hoeft niet volmaakt te zijn; je hoeft je alleen maar oprecht te bekeren, goed te leven, je best te doen en voorwaarts te streven.

Vraag

U spreekt en schrijft veel over concentreren op de cursisten en op hun vooruitgang. Wilt u ons nog iets meer leren over het uitnodigen van de Heilige Geest in dat proces?

Ouderling David A. Bednar

‘Wijs onder u een leraar aan, en laten niet allen tegelijkertijd spreken; maar laat één tegelijk spreken en laten allen luisteren naar wat hij zegt, opdat wanneer allen gesproken hebben, allen door allen opgebouwd zullen zijn, en opdat eenieder een gelijke gelegenheid zal hebben.’13 Wij zijn niet de leerkrachten: de Heilige Geest is dat. Dit vers is een aansporing om de Heilige Geest als leerkracht aan te wijzen. En ‘een patroon’ – niet het enige patroon – is om er één tegelijk aan het woord te laten en alle anderen te laten luisteren wat hij zegt. Dat klinkt zo eenvoudig, en het lijkt misschien zelfs heel makkelijk.

Als mensen zich veilig voelen, laten ze iets zien van waar ze mee zitten en waar ze onzeker over zijn. Misschien leren ze niet iets van andere mensen in het lokaal, maar kan de Heilige Geest hen soms individueel onderwijzen door wat iemand anders zegt. Ze nemen deel aan een collectieve uiting van geloof in de Heer Jezus Christus omdat iedereen daar vraagt, zoekt en klopt. En in die individuele en collectieve geloofsoefening nodigen we uit. Het woord aanwijzen betekent niet dat wij bepalen. Wij bepalen niet dat de Heilige Geest de leerkracht is, maar we kunnen Hem uitnodigen, ertoe brengen om de leerkracht te zijn.

In een zendingsbijeenkomst hadden we een aantal kwesties besproken, en ik vroeg de zendelingen: ‘Wat horen jullie dat niet gezegd is?’ Een 18-jarige zendeling, die vier weken in het veld was, antwoordde: ‘Ouderling Bednar, wat ik in uw stem of in de stem van een andere zendeling hoor, dat is een boodschap voor iedereen. Wat ik in mijn hart voel, of wat er als gedachte bij mij opkomt, dat komt van God, en is alleen voor mij bestemd.’ Is dat antwoord niet schitterend? Hoelang zou het duren om iemand door een lezing of een of ander rollenspel of een andere ervaring te leren wat een 18-jarige als geestelijk inzicht kreeg?

Dus als u ze uitnodigt om iets te doen – om hun geloof te oefenen – zal dat de Heilige Geest ertoe brengen ze individueel en collectief iets te leren.

Het is zo belangrijk om van de cursist uit te gaan en de Heilige Geest als leerkracht uit te nodigen. Wij spelen daarbij een rol. Wij nodigen uit, wij proberen de Geest ertoe te brengen ons te onderwijzen, wij sturen – maar dan is het de Heilige Geest die dingen op bijzondere manieren leidt.

Vraag

Een jonge vrouw vroeg me of ik nog wist hoe ik haar een bepaald beginsel had onderwezen. Ze zei dat het haar leven voorgoed veranderd had. Ik herinnerde me de situatie, en ik had haar dat helemaal niet onderwezen; in feite ging ze geheel voorbij aan wat ik probeerde over te brengen. Ze werd door de Geest onderwezen. Hoe helpen we cursisten herkennen dat ze openbaring hebben ontvangen zodat ze het vertrouwen krijgen om naar meer daarvan voor zichzelf op zoek te gaan?

Ouderling David A. Bednar

Waartoe kunt u haar uitnodigen zodat zij kan inzien wat ze voorheen niet ingezien heeft?

De Heilige Geest zal ons alles in herinnering brengen.14 Ze heeft die bijzondere ervaring gehad waarbij ze iets hoorde dat duidelijk niet werd gezegd. Help haar om dat in te zien. Vraag haar om aan de hand hiervan één of twee andere voorvallen te bedenken die daarop lijken. Help haar een patroon te ontdekken in die twee of drie voorvallen, en vast te stellen waardoor dat geestelijke inzicht kwam.

Er is zo’n diversiteit onder onze jonge mensen, en ze lopen tegen allerlei problemen en moeilijkheden aan. Maar we moeten van ze verwachten dat ze zijn wie we zeggen dat ze zijn. En we moeten ze uitnodigen om een stap te zetten. En u zult versteld staan waarmee zij komen. Bedenk eerst tot welke acties u ze wilt aanmoedigen, zodat zij kunnen leren wat ze moeten leren.

Vraag

Kunt u ons vertellen of leren hoe we beter kunnen luisteren en observeren?

Ouderling David A. Bednar

Mijn suggestie zou zijn om een goedkope versie van het Boek van Mormon te nemen en die van kaft tot kaft te lezen, en te zoeken naar ‘ogen om te zien en oren om te horen’. Kijk ook in de Leer en Verbonden en het Nieuwe Testament. Onderzoek de Schriften actief – vraag, zoek en klop, met uw vraag: ‘Hoe zie ik wat ik meestal niet zie? Hoe hoor ik wat ik meestal niet hoor?’ En u duikt met die vragen de Schriften in, dan zal de Heilige Geest u individueel onderwijzen en u het antwoord op uw vraag geven. Ik kan u het antwoord niet geven, maar als u dat in de Schriften doet, zal de Heilige Geest u individueel en persoonlijk leren wat dat antwoord voor u is.

Ik zal u een voorbeeld geven. Mijn vrouw, Susan, is altijd een ongelofelijk trouwe huisbezoekster geweest. Toen bediening werd ingevoerd en president Nelson vroeg om ‘hogere en heiligere’ manieren van bediening,15 luisterde ze en wilde ze erachter komen wat dat betekende. Na overpeinzing en gebed kwam ze tot een heel bijzonder besluit: om de zusters die zij diende te vragen: ‘Wat betekent hoger en heiliger voor jou in onze bediening?’

Dat is de eenvoudigste en meest voor de hand liggende vraag die je kunt stellen, maar de reacties van de zusters waren opmerkelijk. Een zuster vroeg of ze samen naar de tempel konden gaan. Een andere vroeg of ze een conferentietoespraak konden lezen en dan gaan lunchen om te bespreken wat ze hadden geleerd. Susan vroeg zich af of ze eerder iets verkeerd had gedaan. Ze had niets verkeerd gedaan. Hoger en heiliger – ogen gingen open om op manieren te zien waarop ze nog niet eerder hadden gezien.

Vraag

Wilt u de laatste paar minuten vertellen wat het ook maar is dat u wilt vertellen, en uw getuigenis geven?

Ouderling David A. Bednar

Ik hou van u allen. Ik hou van wie u bent, ik hou van wat u probeert te worden. Ik hou van wat u doet. We kunnen allemaal beter, maar ik zeg: dank u wel. Ik dank u namens het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf en de onderwijsraad van de kerk.

Het is een sublieme zegen om in deze tijd van de bedeling van de volheid der tijden op aarde te wonen. Een paar jaar geleden zei president Gordon B. Hinckley een paar keer achter elkaar tegen me: ‘David, dit is de geweldigste tijd in de geschiedenis van de herstelde kerk.’ En hij had volkomen gelijk!

Denk eens aan alle zegeningen die we nu krijgen. Bedenk dat we dit jaar het tweehonderdste jubileum van het eerste visioen vieren. Er zijn tempels aangekondigd in Papoea-Nieuw-Guinea en in Phnom Penh (Cambodja). We hebben zendelingen in de Sovjet-Unie en voormalige communistische landen, en een tempel in Oekraïne. Dit is de geweldigste tijd in de geschiedenis van de herstelde kerk.

Wij dragen een specifieke verantwoordelijkheid. Als het zo is dat we voor deze tijd bewaard zijn, dan is dat zo omdat we veel te doen hebben, en wij hebben de taak om de opkomende generatie voor te bereiden. Dit is de geweldigste tijd in de geschiedenis van de herstelde kerk – met de meeste tegenwerking en de grootste kansen. Wij hebben in deze tijd de kans om samen te dienen, te getuigen, en bij te staan.

Ik bid dat de Heilige Geest de kloof zal overbruggen tussen de woorden die ik spreek en wat ik zo graag wil overbrengen. Ik getuig dat de Vader en de Zoon tweehonderd jaar geleden aan Joseph Smith verschenen zijn. Ik getuig dat de Vader onze Vader is en dat Hij het plan van geluk heeft opgesteld. Ik weet en ik getuig dat Jezus Christus de eniggeboren Zoon van de eeuwige Vader is. Ik getuig dat Hij leeft. Hij is herrezen; het graf is leeg. ‘Hij is hier niet, want Hij is opgewekt.’16

Ik getuig dat door middel van de profeet Joseph Smith het priesterschapsgezag en de priesterschapssleutels op aarde zijn hersteld, en dat de verschijning van de Vader en de Zoon de herstelling van het evangelie inluidde. Ik getuig dat de herstelling nog steeds in gang is.

Dat getuig ik, en ik spreek mijn liefde voor u uit, in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.