Studiewijzers
BJS, Markus 14


BJS, Markus 14:20–26. Vergelijk Markus 14:22–25

Jezus stelt het avondmaal in ter gedachtenis van zijn lichaam en bloed.

20 En terwijl zij aten, nam Jezus brood en zegende en brak het en gaf het hun en zei: Neem het en eet.

21 Zie, dit is wat u moet doen ter gedachtenis van mijn lichaam; want zo dikwijls als u dit doet, zult u dit uur dat Ik bij u was gedenken.

22 En Hij nam de beker en toen Hij gedankt had, gaf Hij hun die; en zij allen dronken ervan.

23 En Hij zei tot hen: Dit is ter gedachtenis van mijn bloed dat voor velen vergoten wordt en het nieuwe testament dat Ik u geef; want u zult tot de hele wereld getuigenis geven van Mij.

24 En zo dikwijls als u deze verordening verricht, zult u Mij gedenken in dit uur dat Ik bij u was en met u uit deze beker dronk, ja, voor de laatste keer in mijn bediening.

25 Voorwaar, Ik zeg u: Hiervan zult u getuigen; want Ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok met u drinken tot op die dag dat Ik haar nieuw zal drinken in het koninkrijk van God.

26 Nu waren zij bedroefd en weenden om Hem.

BJS, Markus 14:36–38. Vergelijk Markus 14:32–34

In Gethsémané hadden zelfs de Twaalf geen volledig begrip van Jezus’ rol als de Messias.

36 En zij kwamen bij een plaats die Gethsémané genoemd werd, een hof; en de discipelen begonnen buitengewoon ontsteld en zeer verontrust te worden en zich in hun hart te beklagen, en zich af te vragen of dit wel de Messias was.

37 En Jezus, die hun hart kende, zei tot zijn discipelen: Zet u hier neer, terwijl Ik bid.

38 En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee en berispte hen en zei tot hen: Mijn ziel is uitermate bedroefd, ja, tot de dood toe; blijf hier en waak.