Zendingsroepingen
Algemene beginselen voor het omgaan met stress


Algemene beginselen voor het omgaan met stress

Deze afdeling bevat algemene suggesties voor het voorkomen van en omgaan met overmatige stress. Deze suggesties zijn nuttig voor alle zendelingen.

Afbeelding
Two young elder missionaries walking on a road in Australia.

A

Positief op stress reageren

  • Bid vurig en regelmatig, alleen en met je collega. Vertel de Heer over je gevoelens, ervaringen, plannen en zorgen. Bid dat de Geest altijd bij je mag zijn. Noteer ingevingen die je tijdens het bidden en tijdens je Schriftstudie ontvangt. Sta open voor leiding die je in de loop van de dag ontvangt. Als je gehoor geeft aan de Geest, krijg je meer leiding, troost en hulp. ‘Want zie, ik zeg u nogmaals, dat indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:5). Beloof de Heer dat je geestelijke ingevingen zult volgen.

  • Herken de hand van de Heer in alle dingen. Jij hebt de kans om van dichtbij mee te maken wat de verzoening van Christus bij personen en gezinnen teweegbrengt. Concentreer je elke dag op zegeningen waar je dankbaar voor bent. Zoek naar de invloed van de Geest in je leven en schrijf erover. (Zie Moroni 10:3.)

  • Zoek Schriftteksten die je troosten en leer ze uit het hoofd. Maak tijdens het studeren een lijst van teksten die je sterken en troosten. Leer ze uit het hoofd of lees ze vaak opnieuw.

  • Concentreer je op de behoeften van de mensen die je dient. Bedenk wat je kunt doen om een zegen te zijn voor de onderzoekers die je onderwijst en de leden die je dient. Zoek naar inspiratie om hen te dienen en hun geloof te versterken.

  • Zing een lofzang. Leer enkele van je lievelingslofzangen uit het hoofd. Zing alleen of met je collega wanneer je gestrest bent of ontmoedigd raakt. ‘Lofzangen kunnen ons opbeuren, ons een hart onder de riem steken en ons tot goede werken aanzetten. Ze kunnen onze ziel met hemelse gedachten en gemoedsrust vullen’ (Lofzangen, pp. VII–VIII).

  • Bedenk wat je hebt geleerd. Je bent heel je leven lang succesvol met verandering en moeilijkheden omgegaan. Maak tijdens je persoonlijke studie een lijst met dingen die je hebt geleerd uit nieuwe levensfases en periodes met veel stress (zoals het aanpassen aan het opleidingscentrum voor zendelingen). Hoe kun je die vaardigheden nu toepassen? ‘[Bedenk] hoe barmhartig de Heer jegens de mensenkinderen is geweest vanaf de schepping van Adam tot op het tijdstip dat gij deze dingen ontvangt, en het in uw hart zult overwegen’ (Moroni 10:3).

  • Gebruik je sterke eigenschappen om te dienen. Maak een lijst met je sterke eigenschappen, talenten en geestelijke gaven. Jouw sterke eigenschappen maken deel uit van het voorraadhuis van de Heer, dat Hij gebruikt om zijn kinderen te zegenen en zijn koninkrijk op te bouwen. Een essentieel onderdeel van je zending bestaat uit het ontwikkelen van je gaven en het toewijden van je sterke punten om anderen tot Christus te brengen. Concentreer je op wat je goed kunt in plaats van op je mindere kanten. Zoek elke week naar manieren om je gaven te ontwikkelen. Gebruik die om anderen tot zegen te zijn (zie LV 82:18–19).

  • Sluit vriendschap met je collega. Wissel ideeën uit, dien elkaar, help elkaar en vergeef elkaar. Vrienden helpen je met stress om te gaan. ‘Dit is mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad’ (Johannes 15:12).

  • Neem je verwachtingen onder de loep. Niet alles zal verlopen zoals je verwacht. Het is niet mogelijk om alles perfect te doen. Je zal zendelingen ontmoeten die niet volledig gehoorzaam of vriendelijk zijn. Je onderzoekers krijgen misschien anti-mormoonse lectuur onder ogen. Je zal de taal misschien nooit beheersen zoals een moedertaalspreker. Denk aan de raad van de Heer aan Joseph Smith in de gevangenis in Liberty: ‘Al deze dingen [zullen] u ondervinding geven en [zullen] voor uw bestwil zijn. […] Welnu, houd vol’ (LV 122:7, 9).

  • Lichaamsbeweging. Lichaamsbeweging is een goede manier om om te gaan met stress. Neem deel aan verschillende fitnessoefeningen die je leuk vindt en die lichamelijk grensverleggend zijn. Door je te concentreren op de oefening, krijg je energie en vergeet je je zorgen. Ongeacht de oefening, kan lichamelijke inspanning je uithoudingsvermogen verhogen en je helpen de Heer beter te dienen. (Zie Predik mijn evangelie, p. VIII.)

  • Sommige dingen heb je niet in de hand. Zelfs wanneer je je uiterste best doet om je doelen te behalen, is het resultaat van je inspanningen afhankelijk van de vrije wil van anderen. Je kunt geen dwang uitoefenen. ‘Geen macht of invloed kan of dient krachtens het priesterschap te worden gehandhaafd dan alleen door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde’ (LV 121:41). ‘Welnu, zeer geliefde broeders, laten wij blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil Gods te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’ (LV 123:17).

  • Denk aan het belang van rust en ontspanning. Gebruik ’s avonds bijvoorbeeld de ontspanningsoefening (zie rechts) of de ademhalingsoefening (zie links) om te ontspannen voor het slapengaan. Neem tijd om te rusten, genieten en ontspannen tijdens voorbereidingsdagen, zodat je energie krijgt voor de komende week. Naast inkopen doen en naar huis schrijven, kun je volgende suggesties uitproberen:

    • Culturele activiteiten. Bezoek historische plaatsen, musea of plaatselijke festiviteiten.

    • Sociale activiteiten. Doe met anderen aan sport, spel of kunst, eet samen of luister samen naar gepaste muziek.

    • Breng tijd door in de natuur. Bezoek parken of maak een wandeling door de natuur.

    • Rust en bezinning. Doe een dutje, mediteer of schrijf je gevoelens op.

‘En Hij zeide tot hen [de Twaalf]: Komt hier en gaat (met Mij) alleen naar een eenzame plaats en rust een weinig. Want er waren velen, die kwamen en gingen, en zij hadden zelfs geen tijd om te eten’ (Marcus 6:31).

‘En ziet toe dat al deze dingen in wijsheid en ordelijkheid worden gedaan, want het is niet nodig dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft’ (Mosiah 4:27).

B

Op een ‘stressaanval’ reageren

Een stressaanval komt voor wanneer je plotseling in de oranje of rode zone terechtkomt. Neem onmiddellijk contact op met de zendingspresident als je je in lichamelijk of emotioneel gevaar bevindt. Overweeg de volgende ideeën in andere situaties:

  • Neem een korte pauze. Neem een pauze wanneer je je erg kwaad of gestrest voelt. Haal meermaals langzaam en diep adem, rek je uit en ontspan je lichamelijk. Je kunt helder nadenken wanneer je lichaam en geest gekalmeerd zijn. Maak een wandeling met je collega, haal iets te eten of te drinken of ga even zitten om na te denken.

  • Wees aardig voor jezelf. Gebruik dezelfde vriendelijke, geruststellende woorden die je in gesprekken met anderen gebruikt ook voor jezelf. Iedereen raakt soms gefrustreerd en maakt fouten. Weet dat de Heer dat begrijpt. Beeld je in dat Hij naast je zit, naar je luistert en je aanmoedigt. Bedenk dat hulpeloosheid, hopeloosheid of strenge veroordeling niet van de Heer komen.

  • Concentreer je op dankbaarheid. Word je bewust van wat er om je heen gebeurt. Concentreer je een paar minuten op de goede en positieve dingen van jezelf en van de wereld. Ga in gebed en uit je dankbaarheid voor minstens vijf verschillende zaken.

  • Neem één stap tegelijk. Bepaal het probleem en los het stap voor stap op. Vertel jezelf: ‘Het enige wat ik nu moet doen, is ____.’ Bijvoorbeeld: ‘Het enige wat ik nu moet doen, is op de bus wachten.’ of ‘Het enige wat ik nu moet doen, is dit adres vinden.’

  • Help een ander. Gebruik je energie om een ander te dienen. Glimlach naar anderen, help ze en wees dienstbaar. (Zie Predik mijn evangelie, pp. 183–185.)

  • Bestrijd negatieve gedachten. Maak een lijst met je negatieve gedachten van vandaag en herschrijf ze dan in een meer hoopvolle, waarheidsgetrouwe en aanmoedigende versie (zie voorbeeld aan de rechterzijde). Doe dit nu of voor het slapengaan.

C

Andere zendelingen helpen die gestrest zijn

  • Heb oog voor zendelingen die het moeilijk hebben. Vertel ze dat je begrijpt dat ze het moeilijk hebben. Verzeker ze dat je met hen zal samenwerken en dat jullie het met de hulp van de Heer kunnen. Indien gepast kun je een korte pauze voorstellen, zoals een wandeling met hun collega, een verandering van omgeving of indien mogelijk een minder belastende activiteit. Bid in stilte of samen met de zendeling om hulp.

  • Gedenk je doopverbond. We beloven ‘elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn; […] te treuren met hen die treuren; ja, en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde […] als getuige van God op te treden’ (Mosiah 18:8–9). Pas dit verbond toe door (1) een deel van de last van deze zendeling te dragen, (2) met hem mee te leven en hem te troosten en (3) te getuigen van Gods liefde.

  • Stel enkele vragen zonder dat de zendeling het gevoel heeft dat hij antwoord moet geven. Probeer: ‘Je lijkt van streek. Wat is er gebeurd?’ of ‘Wil je erover praten?’

  • Luister om te begrijpen en moedig aan. Goede raad wordt meestal pas aangenomen wanneer de persoon zich begrepen voelt. Stel vragen en help hen zelf antwoorden te vinden. Het is niet verstandig om jezelf als raadgever van je onderzoekers of zendelingen van het andere geslacht op te werpen, maar je kunt wel met empathie luisteren, helpen en aanmoedigen. (Zie Predik mijn evangelie, pp. 200–202.)

    Afbeelding
    Elder missionaries engaged in companion
  • Concentreer je op de beslissingen die nu genomen moeten worden. Ontwijk grote kwesties (zoals: ‘Ik weet niet of ik wel een getuigenis heb’) en concentreer je op de beslissingen die nu genomen moeten worden (‘Laten we nu gewoon even beslissen hoe we deze les gaan geven’). Bied je hulp aan (‘Ik zal deze keer mijn getuigenis geven’). Wanneer de zaken gekalmeerd zijn, kun je het grotere probleem opnieuw aanpakken en zoeken naar oplossingen (‘Wat is voor jou een getuigenis? Hoe kan iemand er een krijgen? Wat heb je al geprobeerd? Waar kunnen we meer ideeën vinden?’). Herinner de zendeling eraan dat de Heer na verloop van tijd oplossingen kan aanbieden als wij doen wat in onze mogelijkheden ligt en het aan Hem overlaten.

  • Herinner de zendeling aan zijn of haar sterke kanten. (‘Ik waardeer je integriteit en je verlangen om God te dienen.’)

  • Geef je getuigenis. Uit jouw overtuiging van Gods liefde en bereidheid om te helpen.

  • Wees verstandig als je anderen dient. Je hebt een heilige roeping. Wees betrouwbaar, behoud het vertrouwen en blijf steeds bij je collega.

  • Breng je zendingspresident op de hoogte als er geen verbetering optreedt.