‘27. Eigen tempelverordeningen’, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2025).
‘27. Eigen tempelverordeningen’, Algemeen handboek.
27.
Eigen tempelverordeningen
27.0
Inleiding
In oude tijden, telkens als er een getrouw volk op aarde was, heeft God het met tempelverbonden en verordeningen gezegend. Hij heeft soms toegestaan dat zijn heilige verordeningen buiten een tempel om bediend werden wanneer er geen ingewijde tempel was (zie Genesis 28:12–22; Exodus 24; Exodus 25:8–9; Ether 3). Maar in tijden dat de Heer zijn kerk heeft gevestigd, heeft Hij zijn volk geboden een huis te bouwen ‘voor [z]ijn naam’. Daar openbaart Hij zijn verordeningen en de heerlijkheden van zijn koninkrijk, en ontvouwt Hij de weg naar het eeuwig heil (zie 2 Kronieken 3–5; 2 Nephi 5:16; Leer en Verbonden 97:10–16; 124:29–39).
De tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn.
In de tempel staan Gods getrouwe kinderen in dit leven ook grote zegeningen ter beschikking. In tempelverbonden en -verordeningen ‘is de macht der goddelijkheid kenbaar’ (Leer en Verbonden 84:20). De tempel is een heiligdom waar leden kunnen aanbidden, leren, en leiding en troost ontvangen (zie Leer en Verbonden 109:13–16). Tempelbezoekers hebben toegang tot Gods macht om zijn werk tot stand te helpen brengen (zie Leer en Verbonden 109:22–23; zie ook 3.5 in dit handboek).
De tempelverbonden en -verordeningen zijn heilig. De symbolen die bij de tempelverbonden horen, worden niet buiten de tempel besproken. Evenmin bespreken we de heilige informatie waarvan we in de tempel met een verbond beloven die niet openbaar te maken. Maar we mogen de kerndoelen en de leerstellige beginselen inzake tempelverbonden en -verordeningen en de geestelijke gevoelens die we in de tempel hebben wél bespreken.
Leidinggevenden in de wijk en ring bespreken de informatie in dit hoofdstuk met leden die zich op hun begiftiging of verzegelverordeningen voorbereiden.
27.1
Tempelverordeningen ontvangen
27.1.1
Voorbereiding op de tempelverordeningen
Leden moeten zich geestelijk op de tempelverordeningen en het sluiten en nakomen van tempelverbonden voorbereiden.
De verantwoordelijkheid kinderen op de tempelverordeningen voor te bereiden, berust hoofdzakelijk bij hun ouders. Leidinggevenden in ring en wijk, dienende broeders en zusters, en verdere familieleden steunen de ouders daarbij.
De ring- en wijkfunctionarissen moedigen leden aan zich op hun eigen tempelverordeningen voor te bereiden. Ze beklemtonen ook het belang van tempelverbonden nakomen en een tempelaanbeveling waardig blijven en in bezit hebben.
Er staan op temples.ChurchofJesusChrist.org informatiebronnen waarmee leden zich op hun tempelverordeningen kunnen voorbereiden.
Zie 26.1 en 26.3.3 voor informatie over het verstrekken van tempelaanbevelingen in deze omstandigheden.
27.1.2
Gegevens verifiëren en een tempelaanbeveling voor eigen verordeningen ontvangen.
Leden spreken met hun bisschop wanneer ze zich voorbereiden om:
-
Hun eigen begiftiging te ontvangen (zie 27.2).
-
Zich aan een huwelijkspartner te laten verzegelen (zie 27.3).
-
Zich aan hun ouders te laten verzegelen (zie 27.4).
-
Hun kinderen aan zich te laten verzegelen (zie 27.4).
De bisschop helpt het lid bij het verifiëren van belangrijke gegevens zoals namen, geboortedatums, datums van vorige verordeningen en huwelijksdatums. Dat wordt gedaan in Verordeningsvoorbereiding in LCR.
De bisschop en ringpresident spreken met het lid om een tempelaanbeveling voor eigen verordeningen te verstrekken (zie 26.3.3).
27.1.3
Leden met een lichamelijke handicap
Leden met een lichamelijke handicap mogen, mits zij dat waardig zijn, alle tempelverordeningen ontvangen (zie 38.2.5). Deze leden worden aangemoedigd om naar de tempel te gaan met begiftigde familieleden of vrienden van hetzelfde geslacht die kunnen assisteren. Wie assisteren, moeten wel een geldige tempelaanbeveling hebben. Als bezoek met een familielid of vriend(in) niet mogelijk is, kunnen leden vooraf contact met de tempel opnemen om te zien wat er geregeld kan worden. Zie temples.ChurchofJesusChrist.org voor de contactgegevens van elke tempel.
Assistentiedieren en emotionele-steundieren zijn niet in tempels toegestaan. Ringpresidenten kunnen met vragen terecht bij de afdeling Tempelzaken via TempleDepartment@ChurchofJesusChrist.org.
27.1.4
Tempeldienst in moedertaal
Als leden de tempeldienst in hun moedertaal willen volgen, wenden zij zich vooraf tot de tempel om te weten wat de mogelijkheden daartoe zijn. Zie temples.ChurchofJesusChrist.org voor de contactgegevens van iedere tempel.
27.1.5
Kleding voor tempelbezoek
Wanneer leden naar de tempel gaan, dragen ze kleding die ook passend is voor de avondmaalsdienst. Ze dragen geen vrijetijdskleding of kleding die het garment niet bedekt. Ze dragen ook geen al te formele kleding, zoals een smoking. Deze regel kan het best door de ouders, dienende broeders en zusters, en leidinggevenden in wijk en ring besproken worden wanneer leden zich op hun tempelbezoek voorbereiden.
Zie 27.3.2.6 voor informatie over kleding voor een tempelverzegeling.
Zie 38.5 voor informatie over:
-
Kleding die bij de begiftiging en verzegelingen gedragen wordt.
-
Ceremoniële tempelkleding en garments aanschaffen, dragen en verzorgen.
27.1.6
Kinderopvang
Kinderen moeten onder toezicht van een of meer volwassenen staan als ze zich op het tempelterrein bevinden. Tempelwerkers houden desgewenst alleen in de volgende situaties toezicht op kinderen:
-
Als kinderen zich aan hun ouders laten verzegelen
-
Als kinderen de verzegeling van hun levende (stief-/half)broers en -zussen aan hun ouders bijwonen
27.1.7
Met leden spreken na hun eerste tempelbezoek
Leden hebben vaak vragen na hun eerste tempelbezoek. Begiftigde familieleden, de bisschop, andere leidinggevenden in de wijk, en dienende broeders en zusters spreken desgewenst met leden over hun recente tempelbezoek.
Leidinggevenden moedigen de leden ook aan om onder inspiratie van de Heilige Geest antwoord op hun vragen te zoeken. De Geest kan in de tempel antwoord geven op veel vragen die leden mogelijk over hun tempelbezoek hebben.
Er staan op temples.ChurchofJesusChrist.org informatiebronnen waarin veel vragen worden beantwoord.
27.2
De begiftiging
Het woord begiftiging betekent ‘gave’. De tempelbegiftiging is letterlijk een gave van God, een zegenrijk geschenk voor zijn kinderen. De begiftiging kan alleen in heilige tempels worden ontvangen. De gaven die leden door de tempelbegiftiging ontvangen, zijn onder andere:
-
Meer kennis van de doeleinden en leringen van de Heer.
-
De kracht om alles te doen wat onze hemelse Vader van zijn kinderen verlangt.
-
Goddelijke leiding wanneer ze de Heer, hun gezin en anderen dienen.
-
Meer hoop, troost en gemoedsrust.
Alle beloofde zegeningen van de begiftiging zijn zowel in dit leven als in de eeuwigheid van kracht. De vervulling van die beloften hangt af van getrouwheid aan het evangelie van Jezus Christus.
De begiftiging bestaat uit twee onderdelen. Bij het eerste onderdeel ontvangt de betrokkene inleidende verordeningen die voorverordeningen worden genoemd. De voorverordeningen bestaan uit symbolisch wassen en zalven, en een instructie over het dragen van het garment (zie Exodus 29:4–9). Er horen ook bijzondere zegeningen bij met betrekking tot het goddelijke potentieel van de betrokkene.
Tijdens de voorverordeningen wordt het lid geïnstrueerd om het garment te dragen. Het garment is een heilig symbool van Jezus Christus. Het is ook een herinnering aan onze tempelverbonden. Als de kerkleden hun verbonden nakomen, waaronder het heilige voorrecht om het garment op de uiteengezette wijze te dragen, krijgen ze meer toegang tot de barmhartigheid, bescherming, kracht en macht van de Heiland. Zie 38.5 voor meer informatie over het garment.
In het tweede onderdeel van de begiftiging wordt het heilsplan uiteengezet, waaronder de schepping, de val van Adam en Eva, en de verzoening van Jezus Christus. De leden leren ook hoe ze in de tegenwoordigheid van de Heer kunnen terugkeren.
In die begiftigingsdienst sluiten ze op uitnodiging heilige verbonden om:
-
De wet van gehoorzaamheid na te leven en ernaar te streven de geboden van onze hemelse Vader na te komen;
-
De wet van offerande te gehoorzamen, wat inhoudt dat ze offers brengen om het werk van de Heer te steunen en zich met een gebroken hart en een verslagen geest bekeren.
-
De wet van het evangelie van Jezus Christus te gehoorzamen, wat inhoudt:
-
Geloof in Jezus Christus oefenen.
-
Zich dagelijks bekeren.
-
Verbonden met God sluiten door de verordeningen van heil en verhoging te ontvangen.
-
Tot het einde toe volharden door verbonden na te komen.
-
Ernaar streven de twee grote geboden na te leven. Die luiden: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand’ en ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Mattheüs 22:37, 39).
-
-
De wet van kuisheid na te leven, wat inhoudt dat seksuele omgang alleen plaatsvindt binnen een wettig huwelijk tussen een man en een vrouw, dat volgens Gods wet is gesloten.
-
de wet van toewijding na te komen, wat inhoudt dat de leden hun tijd, talenten en alles waarmee de Heer ze heeft gezegend toewijden aan de opbouw van Jezus Christus’ kerk op aarde.
Onze hemelse Vader belooft op zijn beurt dat wie hun tempelverbonden trouw blijven, begiftigd zullen worden ‘met macht van omhoog’ (Leer en Verbonden 38:32, 38; zie ook Lukas 24:49; Leer en Verbonden 43:16).
27.2.1
Wie de begiftiging mogen ontvangen
Alle toerekeningsvatbare volwassen leden van de kerk worden uitgenodigd om zich op hun eigen begiftiging voor te bereiden. Alle andere vereiste verordeningen moeten verricht en geregistreerd zijn voordat leden voor de begiftiging in aanmerking komen (zie 26.3.3). Zie 27.2.2 voor informatie over het beste moment dat de begiftiging kan worden ontvangen.
27.2.1.1
Pasgedoopte leden
Volwassen nieuwe leden die de kerknormen naleven, komen vanaf een vol jaar na hun bevestiging voor hun begiftiging in aanmerking (zie 26.5.1).
27.2.1.2
Leden met een onbegiftigde huwelijkspartner
Een waardig lid van wie de huwelijkspartner onbegiftigd is, kan zijn of haar begiftiging ontvangen als:
-
de onbegiftigde huwelijkspartner zijn of haar toestemming geeft;
-
het lid, de bisschop en de ringpresident stellig van mening zijn dat de verantwoordelijkheid die het lid met de tempelverbonden op zich neemt, het huwelijk niet zal schaden.
Deze voorwaarden gelden of de huwelijkspartner nu lid van de kerk is of niet.
27.2.1.3
Leden met een verstandelijke handicap
Leden met een verstandelijke handicap kunnen hun begiftiging ontvangen als ze aan deze voorwaarden voldoen:
-
Ze hebben alle andere vereiste verordeningen ontvangen (zie 18.1).
-
Ze hebben het intellectuele vermogen om de bijbehorende verbonden te begrijpen, te sluiten en na te komen.
De bisschop overlegt met het lid en, indien van toepassing, met zijn of haar ouders. Hij stelt zich ook open voor de leiding van de Geest. Hij overlegt desgewenst met de ringpresident. De ringpresident legt vragen zo nodig aan het kantoor van het Eerste Presidium voor. Zie 38.2.4.
27.2.2
Besluiten wanneer de begiftiging het beste kan worden ontvangen
Het besluit om de begiftiging te ontvangen, is persoonlijk en wordt onder gebed overwogen. De begiftiging is een zegen van macht en openbaring voor allen die zich erop voorbereiden. Leden kunnen ervoor kiezen hun eigen begiftiging te ontvangen als ze aan alle volgende voorwaarden voldoen:
-
Ze zijn minstens 18 jaar oud.
-
Ze hebben een diploma van of gaan niet langer naar de middelbare school of vergelijkbaar onderwijs.
-
Hun bevestiging was minstens een vol jaar geleden.
-
Ze verlangen heilige tempelverbonden te ontvangen en die hun leven lang na te komen.
Bovendien moet een man het Melchizedeks priesterschap dragen voordat hij de begiftiging ontvangt.
Leden die een zendingsoproep hebben ontvangen of zich voorbereiden op een verzegeling in de tempel, dienen hun begiftiging te ontvangen. De bisschop spreekt ook met andere volwassen leden die hun begiftiging willen ontvangen.
Voordat ze een tempelaanbeveling voor eigen begiftiging aan een lid verstrekken, moeten de bisschop en ringpresident de indruk hebben dat de betrokkene klaar is om heilige tempelverbonden te begrijpen en na te komen. Of iemand klaar is moet voor ieder lid apart worden vastgesteld. Leidinggevenden hanteren geen algemene criteria, zoals de hierna genoemde, om te bepalen of iemand klaar is voor de begiftiging:
-
Een bepaalde leeftijd bereiken.
-
In verband met studie, werk of militaire dienst het ouderlijk huis uitgaan.
-
De wens de tempelverzegeling van een familielid of vriend(in) bij te wonen.
27.2.3
De begiftiging plannen en afspreken
27.2.3.1
Aanbeveling voor eigen verordeningen krijgen
Om de tempel te betreden en de begiftiging te ontvangen, moet een lid beschikken over:
27.2.3.2
Contact opnemen met de tempel
Leden die hun begiftiging willen ontvangen, nemen vooraf contact op met de tempel om een afspraak te maken voor die verordening. Dat kan nadat zij met hun bisschop hebben gesproken (zie 27.1.2). De tempel geeft nadere instructies, inclusief informatie over tempelkleding, wanneer de afspraak wordt ingepland.
27.2.3.3
Begeleiding voor leden die hun begiftiging ontvangen
Leden die hun begiftiging zullen ontvangen, mogen een begiftigd lid van het eigen geslacht vragen hen tijdens de begiftigingsdienst te begeleiden. Een begeleid(st)er moet een geldige tempelaanbeveling hebben. De tempel kan indien nodig in een begeleid(st)er voorzien.
27.3
Verzegeling van man en vrouw
‘Het gezin is door God ingesteld. Het huwelijk van man en vrouw is van essentieel belang in zijn eeuwige plan.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.) Een tempelverzegeling verbindt een man en vrouw voor tijd en alle eeuwigheid. De ‘verhoging en verheerlijking in alle dingen’ wordt op het echtpaar verzegeld (Leer en Verbonden 132:19–20; zie ook 1.1 in dit handboek). Onze hemelse Vader belooft deze en andere zegeningen aan echtparen die hun tempelverbonden trouw blijven.
In de verzegelverordening ontvangen een man en een vrouw elkaar voor tijd en alle eeuwigheid. Ze sluiten een verbond met God en met elkaar dat ze:
-
Zich aan elkaar zullen hechten (zie Markus 10:7–9).
-
In liefde en rechtschapenheid met elkaar zullen overleggen en samenwerken (zie Mozes 5:1, 12).
-
Hun door God gegeven rol als man en vrouw, vader en moeder zullen vervullen. De man belooft met ‘mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde’ te zullen presideren (Leer en Verbonden 121:41).
-
Alle wetten van het nieuw en eeuwigdurend verbond in acht zullen nemen (Leer en Verbonden 66:2; 132:6–7, 21).
Kerkleiders moedigen de leden aan zich op een huwelijk en verzegeling in de tempel voor te bereiden. Waar een tempelhuwelijk niet wettelijk erkend wordt, wordt eerst een burgerlijk huwelijk gesloten, gevolgd door een tempelverzegeling (zie 38.3). Deze optie kan ook gevolgd worden als ouders of naaste familieleden zich anders mogelijk buitengesloten voelen omdat ze de tempelceremonie niet kunnen bijwonen.
Zie 27.4 voor informatie over het verzegelen van levende kinderen aan hun ouders.
27.3.1
Wie zich in een tempel mogen laten verzegelen
Alle toerekeningsvatbare ongehuwde leden van de kerk worden uitgenodigd om zich op een tempelverzegeling voor te bereiden. Wie een burgerlijk huwelijk hebben gesloten, worden aangemoedigd om zich voor tijd en eeuwigheid in de tempel te laten verzegelen zodra ze daar klaar voor zijn. Leden moeten begiftigd zijn voordat ze zich kunnen laten verzegelen (zie 27.2).
Paren die zich in de tempel willen laten verzegelen, moeten (1) vóór hun verzegeling voor de wet getrouwd zijn, of (2) in één en dezelfde tempelceremonie in het huwelijk treden en zich laten verzegelen. Zie 27.3.2.
27.3.1.1
Leden die aan een vorige huwelijkspartner zijn verzegeld
Zie 38.4.1.
27.3.1.2
Leden met een verstandelijke handicap
Leden met een verstandelijke handicap kunnen zich aan hun huwelijkspartner laten verzegelen als ze aan deze voorwaarden voldoen:
-
Ze hebben alle andere vereiste verordeningen ontvangen, waaronder de begiftiging (zie 27.2.1.3).
-
Ze hebben het intellectuele vermogen om de bijbehorende verbonden te begrijpen, te sluiten en na te komen.
De bisschop overlegt met het lid en de huwelijkspartner of verloofde. Hij stelt zich ook open voor de leiding van de Geest. Hij overlegt desgewenst met de ringpresident. De ringpresident legt vragen zo nodig aan het kantoor van het Eerste Presidium voor. Zie 38.2.4.
27.3.2
Tempelverzegeling plannen en afspreken
27.3.2.1
Aanbeveling voor eigen verordeningen krijgen voor de verzegeling van man en vrouw
Leden moeten begiftigd zijn om aan een huwelijkspartner te worden verzegeld. Ze moeten ook over het volgende beschikken:
27.3.2.2
Contact opnemen met de tempel
Leden die zich aan een huwelijkspartner willen laten verzegelen, nemen vooraf contact op met de tempel om een afspraak te maken voor die verordening. Dat kan nadat zij met hun bisschop hebben gesproken (zie 27.1.2). De tempel geeft nadere instructies wanneer de afspraak wordt ingepland.
27.3.2.3
Bewijs van huwelijkstoestemming
Voor zover het wettelijk is toegestaan, kunnen leden in dezelfde tempelceremonie trouwen en zich aan elkaar laten verzegelen. In landen waar dit wettelijk verplicht is, zorgt een echtpaar dat in de tempel wil trouwen voor een geldig bewijs van huwelijkstoestemming. Het bewijs wordt gecontroleerd tijdens het verifiëren van de gegevens in Verordeningsvoorbereiding (zie 27.1.2). Het echtpaar moet het bewijs van huwelijkstoestemming ook meenemen naar de tempel.
Paren die zich na een burgerlijk huwelijk laten verzegelen, hoeven geen bewijs van huwelijkstoestemming mee te nemen. In plaats daarvan voeren ze de datum en plaats van hun burgerlijk huwelijk in Verordeningsvoorbereiding in LCR in (zie 27.1.2).
27.3.2.4
Begeleiding voor het echtpaar dat wordt verzegeld
Een begiftigde zuster mag de zuster die wordt verzegeld vergezellen om haar in de kleedruimte te assisteren. Een begiftigde broeder mag dat doen voor de broeder die wordt verzegeld. Een begeleid(st)er moet een geldige tempelaanbeveling hebben. De tempel kan indien nodig in een begeleid(st)er voorzien.
27.3.2.5
Wie een tempelverzegeling voltrekt
Een tempelverzegeling wordt gewoonlijk voltrokken door een verzegelaar die toegewezen is aan de tempel waar het paar zich laat verzegelen. Als een familielid of kennis de verzegelbevoegdheid heeft, en toegewezen is aan de tempel waar het paar zich laat verzegelen, mag het paar hem vragen om hun verzegeling te voltrekken.
Een verzegelaar mag ook toestemming aan het Eerste Presidium vragen om een verzegeling van zijn nageslacht (kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen) te voltrekken in een andere tempel dan waaraan hij toegewezen is. Hij moet voor een dergelijke verzegeling een toestemmingsbrief van het Eerste Presidium ontvangen. Hij overhandigt de brief in de tempel.
Leden wordt afgeraden algemene autoriteiten te vragen om hun tempelverzegeling te voltrekken.
27.3.2.6
Gepaste kleding voor een tempelverzegeling
Jurk van de zuster. Een zuster die verzegeld wordt, mag tijdens de verzegelingsceremonie normale tempelkleding (zie 38.5.1 en 38.5.2) of een bruidsjurk dragen. De jurk die de bruid in de tempel draagt, is wit, bescheiden van vormgeving en stof, en zonder al te veel versieringen. De jurk dient ook het garment te bedekken. Doorzichtig materiaal moet van een witte voering zijn voorzien.
De jurk van de bruid moet, net als alle andere tempeljurken, lange of driekwart mouwen hebben. De jurk heeft geen sleep, tenzij die afneembaar is en voor de verzegelingsceremonie kan worden verwijderd.
De tempel kan in een jurk voorzien als dat nodig of gewenst is.
Kleding van de broeder. De broeder die wordt verzegeld draagt normale tempelkleding tijdens de verzegelingsceremonie (zie 38.5.1 en 38.5.2). Buiten de tempel mag hij formele kleding dragen.
Kleding van de gasten. Wie een verzegelingsceremonie bijwonen, dragen kleding die ook passend zou zijn voor een avondmaalsdienst. Ze dragen geen vrijetijdskleding of kleding die het garment niet bedekt. Ze dragen ook geen al te formele kleding, zoals een smoking.
Wie uit een begiftigingsdienst komen en direct naar een verzegeling gaan, mogen de ceremoniële tempelkleding dragen.
Het paar stelt gasten ruim vóór de verzegeling van deze informatie op de hoogte.
Bloemen. Het echtpaar en hun gasten dragen geen corsages of bloemen tijdens de verzegelingsceremonie. Buiten de tempel mogen ze wel corsages of bloemen dragen. Het paar stelt gasten ruim vóór de verzegeling van deze informatie op de hoogte.
27.3.2.7
Ringen uitwisselen na een tempelverzegeling
Het uitwisselen van ringen maakt geen deel uit van de tempelverzegelingsceremonie. Het echtpaar kan na de ceremonie echter wel ringen in de verzegelkamer uitwisselen. Echtparen wisselen nergens anders in de tempel of op het tempelterrein ringen uit. Dit zou kunnen afleiden van de ceremonie zelf.
Paren die in dezelfde ceremonie trouwen en zich laten verzegelen, mogen op een later moment ringen uitwisselen om familieleden tegemoet te komen die geen tempelverzegeling kunnen bijwonen. Het uitwisselen van de ringen moet wel verenigbaar zijn met de waardigheid van een tempelverzegeling. Bij de uitwisseling hoort niets van de verzegelingsceremonie te worden nagebootst. Het paar legt na de verzegeling in de tempel geen huwelijksgeloften aan elkaar af.
Paren die een burgerlijk huwelijk sluiten vóór hun tempelverzegeling, mogen ringen uitwisselen bij de burgerlijke plechtigheid, bij hun tempelverzegeling of bij beide ceremonies.
27.3.3
Huwelijk voor dit leven in de tempel
Het doel van de tempel is verordeningen voor de eeuwigheid te bedienen. Om die reden worden huwelijken voor alleen dit leven niet meer in de tempel voltrokken.
Zie 38.4.1.7 voor het beleid inzake de verzegeling van een echtpaar dat in de tempel alleen voor dit leven is gehuwd.
27.3.4
Wie een tempelverzegeling mogen bijwonen
Paren nodigen alleen naaste familieleden en vrienden uit voor een tempelverzegeling. Toerekeningsvatbare leden moeten begiftigd zijn en een geldige tempelaanbeveling hebben om de ceremonie bij te wonen.
Sommige ingeschreven leden worden niet gedoopt vanwege een verstandelijke handicap; anderen laten zich wel dopen, maar worden om dezelfde reden niet begiftigd. De ringpresident kan hun toestemming geven om de tempelverzegeling van hun levende broers en zussen of ouders bij te wonen als zij:
-
Minstens 18 jaar oud zijn.
-
Eerbiedig kunnen zijn tijdens de ceremonie.
De ringpresident vermeldt in een brief dat de betrokkene gemachtigd is om de verzegeling bij te wonen. Deze brief wordt in de tempel afgegeven.
Leden moeten begiftigd zijn en een geldige tempelaanbeveling hebben om de verzegeling van hun ouders bij te wonen.
Zie 27.4.5 voor informatie over wie een verzegeling van levende kinderen aan ouders mag bijwonen.
27.3.5
Huwelijksrecepties
Zie 38.3.4 voor informatie over huwelijksrecepties in kerkgebouwen.
27.4
Verzegeling van levende kinderen aan ouders
Kinderen die na de tempelverzegeling van hun ouders zijn geboren, worden in het verbond van die verzegeling geboren. Ze hoeven zich niet aan hun ouders te laten verzegelen.
Kinderen die niet in het verbond zijn geboren, kunnen deel van een eeuwig gezin gaan uitmaken door zich aan hun biologische of adoptieouders te laten verzegelen. Die kinderen maken aanspraak op dezelfde zegeningen als wie in het verbond zijn geboren.
Zie 38.4.2 voor beleidsregels inzake kinderen aan ouders verzegelen.
27.4.1
Aanbeveling voor eigen verordeningen ontvangen
Een echtpaar dat hun kinderen aan zich wil laten verzegelen, moet zich eerst aan elkaar laten verzegelen. Ze moeten ook over het volgende beschikken:
-
Een tempelaanbeveling voor eigen verordeningen (zie 26.3.3).
-
Een geldige tempelaanbeveling voor begiftigde leden (zie 26.3.2).
In de volgende tabel staat welke aanbevelingen leden nodig hebben als ze zich aan hun ouders laten verzegelen. Zie 26.1 voor informatie over deze aanbevelingen.
|
Persoon die aan ouders wordt verzegeld |
Vereiste aanbeveling(en) |
|---|---|
Persoon die aan ouders wordt verzegeld Kind jonger dan 8 jaar | Vereiste aanbeveling(en) |
Persoon die aan ouders wordt verzegeld Lid tussen 8 en 11 jaar dat is gedoopt en bevestigd | Vereiste aanbeveling(en)
|
Persoon die aan ouders wordt verzegeld Onbegiftigd lid jonger dan 21 jaar en dat 12 jaar of ouder wordt in het jaar van de verordening | Vereiste aanbeveling(en) |
Persoon die aan ouders wordt verzegeld Begiftigd lid (leden van 21 jaar of ouder moeten begiftigd zijn voordat ze aan hun ouders worden verzegeld) | Vereiste aanbeveling(en) |
Sommige ingeschreven leden worden niet gedoopt vanwege een verstandelijke handicap; anderen laten zich wel dopen, maar worden om dezelfde reden niet begiftigd. De ringpresident kan toestemming geven voor de verzegeling aan hun ouders. De ringpresident vermeldt in een brief dat de betrokkene gemachtigd is om zich te laten verzegelen. Deze brief wordt in de tempel afgegeven.
Zie 27.4.5 voor informatie over wie een verzegeling van levende kinderen aan ouders mag bijwonen.
27.4.2
Contact opnemen met de tempel
Een echtpaar dat hun kinderen aan zich wil laten verzegelen, of kinderen die zich aan hun overleden ouders willen laten verzegelen, nemen vooraf contact op met de tempel om een afspraak te maken voor die verordening. Dat kan nadat de leden met hun bisschop hebben gesproken (zie 27.1.2). Soms moeten er nog andere tempelverordeningen worden verricht voordat de verzegeling kan plaatsvinden.
27.4.3
Kinderopvang
Zie 27.1.6.
27.4.4
Wie een verzegeling van levende kinderen aan ouders voltrekt
Een verzegeling van levende kinderen aan ouders wordt gewoonlijk voltrokken door een verzegelaar die toegewezen is aan de tempel waar de verzegeling plaatsvindt. Als een familielid of kennis de verzegelbevoegdheid heeft, en toegewezen is aan de tempel waar de verzegeling plaatsvindt, mag de familie hem vragen om de verzegeling te voltrekken.
Een verzegelaar mag ook toestemming aan het Eerste Presidium vragen om een verzegeling van levende kinderen aan ouders die tot zijn nageslacht behoren (kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen) te voltrekken in een andere tempel dan waaraan hij toegewezen is. Hij moet voor een dergelijke verzegeling een toestemmingsbrief van het Eerste Presidium ontvangen. Hij overhandigt de brief in de tempel.
Leden wordt afgeraden algemene autoriteiten te vragen om de verzegeling van levende kinderen aan hun ouders te voltrekken.
27.4.5
Wie een verzegeling van kinderen aan ouders mag bijwonen
Om de verzegeling van hun (stief-/half)broers en -zussen aan hun ouders bij te wonen, moeten onbegiftigde leden jonger dan 21 jaar in het verbond zijn geboren of aan hun ouders zijn verzegeld. Daarnaast moeten kinderen van 8 jaar en ouder gedoopt en bevestigd zijn en een geldige tempelaanbeveling hebben.
In de volgende tabel staat welke aanbevelingen leden nodig hebben om de verzegeling van hun (stief-/half)broers en -zussen aan hun ouders bij te wonen. Zie 26.1 voor informatie over deze aanbevelingen.
|
Persoon die de verzegeling bijwoont |
Vereiste aanbeveling(en) |
|---|---|
|
Kind jonger dan 8 jaar |
|
|
Lid tussen 8 en 11 jaar dat is gedoopt en bevestigd |
|
|
Onbegiftigd lid jonger dan 21 jaar en dat 12 jaar of ouder wordt in het jaar van de verordening | |
|
Begiftigd lid (leden van 21 jaar of ouder moeten begiftigd zijn voordat ze de verzegeling bijwonen) |
|