Handboeken en roepingen
2. Individuele leden en gezinnen steunen in Gods werk van heil en verhoging


‘2. Individuele leden en gezinnen steunen in Gods werk van heil en verhoging’, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2020).

‘2. Individuele leden en gezinnen steunen’, Algemeen handboek.

Afbeelding
familiefoto

2.

Individuele leden en gezinnen steunen in Gods werk van heil en verhoging

2.0

Inleiding

Als leidinggevende in de Kerk van Jezus Christus steunt u kerkleden individueel en als gezin bij het tot stand brengen van Gods werk van heil en verhoging (zie 1.2). Het ultieme doel van dit werk is het voor alle kinderen van God mogelijk te maken om de zegeningen van het eeuwige leven en een volheid van vreugde te ontvangen.

Gods werk van heil en verhoging komt door het gezin tot stand. Dit werk gebeurt voor alle kerkleden voornamelijk thuis. Dit hoofdstuk geeft u inzicht in:

  • De rol van het gezin in Gods plan.

  • Gods werk van heil en verhoging thuis.

  • Het verband tussen thuis en de kerk.

2.1

De rol van het gezin in Gods plan

Het gezin is door God ingesteld en staat centraal in zijn plan. Ieder van ons ‘is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders [met] een goddelijke aard en bestemming’. (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, ChurchofJesusChrist.org.) We maken deel uit van hun gezin. We leefden vóór onze geboorte bij Hen.

Onze hemelse Vader heeft als onderdeel van zijn plan op aarde het gezin ingesteld. Hij wil dat het gezinsleven ons geluk ten goede komt. Het gezinsleven biedt ons de gelegenheid te leren, te groeien, te dienen, te vergeven en ons te bekeren. Het kan ons op het eeuwige leven voorbereiden.

In dit leven hebben veel mensen beperkt kans op liefdevolle gezinsrelaties. Geen enkel gezin is van moeilijkheden, pijn en verdriet gevrijwaard. Individuele leden en gezinnen oefenen geloof in de Heer en streven ernaar om naar de leringen te leven die Hij over het gezin geopenbaard heeft. De Heiland heeft beloofd dat Hij de lasten wil helpen dragen van allen die tot Hem komen (zie Mattheüs 11:28–30).

Het plan van geluk van onze hemelse Vader biedt al zijn kinderen de kans om zijn evangelie aan te nemen en zijn grootste zegeningen te ontvangen (zie Leer en Verbonden 137:7–10). Allen die verbonden met God sluiten en nakomen, kunnen vreugde en ‘vrede in deze wereld, en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ ervaren (Leer en Verbonden 59:23; zie ook Mosiah 2:41).

Gods belofte van het eeuwige leven behelst onder meer een eeuwig huwelijk, kinderen en alle andere zegeningen van een eeuwig gezin. Die belofte geldt ook voor wie momenteel niet gehuwd zijn of geen gezinsleden in de kerk hebben (zie 38.1.4). Die zegeningen zijn zeker voor iedereen die ernaar streeft om als discipel van Jezus Christus te leven.

2.1.1

Eeuwige families

Een eeuwige familie komt tot stand als kerkleden de verzegelverordeningen in de tempel ontvangen en de bijbehorende verbonden sluiten. De zegeningen van een eeuwige familie zijn voor de leden weggelegd als ze die verbonden nakomen en zich bekeren wanneer ze daar niet in slagen. De leidinggevenden in de kerk helpen de leden bij hun voorbereiding op die verordeningen en het nakomen van hun verbonden.

Ieder kan uiteenlopende rollen in een eeuwige familie vervullen. Alle rollen in een familie zijn heilig en belangrijk. Denk aan de rol van moeder en vader, dochter en zoon, zus en broer, tante en oom, grootmoeder en grootvader. Als zij die rollen met liefde vervullen, maken Gods kinderen vooruitgang op de weg naar het eeuwige leven.

Een ander aspect van een eeuwige familie tot stand brengen is het verrichten van tempelverordeningen. Daardoor kunnen kerkleden aan hun overleden voorouders verzegeld worden.

Leden streven, met hun begrip van Gods plan, naar de zegeningen van een eeuwige familie.

2.1.2

Man en vrouw

Het huwelijk tussen man en vrouw is van Godswege verordonneerd (zie Leer en Verbonden 49:15). Man en vrouw zijn geschapen om samen naar de staat van eeuwig leven toe te groeien (zie 1 Korinthe 11:11).

Een van de vereisten voor het eeuwige leven is dat een man en vrouw het celestiale huwelijksverbond aangaan (zie Leer en Verbonden 131:1–4). Een echtpaar sluit dat verbond door hun huwelijk in de tempel te laten verzegelen. Dat verbond vormt het fundament van een eeuwig gezin. Hun huwelijk kan bij getrouwheid eeuwig voortduren. Uiteindelijk kunnen zij worden zoals God is (zie Leer en Verbonden 132:19–20).

God heeft man en vrouw geboden om elkaar aan te kleven (zie Genesis 2:24; Leer en Verbonden 42:22). In deze context betekent het woord aankleven volledig trouw en toegewijd zijn aan een ander. Gehuwde paren kleven elkaar aan door elkaar lief te hebben en te dienen.

Elkaar aankleven houdt ook volledige trouw tussen man en vrouw in. De seksuele omgang tussen man en vrouw is bedoeld mooi en heilig te zijn. Die omgang is door God ingesteld om kinderen te verwekken en om de liefde tussen man en vrouw tot uiting te brengen. Tederheid en respect – geen egoïsme – dienen de grondslag van hun intieme omgang te zijn.

God heeft geboden dat seksuele intimiteit alleen binnen het huwelijk tussen een man en een vrouw mag plaatsvinden. Seksuele reinheid vóór het huwelijk en trouw binnen het huwelijk bevorderen waar geluk, en voorkomen geestelijk, emotioneel en lichamelijk leed. Ouders en leidinggevenden in de kerk dienen er alles aan te doen om die lering meer gewicht te geven (zie 38.6.5).

Echtgenoten streven ernaar één te worden in het stichten van hun gezin (zie Genesis 2:24). Eenheid in het huwelijk vraagt om een volledig partnerschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Man en vrouw zijn gelijkwaardig in Gods ogen. Geen van beiden domineert de ander. Ze moeten hun beslissingen in eensgezindheid en liefde nemen, met de volledige inbreng van beiden.

Adam en Eva zijn een voorbeeld voor ons als man en vrouw. Ze werkten, baden en aanbaden samen (zie Mozes 5:1, 4). Ze onderwezen hun kinderen in het evangelie en treurden samen over hun beproevingen (zie Mozes 5:12, 27). Ze waren één met elkaar en met God.

2.1.3

Ouders en kinderen

Gods eerste gebod aan Adam en Eva als echtgenoten was kinderen te krijgen (zie Genesis 1:28). Hedendaagse profeten hebben verklaard dat ‘Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft’. (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’; zie ook Leer en Verbonden 49:16–17.)

Man en vrouw hebben het heilige voorrecht en de taak om voor de kinderen te zorgen die ze mogen krijgen of adopteren. Adoptieouders ontvangen dezelfde zegeningen en dragen dezelfde verantwoordelijkheid als biologische ouders.

Een liefdevolle man en vrouw zorgen gezamenlijk voor de beste omgeving om kinderen in op te voeden. Individuele omstandigheden kunnen er soms toe leiden dat ouders hun kinderen niet samen kunnen grootbrengen. De Heer zal ze echter zegenen als ze zijn hulp zoeken en ernaar streven om hun verbonden met Hem na te komen.

Ouders hebben de essentiële taak om hun kinderen op de zegeningen van het eeuwige leven voor te bereiden. Ze leren hun kinderen om God en anderen lief te hebben en te dienen (zie Mattheüs 22:36–40). Ze leren ze om tot hun hemelse Vader te bidden en Gods woord te bestuderen (zie Alma 37:36–37, 44–46). Ze brengen hun kinderen begrip bij van de leer van geloof in Jezus Christus, bekering, doop en de gave van de Heilige Geest (zie Leer en Verbonden 68:25). Ze bereiden ze ook voor op het sluiten van verbonden door de verordeningen van heil en verhoging te ontvangen.

‘De vader [behoort] zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te presideren. Hij heeft tot taak te voorzien in de levensbehoeften en de bescherming van zijn gezin.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.) Als er geen echtgenoot of vader thuis is, presideert de moeder het gezin.

Het gezin presideren houdt in de gezinsleden terug naar Gods tegenwoordigheid te helpen leiden. Dat gebeurt door vriendelijk, zachtmoedig en met zuivere liefde in navolging van Jezus Christus te dienen en te onderwijzen (zie Mattheüs 20:26–28). Het gezin presideren houdt ook in de gezinsleden regelmatig voor gebed, evangeliestudie en andere aspecten van aanbidding bijeen te roepen. Ouders werken eensgezind aan die taken.

‘De taak van de moeder is op de eerste plaats de zorg voor de kinderen.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.) ‘Zorgen voor’ betekent voeden, onderwijzen en steunen in navolging van de Heiland (zie 3 Nephi 10:4). Een moeder brengt haar kinderen, eensgezind met haar man, evangeliewaarheden en geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus bij. Ze zorgen samen voor een liefdevolle sfeer in het gezin.

‘Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.) Ze overleggen onder gebed met elkaar en met de Heer.

Afbeelding
vader onderwijst gezin

2.2

Gods werk van heil en verhoging thuis

Het Eerste Presidium heeft gezegd: ‘In het gezin krijgt een rechtschapen leven vorm.’ (Brief van het Eerste Presidium, 11 februari 1999.) Leden dragen thuis individueel en als gezin aan Gods werk van heil en verhoging bij.

Om de leden in Gods werk van heil en verhoging thuis te steunen, moedigen de leidinggevenden in de kerk hen aan om de Geest thuis uit te nodigen. Ook moedigen zij de leden aan om de sabbat te heiligen, zich thuis in het evangelie te verdiepen en wekelijks thuisavond te houden. Leidinggevenden schenken bijzondere aandacht aan leden die weinig of geen steun of aanmoediging van familieleden krijgen.

2.2.1

De Geest thuis uitnodigen

De kerkleden krijgen de raad om van hun huis een oord van geestelijke kracht en vreugde te maken. Ze kunnen de Geest thuis op eenvoudige manieren uitnodigen.

2.2.2

De sabbat heiligen

God heeft zijn kinderen geboden: ‘Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt’ (Exodus 20:8). De kerkleden komen op de sabbat bijeen om ter nagedachtenis aan Jezus Christus en zijn verzoening aan het avondmaal deel te nemen (zie Leer en Verbonden 59:12). De sabbat is een dag van evangeliestudie en -onderwijs in de kerk en thuis. De leden kunnen op de sabbat kracht opdoen door activiteiten zoals:

  • Persoonlijke verering door bidden en vasten.

  • Evangeliestudie.

  • Bediening en dienstverlening.

  • Familiegeschiedenis.

  • Vreugdevolle gezinstijd.

  • Andere gepaste samenkomsten.

2.2.3

Het evangelie thuis bestuderen en leren

Evangelieonderwijs en -studie zijn thuisgericht en kerkgesteund. De kerkleiders moedigen alle leden aan om op de sabbat en doordeweeks thuis aan evangeliestudie te doen. Evangeliestudie thuis sterkt de leden individueel en als gezin. Diepere bekering tot onze hemelse Vader en de Heer Jezus Christus zijn daarvan het gevolg.

De Schriften zijn, op basis van het studierooster in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen, de aanbevolen cursus voor evangeliestudie thuis.

De leden doen er goed aan om zich persoonlijk en als gezin door inspiratie te laten leiden, zodat ze bestuderen wat het beste aan hun behoeften beantwoordt. Naast de voorgestelde Schriftblokken in Kom dan en volg Mij kunnen ze ook onder gebed overwegen om hun studie te wijden aan:

  • Het Boek van Mormon en andere Schriftuur.

  • Toespraken van de algemene conferentie.

  • Kerktijdschriften en andere opbouwende inhoud.

2.2.4

Thuisavond en andere activiteiten

Hedendaagse profeten geven de kerkleden al lang de raad om wekelijks een thuisavond te houden. Dit is een gewijde tijd waarin de leden, individueel en als gezin, het evangelie leren, hun getuigenis versterken, eensgezindheid kweken en vreugde met elkaar beleven.

Kerkleden mogen de thuisavond aan hun omstandigheden aanpassen. Hij mag op de sabbat of op een andere dag of tijd worden gehouden. Mogelijke invulling:

  • Evangeliestudie en -onderwijs (het materiaal in Kom dan en volg Mij kan desgewenst gebruikt worden).

  • Anderen van dienst zijn.

  • Lofzangen en jeugdwerkliedjes zingen of spelen (zie hoofdstuk 19).

  • Gezinsleden steunen bij Ontwikkeling van kinderen en jongeren.

  • Gezinsraad om doelen te stellen, problemen op te lossen en de agenda met elkaar door te nemen.

  • Ontspannende activiteiten.

Alleenstaande leden en anderen kunnen in groepjes buiten de normale eredienst op de sabbat voor een thuisavond bijeenkomen en elkaar door evangeliestudie versterken. Kom dan en volg Mij kan een hulpbron zijn voor wie samen willen studeren.

Op de maandagavond dienen dan ook geen kerkbijeenkomsten en -activiteiten plaats te vinden, zodat gezinsleden tijd met elkaar kunnen doorbrengen.

De leden doen er goed aan hun thuisavond en hun tijd met elkaar als gezin tot een vast patroon te maken (zie Leer en Verbonden 64:33). Denk aan gezamenlijke maaltijden, samen werken en dienen, en ontspannende activiteiten.

2.2.5

Steun aan individuele leden

Leidinggevenden in de kerk staan leden bij die extra steun nodig hebben. Leiders en leidsters bieden deze leden en hun familieleden vriendschap, opbouwende sociale ervaringen en mogelijkheden tot geestelijke groei. Ze motiveren en helpen ze bij het bestuderen en naleven van het evangelie van Jezus Christus. Ze zorgen ook voor gelegenheden om in de kerk te dienen.

Afbeelding
lachend echtpaar

2.3

Het verband tussen thuis en de kerk

Gods werk van heil en verhoging is thuisgericht en kerkgesteund. De volgende beginselen spelen in de verhouding thuis en kerk een rol.

  • Leidinggevenden en leerkrachten respecteren de rol van ouders en bieden ze hun steun. Ze communiceren effectief met ouders.

  • Sommige bijeenkomsten zijn essentieel in elke wijk of gemeente. Daartoe behoren de avondmaalsdienst en de lessen en quorumvergaderingen op de sabbat. Veel andere bijeenkomsten, activiteiten en programma’s zijn niet essentieel. Die worden aangewend om de behoeften van personen en gezinnen te lenigen. Leidinggevenden houden rekening met de plaatselijke omstandigheden en hulpmiddelen.

  • Individuele leden en gezinnen wegen op grond van hun omstandigheden af of ze aan kerkprogramma’s deelnemen die niet essentieel zijn.

  • De Heer zal de leden voor hun bereidwillige inzet in zijn kerk zegenen. De tijd die leden in dienst van de kerk besteden, moet echter geen afbreuk doen aan de taken die ze thuis, op het werk en elders hebben. Leidinggevenden en leden moeten niet met kerktaken overladen worden. Er moet ook niet verwacht worden dat ze buitensporige offers brengen om hun medewerking aan kerkprogramma’s of -activiteiten te verlenen.

Als de leden deze beginselen en de ingevingen van de Geest in acht nemen, zal onze hemelse Vader hun inzet zegenen.