EnglishConnect voor zendelingen
Les 23: Speciale gelegenheden


‘Les 23: Speciale gelegenheden’, EnglishConnect 2 voor beginners (2022)

‘Les 23’, EnglishConnect 2 voor beginners

mannen en jongens wandelen

Lesson 23

Special Occasions

Doel: Ik leer over gebeurtenissen in het verleden vertellen.

Personal Study

Bereid je voor op de gespreksgroep door de activiteiten A t/m E te doen.

pictogram a
Study the Principle of Learning: Exercise Faith in Jesus Christ

Geloof in Jezus Christus oefenen

Jesus Christ can help me do all things as I exercise faith in Him.

Door Jezus Christus kan ik alles doen, als ik geloof in Hem oefen.

In de Bijbel lezen we over een vrouw die al jarenlang ziek was. Ze had al haar geld uitgegeven om genezing te vinden. Ze had vele artsen bezocht maar werd alleen maar zieker. Toen hoorde de vrouw over Jezus. Ze zag Hem te midden van een menigte mensen. Ze geloofde dat Jezus de macht had om haar te genezen. Ze geloofde dat ze genezen kon worden als ze alleen maar zijn kleding zou aanraken. Ze kwam vlakbij Jezus en raakte zijn kleding aan. Ze voelde genezing door haar lichaam stromen. Jezus voelde kracht uit zijn lichaam vloeien. Toen Hij vroeg wie zijn kleding had aangeraakt, was ze eerst bang om het toe te geven, maar uiteindelijk gaf ze toe dat zij dat had gedaan.

Jezus zei: ‘Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede’ (Lukas 8:48).

Deze vrouw geloofde en handelde in geloof. Haar hand naar Jezus uitsteken, was een kleine daad, maar bracht zijn kracht in haar leven. Je hoeft je niet te schamen of bang te zijn als je God om hulp vraagt. Hij wil je helpen. Als je geloof oefent, zelfs op kleine manieren, kun je de kracht van Jezus Christus ontvangen.

Christus troost een vrouw

Ponder

  • Hoe heeft de Heer jou gesterkt nu je Engels leert?

  • Hoe kun je in andere aspecten van je leven geloof oefenen?

pictogram b
Memorize Vocabulary

Leer de betekenis en uitspraak van elk woord voordat je naar de gespreksgroep gaat. Probeer de woorden toe te passen. Bedenk wanneer en waar je die woorden kunt gebruiken.

a fun time

een gezellige tijd

Nouns

awards ceremony

prijsuitreiking

family reunion

familiereünie

food

voedsel

graduation

diploma-uitreiking

nice speeches

mooie toespraken

wedding dinner

huwelijksdiner

Verbs Past

ate food

aten voedsel

danced

dansten

gave gifts

cadeaus gegeven

got together with friends

kwamen samen met vrienden

listened to speeches

naar toespraken geluisterd

shared memories

herinneringen opgehaald

watched fireworks

naar vuurwerk gekeken

Adjectives

beautiful

mooi

boring

saai

exciting

opwindend

fun

leuk

horrible

vreselijk

tiring

vermoeiend

weird

vreemd

pictogram c
Practice Pattern 1

Oefen het gebruik van de patronen totdat je zelfverzekerd vragen kunt stellen en beantwoorden. Je kunt de onderstreepte woorden door woorden uit ‘Memorize Vocabulary’ vervangen.

Q: How was the (noun)?A: It was (adjective). I had a (adjective) time. There were (noun).

Questions

patroon 1 vraag hoe was de/het zelfstandig naamwoord

Answers

patroon 1 antwoord het was bijvoeglijk naamwoord. Ik had een bijvoeglijk naamwoord tijd. Er waren zelfstandig naamwoord.

Examples

moeder met afgestudeerde zoon

Q: How was the graduation?A: It was exciting. We had a fun time. There were nice speeches.

Q: How did the party go?A: It was tiring. I had a horrible time. There was a weird band.

pictogram d
Practice Pattern 2

Oefen het gebruik van de patronen totdat je zelfverzekerd vragen kunt stellen en beantwoorden. Probeer de patronen in een gesprek met een vriend(in) te gebruiken. Je kunt praten of boodschappen versturen.

Q: What did you do at the (noun)?A: I (verb past).

Questions

patroon 2 vraag Q: Wat deed je bij de/het zelfstandig naamwoord

Answers

patroon 2 antwoord ik werkwoord in verleden tijd

Examples

afgestudeerden gooien hun pet in de lucht

Q: What did you do at the graduation?A: We ate food and shared memories.

chique gedekte tafel

Q: What did they do at the wedding dinner?A: They got together with friends.

pictogram e
Use the Patterns

Noteer vier vragen die je aan iemand kunt stellen. Noteer een antwoord op elke vraag. Lees ze hardop voor.

Additional Activities

Doe de lesactiviteiten en toetsen online op englishconnect.org/learner/resources of in het EnglishConnect 2 Werkboek.

Act in Faith to Practice English Daily

Blijf dagelijks Engels oefenen. Gebruik je ‘Persoonlijke studietracker’. Bekijk je studiedoel en evalueer je leerinspanningen.

Conversation Group

Discuss the Principle of Learning: Exercise Faith in Jesus Christ

(20–30 minutes)

Christus troost een vrouw

pictogram 1
Activity 1: Practice the Patterns

(10–15 minutes)

Neem met een partner de woordenlijst door.

Oefen patroon 1 met een partner:

  • Oefen het stellen van vragen.

  • Oefen het beantwoorden van vragen.

  • Oefen een gesprek met gebruik van de patronen.

Herhaal dit voor patroon 2.

pictogram 2
Activity 2: Create Your Own Sentences

(10–15 minutes)

Kijk naar de afbeeldingen. Stel en beantwoord vragen over elke gebeurtenis. Zeg zoveel mogelijk. Wissel elkaar af. Wissel van partner en oefen opnieuw.

Example: graduation

glimlachende afgestudeerde vrouw
  • A: How was the graduation?

  • B: It was boring.

  • A: What did you do at the graduation?

  • B: We listened to speeches.

Image 1: wedding

bruidspaar bij de tempel

Image 2: birthday party

kinderfeestje

Image 3: awards ceremony

certificaat overhandigen

Image 4: retirement party

vrouw op pensioensfeest

pictogram 3
Activity 3: Create Your Own Conversations

(15–20 minutes)

Stel en beantwoord vragen over evenementen, feestjes of speciale gelegenheden die je onlangs hebt bijgewoond. Gebruik woorden uit deze les en uit les 22. Zeg zoveel mogelijk. Wissel elkaar af.

gezin viert verjaardag

Example

  • A: How was the family reunion?

  • B: It was fun!

  • A: What did you do at the family reunion?

  • B: We shared memories with family members.

  • A: Who was there?

  • B: My aunts, uncles, and cousins were there.

Evaluate

(5–10 minutes)

Evalueer je vooruitgang aan de hand van de doelen en je inspanningen om dagelijks Engels te oefenen.

Evaluate Your Progress

I can:

  • Ask about past events.

    Vragen naar gebeurtenissen uit het verleden.

    neutraal gezicht, tevreden gezicht, blij gezicht
  • Talk about past events.

    Vertellen over gebeurtenissen uit het verleden.

    neutraal gezicht, tevreden gezicht, blij gezicht

Evaluate Your Efforts

Evalueer je inspanningen inzake:

  1. Het leerbeginsel bestuderen.

  2. De woorden uit het hoofd leren.

  3. De patronen oefenen.

  4. Dagelijks oefenen.

Een doel stellen. Overweeg de studiesuggesties in de ‘Persoonlijke studietracker’.

Bespreek je doel met een partner.

Act in Faith to Practice English Daily

‘Als de Heiland weet dat u echt naar Hem omhoog wilt reiken – als Hij voelt dat het uw grootste verlangen is om zijn macht in uw leven te brengen – zal de Heilige Geest u precies laten weten wat u moet doen [zie Leer en Verbonden 88:63]. Als u zich geestelijk verder uitstrekt dan u ooit heeft gedaan, dan zal [de macht van de Heiland] u toestromen.’ (Russell M. Nelson, ‘De macht van Jezus Christus in ons leven brengen’, Liahona, mei 2017, 42.)