‘Het geloof van zuster Muñoz’, Liahona, juli 2025.
Onder heiligen der laatste dagen
Het geloof van zuster Muñoz
‘Wonder! Wonder!’ schreeuwde de jongen terwijl hij door de straat rende.
Illustratie, David Malan/Malan Creative
In 1967 waren ouderling William Danner en ik twee van de eerste twintig zendelingen in Colombia. We hadden weinig succes, totdat een man genaamd Raúl, die les van andere zendelingen kreeg, ons aan de familie Muñoz voorstelde. De Geest was sterk aanwezig toen we het gezin onderwezen en van de profeet Joseph Smith en de herstelling getuigden.
‘Ik weet dat deze jonge mannen de waarheid vertellen’, zei Raúl. ‘Ze hebben hetzelfde priesterschap dat Jezus Christus had. Ze zouden nu meteen naar boven kunnen gaan om je blinde dochter, Margarita, te genezen.’
Zuster Muñoz keek me aan en vroeg: ‘Is dat waar?’
Ik kreeg een brok in mijn keel. Mijn getuigenis was nog nooit zo op de proef gesteld. Ik wist dat zo’n wonder groot geloof zou vergen. Mijn collega en ik hoorden later dat oogartsen hadden gezegd dat Margarita, die zes maanden eerder na een ongeluk haar gezichtsvermogen had verloren, nooit meer zou zien.
‘Jullie hebben hetzelfde priesterschap als Jezus Christus’, zei zuster Muñoz. ‘Mijn dochter is blind. Laten we naar boven gaan en haar genezen.’
Ik had nog nooit zo’n groot geloof gezien. Ze deed me denken aan de vrouw van koning Lamoni, die tegen Ammon zei: ‘Niettemin geloof ik dat het zal zijn zoals u hebt gezegd’ (Alma 19:9).
Ouderling Danner zalfde Margarita en ik verzegelde de zalving. Tot mijn verbazing waren de woorden die ik sprak niet van mijzelf: ‘Je zult genezen en weer zien.’ Ik voelde me ook geïnspireerd om andere zegeningen uit te spreken, waaronder dat haar familieleden zouden bijdragen aan de opbouw van de kerk in Colombia. Naderhand vroeg ik me af of ik beloften had gedaan die niet vervuld zouden worden.
De volgende dag kwam de tienerzoon van het gezin op straat naar ons toe rennen en riep: ‘Wonder! Wonder! Mijn zus kan weer zien!’
We doopten die week dertien mensen.
Broeder en zuster Muñoz werden trouwe leden van de kerk. Hun invloed, waaronder het werk van broeder Muñoz als hoofd van de douane in Colombia, droeg bij aan de verspreiding van het evangelie. Eén dochter heeft een zending vervuld; en haar broer is bisschop geweest. Margarita heeft de rest van haar leven haar gezichtsvermogen behouden.
Jezus Christus heeft gezegd over hen die in Hem geloven: ‘In mijn naam zullen zij de ogen van de blinden openen’ (Leer en Verbonden 84:69). Ik weet dat ‘alle dingen [mogelijk zijn] voor wie gelooft’ in de Heiland (Markus 9:23).