2021
Niet zoals de wereld die geeft
Mei 2021


Niet zoals de wereld die geeft

De middelen die we nodig hebben om een zonnige toekomst te scheppen en een economie van echte goedheid op te zetten, zijn overvloedig in het evangelie van Jezus Christus aanwezig.

Voorafgaand aan die eerste Pasen, nadat Jezus de nieuwe avondmaalsverordening aan de twaalf apostelen had bediend, begon Hij aan zijn afscheidsrede, om daarna Gethsémané, het verraad en de kruisiging tegemoet te gaan. Maar omdat Hij de bezorgdheid en misschien zelfs de pure angst van een paar van die mannen voelde, zei Jezus dit tegen hen (en tegen ons):

‘Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. […]

Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. […]

‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’1

Iedereen krijgt in deze sterfelijke wereld met moeilijke tijden te maken, ook de getrouwen, maar de geruststellende boodschap van Christus is dat Hij, het Paaslam, hoewel Hij ‘als een schaap [naar] zijn scheerders’2 zou gaan, niettemin zou verrijzen om voor ons, zoals de psalmist heeft geschreven, immer ‘een toevlucht en vesting [te zijn]; Hij is in hoge mate [onze] hulp gebleken in [tijden van] benauwdheden.’3

In het besef dat er moeilijke uren opdoemden voor Christus op weg naar het kruis, en voor zijn discipelen die het evangelie in het midden van de tijd verkondigden, vraag ik uw aandacht voor een vergelijkbare boodschap van de Heiland voor zijn kerk in de laatste dagen. Zij komt voor in onthutsend veel verzen in het Boek van Mormon die aan een of andere vorm van strijd worden gewijd. Van het voortdurend ergerlijke gedrag van Laman en Lemuel tot de laatste veldslagen waarin honderdduizenden soldaten sneuvelden. Een voor de hand liggende reden voor deze nadruk is dat de auteurs van het Boek van Mormon (die zelf met veel oorlogen te stellen hadden) voor lezers in de laatste dagen schreven. Zij gaven ons profetische waarschuwingen dat geweld en strijd de boventoon in relaties in de laatste dagen zullen voeren.

Uiteraard is mijn theorie over eindtijdconflicten niet echt origineel. Tweeduizend jaar geleden waarschuwde de Heiland dat er in de laatste dagen ‘oorlogen en […] geruchten van oorlogen’4 zouden zijn. Later zei Hij dat ‘vrede van de aarde [zou] worden weggenomen’.5 Deze Vredevorst, die nadrukkelijk leerde dat twist van de duivel is,6 moet wel samen met zijn goddelijke Vader wenen over wie in de mensenfamilie in deze tijd ‘liefdeloos’ zijn, zoals de Schrift zegt, en die maar niet doorhebben hoe ze met elkaar in liefde kunnen leven.7

Broeders en zusters, we zien te veel strijd, boosheid, en onhoffelijkheid in het algemeen om ons heen. Gelukkig heeft de huidige generatie niet in een Derde Wereldoorlog hoeven vechten, noch hebben we met een wereldwijde economische crisis te maken gekregen, zoals in 1929, met de Grote Depressie tot gevolg. We hebben echter met een soort Derde Wereldoorlog te maken, die niet een strijd met onze vijanden is, maar die ons wel een ‘dienstplicht’ oplegt om Gods kinderen op te roepen meer om elkaar te geven, en de wonden te helpen genezen die inherent zijn aan een conflictieve wereld. De Grote Depressie die we nu meemaken, heeft niet zozeer te maken met externe verliezen op ons spaargeld, maar veeleer met het interne verlies van ons zelfvertrouwen, met overal om ons heen reële tekorten aan geloof en hoop en naastenliefde. Maar de middelen die we nodig hebben om een zonnige toekomst te scheppen en een economie van echte goedheid in de samenleving op te zetten, zijn overvloedig in het evangelie van Jezus Christus aanwezig. We kunnen het ons niet permitteren – en deze wereld kan het zich niet permitteren – die evangelische denkbeelden en versterkende verbonden, persoonlijk en publiekelijk, niet ten volle te benutten.

Dus hoe vinden we in een wereld ‘door stormweer voortgedreven, en zonder troost’, zoals Jehova voorzegde, datgene wat Hij ‘het vredesverbond’ noemde? We vinden die door ons tot Hem te wenden, die heeft gezegd dat Hij Zich over ons zal ontfermen en onze kinderen ‘met eeuwige goedertierenheid’ vrede zal schenken.8 In weerwil van beangstigende profetieën en verontrustende Schriftuurplaatsen, waarin wordt verklaard dat de vrede in het algemeen zal worden weggenomen, hebben profeten, onder wie onze eigen geliefde Russell M. Nelson, verklaard dat zij niet bij ons persoonlijk hoeft te worden weggenomen!9 Laten we deze Pasen dus proberen op persoonlijke wijze vrede te stichten, door de genade en genezende balsem van de verzoening van de Heer Jezus Christus bij ons en onze familie en bij anderen aan te brengen. Gelukkigerwijs, en zelfs verbluffenderwijs, staat deze verzachtende zalf ons ‘zonder geld en zonder prijs’ ter beschikking.10

Dergelijke hulp en hoop zijn echt hard nodig, omdat er zich in deze wereldwijde samenkomst veel mensen bevinden die met problemen kampen – lichamelijk of emotioneel, psychisch of financieel, of met een dozijn andere problemen. We zijn echter niet sterk genoeg om veel van die problemen zelf op te lossen, want de hulp en vrede waaraan we behoefte hebben, zijn niet van de soort die de wereld geeft’.11 Nee, voor de echt moeilijke problemen hebben we, zoals in de Schriften staat, ‘de machten van de hemel’ nodig. En als we toegang tot die machten willen krijgen, moeten we leven naar wat diezelfde Schriften de ‘beginselen van gerechtigheid’ noemen.12 Maar het belang van die wisselwerking tussen beginsel en macht inzien, is nu precies de les die de mensheid maar niet lijkt te willen leren, zegt de God van hemel en aarde!13

En wat zijn die beginselen dan wel? Ze staan uitgebreid in onze Schriften, ze komen keer op keer in conferenties zoals deze aan de orde. En in onze bedeling werd de profeet Joseph Smith erin onderwezen, als reactie op zijn eigen versie van de kreet ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’14 Binnen de koude, ongenaakbare muren van de gevangenis in Liberty, leerde hij dat de beginselen van gerechtigheid onder meer geduld, lankmoedigheid, mildheid en ongeveinsde liefde zijn.15 Als die beginselen hadden ontbroken, was het zeker geweest dat we uiteindelijk met strijd en vijandschap te maken hadden gekregen.

In dat verband wil ik openhartig spreken over het ontbreken van deze beginselen van gerechtigheid in onze tijd in sommige contreien. Meestal ben ik een optimistische, vrolijke jongen, en er is in onze wereld heel veel dat goed en mooi is. We hebben absoluut meer materiële zegeningen dan welke voorgaande generatie ook. Maar dat neemt niet weg dat we in de 21e-eeuwse cultuur globaal genomen en veel te vaak in de kerk, mensen zien die in problemen verkeren, omdat ze compromissen sluiten die in te veel gebroken verbonden en te veel gebroken harten resulteren. Overweeg het grove taalgebruik dat parallel loopt met seksuele overtredingen, die beide alomtegenwoordig zijn in films of op televisie, of de ongewenste intimiteiten en andere vormen van ongepast gedrag op de werkvloer, waarom tegenwoordig zoveel te doen is. In zaken die de reinheid betreffen waartoe we ons verbonden hebben, wordt het sacrale te vaak voor het banale ingeruild en wordt het heilige te vaak geprofaneerd. Ik zeg tot eenieder die in de verleiding komt om zich zogezegd ‘zoals de wereld [dat] geeft’ te bewegen, uit te laten of te gedragen: verwacht niet dat het u vrede zal brengen; ik beloof u in de naam van de Heer dat u daar niet op hoeft te rekenen. ‘Goddeloosheid heeft nooit geluk betekend’,16 heeft een profeet van weleer eens gesproken. Als de dans voorbij is, zal de fluitspeler altijd om zijn gage vragen, en vaak wordt hij met spijt en tranen betaald.17

Of misschien is er sprake van andere vormen van mishandeling of vernedering. Als discipel van de Heer Jezus Christus moeten we extra voorzichtig zijn om niet aan dergelijk gedrag deel te nemen. In geen geval mogen we ons schuldig maken aan enige vorm van mishandeling of onrechtvaardige heerschappij of immorele dwang – niet lichamelijk, psychisch, geestelijk of in welke vorm dan ook. Ik was diep onder de indruk toen president Gordon B. Hinckley jaren terug vanaf dit spreekgestoelte op indringende wijze tot de mannen in de kerk sprak over wie ‘thuis een tiran is’:18

‘Wat is het tragisch en afschuwelijk als iemand zijn vrouw mishandelt’, zei hij. ‘Elke man in deze kerk die zijn vrouw mishandelt, haar vernedert, haar beledigt, onrechtvaardige heerschappij over haar uitoefent, is het priesterschap niet waardig. [Hij] komt niet in aanmerking voor een tempelaanbeveling.’19 Net zo verachtelijk, zei hij, was elke vorm van kindermishandeling, of elke andere vorm van mishandeling.20

Te vaak maken anderszins getrouwe mannen, vrouwen en zelfs kinderen zich soms onbewust schuldig aan onvriendelijk, zelfs vernietigend taalgebruik, tegenover gezinsleden aan wie ze misschien wel met een heilige verordening in de tempel des Heren verzegeld zijn. Iedereen heeft er recht op om zich thuis geliefd, vredig en veilig te voelen. Laten we proberen om die sfeer thuis te bewaren. De belofte van een vredestichter zijn, is dat de Heilige Geest uw constante metgezel is, en zegeningen zullen u ‘zonder dwang’ voor eeuwig toevloeien.21 Niemand kan zich een scherpe tong aanmeten of lelijke woorden gebruiken, en daarna ‘het lied van de verlossende liefde zingen’.22

Ik eindig waar ik ben begonnen. Morgen is het Pasen, een tijd waarin de rechtvaardige beginselen van het evangelie en de verzoening van Jezus Christus ons helpen ‘voorbijgaan’ – voorbijgaan aan conflicten en twist, voorbijgaan aan wanhoop en overtreding, en uiteindelijk voorbijgaan aan de dood. Het is een tijd waarin we plechtig beloven in woord en daad volkomen loyaal aan het Lam van God te zijn, dat ‘onze ziekten […] op Zich [heeft] genomen, [en] ons leed heeft […] gedragen’23 omdat Hij vastbesloten was om het heilswerk ten behoeve van ons af te ronden.

In weerwil van verraad en pijn, mishandeling en wreedheid, die Hij tegelijk met alle zonden van de hele mensenfamilie meedroeg, keek de levende Zoon van de levende God het lange pad van de sterfelijkheid af, zag ons dit weekend en zei: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’24 Ik wens u een gelukkig, vreugdevol en vredig Pasen. De prijs van de onmetelijke mogelijkheden van Pasen is al voldaan door de Vredevorst, van wie ik met heel mijn hart houd, en van wie deze kerk is, en van wie ik onomstotelijk getuig, ja, de Heer Jezus Christus. Amen.