2021
Wat onvruchtbaarheid me over talrijk worden en de aarde vervullen heeft geleerd
Maart 2021


Jongvolwassenen

Wat onvruchtbaarheid me over talrijk worden en de aarde vervullen heeft geleerd

Terwijl kinderen krijgen op zich liet wachten, leerde ik dat ik op andere manieren talrijk kon worden en de aarde vervullen.

Afbeelding
young woman smelling flowers

God heeft in het begin man en vrouw geschapen en ze een gebod gegeven: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde’ (Genesis 1:28). Of, zoals in Mozes 2:28 staat: ‘Wees vruchtbaar en vermenigvuldig u, en vervul de aarde.’ Mijn man en ik zijn nu vier en een half jaar getrouwd maar hebben nog geen kinderen. Sommige lezers reageren misschien met (en ik heb alles al eerder gehoord):

‘O, maar jullie zijn nog jong!’

‘Geniet maar gewoon van deze tijd zonder kinderen!’

‘Doe wat met je vrijheid zolang het nog kan!’

Ik stoor me er inmiddels niet meer aan en laat de opmerkingen maar voor wat ze zijn. Mensen bedoelen het niet kwaad. Ik besef dat sommige mensen nog langer getrouwd zijn en nog steeds geen kinderen hebben. Ik weet wel dat het voor ons nog maar vier jaar is, maar dat betekent niet dat het altijd makkelijk is geweest.

Er zijn momenten die makkelijk zijn. Mijn man en ik wonen al twee jaar in Europa. We hebben plekken bezocht waarvan we alleen maar dachten te kunnen dromen. We hebben heerlijke gerechten gegeten. En we hebben vriendschap gesloten met massa’s mensen van over de hele wereld, die ons met hun ideeën, opvattingen en wereldbeschouwingen hebben verrijkt. In veel opzichten zou het dwaas zijn om niet dankbaar voor deze tijd te zijn. Ik heb een hechtere band met mijn man gekregen, ik heb ontzettend veel geleerd en we hebben een paar geweldige avonturen beleefd.

Maar we zitten ook vaak op de sofa naar films te kijken. We hebben herinneringen samen waar onze toekomstige kinderen geen deel van zullen uitmaken. Onze wijk telt maar één jong stel zonder kinderen – wij dus. En wat voor avonturen we ook meemaken, de gedachte aan kinderen lijkt altijd een rol te spelen.

Ik denk tijdens mijn ups en downs vaak na over het gebod aan Adam en Eva. Wij geloven dat dit gebod tegenwoordig nog steeds volledig van kracht is,1 en dat we geacht worden het na te komen. Dat is mijn man en mij echter nog niet gelukt. Maar dat gold aanvankelijk voor Adam en Eva ook. Wat deden ze dus? Het enige waar ze verstand van hadden: ze onderhielden de hof. Ik woon weliswaar niet in de hof van Eden, maar wel in de hof van de aarde, de hof van Nederland, de hof van mijn familie en de hof van mijn wijk. Die hoven vraagt de Heer mij talrijk te maken en te vervullen. Ik heb veel over die woorden nagedacht. Ik ben me door die woorden meer op het dienen van anderen en de Heer gaan richten. Ik stel mezelf vaak de volgende vragen:

  • Hoe kan ik de gaven die de Heer mij en anderen gegeven heeft vermenigvuldigen?

  • Hoe kan ik liefde jegens Gods kinderen vermenigvuldigen?

  • Hoe kan ik mijn tijd en inzet om anderen te dienen vermenigvuldigen?

  • Hoe kan ik mijn eigen geestelijke bron vullen?

  • Hoe kan ik aanvullen wat anderen kwijt zijn geraakt, hetzij stoffelijk of geestelijk?

  • Hoe kan ik de wereld met hoop en geloof vervullen die velen verloren lijken te hebben?

Sinds ik meer met die vragen bezig ben, heb ik mooie kansen gekregen om ze op doeltreffende wijze te beantwoorden. Ik heb de kans gekregen om in de jongevrouwenorganisatie te dienen. Ik heb de flexibiliteit gehad om meteen in te springen als iemand moest inpakken of als vrienden oppas voor hun kinderen nodig hadden. Ik heb kinderen over de hele wereld theaterles mogen geven. Ik heb meer tijd aan evangeliestudie kunnen besteden. Ik heb de lasten van anderen beter kunnen dragen en troost kunnen bieden aan wie troost nodig hadden. En bovenal ben ik in kennis, getuigenis en geestelijk begrip van het evangelie en Gods plan voor mij toegenomen.

Ik zeg niet dat het gebod om talrijk te worden en de aarde te vervullen niet het krijgen van kinderen betekent. We zijn hier om in rechtschapenheid gezinnen op te voeden, waarbij zo mogelijk het krijgen van kinderen hoort. Maar terwijl we wachten om met kinderen gezegend te worden, kunnen we dat gebod alvast nakomen door voor de hoven om ons heen te zorgen. Dus als ik vanwege mijn onvruchtbaarheid verdrietig, overstuur, verbitterd, jaloers, boos of bang dreig te worden, probeer ik me altijd af te vragen: wat doe ik om voor mijn hoven te zorgen? En dat maakt alle verschil uit.

Noot

  1. Zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, mei 2017, 145.