2021
‘Ik ben geen baby, opa’
Maart 2021


Getrouw ouder worden

‘Ik ben geen baby, opa’

Tijd doorbrengen met mijn kleindochtertje geeft kleur aan het heden en doet me denken aan vroeger.

Afbeelding
a smiling little girl

Illustraties, Carolyn Vibbert

Mijn kleindochter Lily is net 4 geworden, en dus geen peuter meer, maar ik noem haar nog steeds ‘baby Lils’. ‘Ik ben geen baby, opa’, wrijft ze me dan onder de neus.

Ze heeft misschien wel gelijk, maar ik hoop het niet. Ik heb besloten dat ik haar baby Lils blijf noemen, dan wordt ze misschien minder snel groot. Baby Lils noem ik haar dus, in elk geval tot ze auto mag rijden.

Ik weet natuurlijk wel dat ik de vliedende dagen, maanden en jaren niet kan tegenhouden. Dat heb ik bij mijn eigen kinderen geprobeerd … zonder succes. ‘Ons leven is voorbijgegaan alsof het een droom voor ons was’, zegt Jakob (Jakob 7:26). Voordat ik het weet, gaat onze jongste zoon op zending en blijven mijn vrouw en ik achter in een huis vol lege slaapkamers en herinneringen aan de kindertijd.

Ik hoorde onlangs iemand in een film zeggen: ‘Ouderdom verdiept alle gevoelens.’ Ik geloof ook dat dit zo is. Tegen de tijd dat je 50 jaar of ouder bent, heb je veel vreugde en verdriet meegemaakt. Liefde neemt toe door verlies, en je weet dat ‘lang en gelukkig’ in het leven hierna komt, niet hier.

Als ik Lily aankijk, vraag ik me af welke wildernissen zij zal doorkruisen, welke lasten zij zal dragen en welke doornen in het vlees zij zal moeten verduren (zie 2 Korinthe 12:7). Ik bid dat de Heer haar in elk geval nog een paar jaartjes zal beschermen tegen de levenslessen die voor onze geestelijke en emotionele groei noodzakelijk zijn. Ik bid dat Hij haar zal sterken wanneer de beproevingen zich aandienen waar niemand onderuit komt.

Maar ik zet die gedachten eerst nog even van me af. Ik probeer niet te veel over de toekomst na te denken. Ik wil de schoonheid van het heden niet mislopen.

‘Pak me dan, opa’, zegt Lily terwijl ze wegrent.

Ik zit haar van de ene naar de andere kamer achterna. Haar heerlijke lach klinkt me als muziek in de oren, en haar gezichtje straalt als een zonnetje. Ik waan me even 25 jaar terug in de tijd. Ik ben nu met Lily’s moeder, mijn dochter, aan het spelen. Ze is weer 4 jaar. En net als Lily giechelt ze terwijl ik haar door het huis achterna zit.

Dan volgt er nog een herinnering. Het is 1974. Ik ben met mijn broertjes bij onze overgrootvader, Curtis Ellsworth, op bezoek. Het is de laatste keer dat ik hem in dit leven zal zien. Hij zal kort daarna op 90-jarige leeftijd overlijden, terwijl ik op zending in Guatemala ben.

Als ik aan dat lang vervlogen moment denk, vraag ik me af wat er in opa Ellsworth omgaat als hij naar ons, zijn nageslacht, kijkt. Denkt hij aan de tijd dat zijn eigen kinderen nog klein waren? Maakt hij zich zorgen over onze toekomst? Doen we hem eraan denken dat het leven snel voorbijgaat?

Ik weet nog dat opa Ellsworth huilde toen we destijds afscheid namen. Ik heb me jarenlang afgevraagd waarom. Ik denk dat ik het nu wel weet.