2020
Ik geloof in engelen
November 2020


Ik geloof in engelen

De Heer weet van de moeilijkheden waar u mee te maken hebt. Hij kent u, Hij houdt van u en ik beloof dat Hij engelen zal sturen om u te helpen.

Broeders en zusters, ik geloof in engelen en ik wil u over mijn ervaringen met engelen vertellen. Ik hoop en bid dat we daarbij het belang van engelen in ons leven gaan inzien.

Hier zijn ouderling Jeffrey R. Hollands woorden uit een eerdere algemene conferentie: ‘Als we spreken over hen die een werktuig zijn in Gods handen, bedenk dan dat engelen niet altijd van de andere kant van de sluier komen. Met sommigen van hen hebben we persoonlijk contact: hier, nu, elke dag. Sommigen van hen wonen bij ons in de buurt. […] De hemel lijkt inderdaad altijd heel dichtbij als we de blijken van Gods liefde zien in de vriendelijkheid en toewijding van mensen die zo goed en puur zijn dat ze met recht een engel worden genoemd.’ (‘De bediening van engelen’, Liahona, november 2008, 30.)

Ik wil het over engelen aan deze kant van de sluier hebben. De engelen die zich dagelijks onder ons bevinden, geven onmiskenbaar blijk van Gods liefde voor ons.

De eerste engelen die ik wil noemen, zijn de twee zendelingzusters die me in het evangelie onderwezen toen ik een tiener was: zuster Vilma Molina en zuster Ivonete Rivitti. Mijn zusje en ik waren voor een kerkactiviteit uitgenodigd, waar we met die twee engelen kennismaakten. Ik had nooit gedacht dat die eenvoudige activiteit mijn leven helemaal zou veranderen.

Mijn ouders en de rest van het gezin hadden in die tijd geen belangstelling om meer over de kerk te leren. Ze wilden niet eens dat de zendelingen over de vloer kwamen, dus volgde ik de zendelingenlessen in een kerkgebouw. Dat lokaaltje in de kerk werd mijn ‘heilige bos’.

Afbeelding
Ouderling Godoy als tiener met zijn zusje

Een maand nadat die engelen me over het evangelie hadden verteld, liet ik me dopen. Ik was 16 jaar oud. Ik heb helaas geen foto van die heilige gebeurtenis, maar wel een foto van mijn zusje en mij toen we aan die activiteit meededen. Ik zal even toelichten wie wie is. Ik ben die lange, rechts op de foto.

U kunt zich wel voorstellen dat actief blijven in de kerk niet eenvoudig was voor een tiener wiens levensstijl net was veranderd en wiens familieleden niet hetzelfde pad kozen.

Terwijl ik me aan mijn nieuwe leven, een nieuwe cultuur en nieuwe vrienden probeerde aan te passen, voelde ik me een buitenbeentje. Ik voelde me vaak alleen en ontmoedigd. Ik wist dat de kerk waar was, maar had niet het gevoel dat ik er echt bij hoorde. Ik voelde me dus ongemakkelijk en onzeker terwijl ik me in mijn nieuwe godsdienst wilde schikken. Toch raapte ik de moed bij elkaar om deel te nemen aan een driedaagse jeugdconferentie, waar ik nieuwe vrienden hoopte te vinden. Ik ontmoette daar een andere reddende engel: Mônica Brandão.

Afbeelding
Zuster Godoy

Ze was vanuit een ander deel van Brazilië pas in het gebied komen wonen. Ze trok al snel mijn aandacht en, gelukkig voor mij, knoopte ze vriendschap met me aan. Ze lette waarschijnlijk meer op mijn innerlijk dan op mijn uiterlijk.

Dankzij die vriendschap leerde ik haar vriendenkring kennen. Daar ging ik ook deel van uitmaken terwijl we later veel jongerenactiviteiten samen bijwoonden. Die activiteiten waren cruciaal voor mijn integratie in dit nieuwe leven.

Afbeelding
Ouderling Godoys vriendenkring

Al die goede vriendschappen betekenden veel voor me, maar zonder evangelieonderricht thuis met de steun van familie liep mijn voortschrijdende bekeringsproces nog steeds gevaar. Mijn contacten met het evangelie in de kerk werden nog crucialer voor mijn geestelijke groei. Toen stuurde de Heer nog twee engelen om me te helpen.

Een van hen was Leda Vettori, mijn ochtendseminarieleerkracht. Door haar uitnodigende liefde en inspirerende lessen voedde ze me met een dagelijkse portie van het ‘goede woord van God’ (Moroni 6:4), en dat had ik gedurende de dag hard nodig. Ik putte er de geestelijke kracht uit om door te gaan.

Nog een engel die op mijn pad werd gestuurd, was de jongemannenpresident, Marco Antônio Fusco. Hij werd ook mijn senior huisonderwijscollega. Ook al had ik geen ervaring en zag ik er anders uit, liet hij me in onze priestersquorumbijeenkomsten en huisonderwijsbezoeken regelmatig een boodschap of les overbrengen. Hij gaf me de kans om te handelen en te leren, en het evangelie niet alleen als toeschouwer te beleven. Hij vertrouwde me, meer dan ik mezelf vertrouwde.

Dankzij al die engelen, en vele anderen die ik in die belangrijke eerste jaren tegenkwam, deed ik voldoende kracht op om op het verbondspad te blijven terwijl ik een geestelijk getuigenis van de waarheid ontwikkelde.

En tussen twee haakjes, dat meisje, die jonge engel, Mônica? Nadat we beiden een zending hadden vervuld, zijn we getrouwd.

Het was naar mijn idee geen toeval dat goede vrienden, kerktaken en voeding door het goede woord van God onderdeel van dat proces waren. President Gordon B. Hinckley heeft wijselijk gezegd: ‘De veranderingen die het lidmaatschap van de kerk met zich meebrengt, zijn niet altijd makkelijk. Het omvat het verbreken van oude banden. Het omvat het opgeven van bepaalde vrienden. Het omvat misschien het opzijzetten van gekoesterde overtuigingen. Het kan het veranderen van gewoonten en het onderdrukken van driften omvatten. Maar al te vaak gaat het gepaard met eenzaamheid en zelfs angst voor het onbekende. We moeten de bekeerling in die moeilijke periode voeden en versterken.’ (‘There Must Be Messengers’, Ensign, oktober 1987, 5.)

Later voegde hij eraan toe: ‘Ze hebben allemaal behoefte aan drie dingen: een vriend, een taak, en voeding door “het goede woord van God”.’ (‘Converts and Young Men’, Ensign, mei 1997, 47.)

Waarom vertel ik u dit allemaal?

Ten eerste wil ik u die momenteel iets dergelijks doormaakt een hart onder de riem steken. Misschien bent u een nieuw lid, komt u na een tijdje ronddolen terug naar de kerk of voelt u zich gewoon een buitenbeentje. Blijf alstublieft moeite doen om deel van deze grote familie uit te maken. Het is de ware kerk van Jezus Christus!

Voor uw geluk en heil is het altijd de moeite waard om het te blijven proberen. Het is de moeite waard om uw levensstijl en tradities aan te passen. De Heer weet van de moeilijkheden waar u mee te maken hebt. Hij kent u, Hij houdt van u en ik beloof dat Hij engelen zal sturen om u te helpen.

De Heiland zei in zijn eigen woorden: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen’ (Leer en Verbonden 84:88).

Ten tweede deel ik deze ervaringen om alle leden van de kerk – ons allemaal – iets duidelijk te maken. Bedenk dat het niet makkelijk is voor nieuwe leden, terugkerende vrienden en mensen met een andere levensstijl om zich direct thuis te voelen. De Heer weet van de moeilijkheden waar ze mee te maken hebben, en doet een beroep op engelen die bereid zijn om te helpen. De Heer doet altijd een beroep op vrijwilligers om een engel in andermans leven te zijn.

Broeders en zusters, bent u bereid om een werktuig in de handen van de Heer te zijn? Bent u bereid om een van die engelen te zijn? Om een gezant te zijn, vanaf deze kant van de sluier door God gestuurd, naar iemand over wie Hij bezorgd is? Hij heeft u nodig. Anderen hebben u nodig.

Natuurlijk kunnen we altijd op onze zendelingen rekenen. Ze zijn er altijd als eersten om zich voor deze engelentaak aan te melden. Maar dat volstaat niet.

Kijk goed om u heen en u zult velen vinden die de hulp van een engel kunnen gebruiken. Die mensen dragen misschien geen wit overhemd, een jurk of andere gangbare zondagse kleding. Ze zitten misschien in hun eentje achter in de kapel of het leslokaal, soms met het gevoel dat ze onzichtbaar zijn. Misschien is hun haarstijl wat excentriek of hun taalgebruik anders, maar ze zijn er en ze doen hun best.

Sommigen vragen zich misschien af: zou ik wel steeds terugkomen? Zou ik het wel blijven proberen? Anderen vragen zich misschien af of ze zich ooit aanvaard en geliefd zullen voelen. Engelen zijn hier en nu nodig; engelen die bereid zijn om hun comfortzone te verlaten en ze te omarmen; ‘mensen die zo goed en puur zijn dat ze met recht een engel worden genoemd.’ (Jeffrey R. Holland, ‘De bediening van engelen’, 30.)

Broeders en zusters, ik geloof in engelen! We zijn hier vandaag met z’n allen een gigantisch leger engelen dat is aangesteld voor deze laatste dagen, om anderen te dienen als ‘handlangers’ van een liefhebbende Schepper. Ik beloof dat de Heer ons gelegenheden zal geven om een dienende engel te zijn, als we daartoe bereid zijn. Hij weet wie de hulp van engelen nodig hebben en Hij plaatst ze op ons pad. De Heer plaatst dagelijks mensen op ons pad die de hulp van engelen nodig hebben.

Ik ben erg dankbaar voor de vele engelen die de Heer gedurende mijn leven op mijn pad heeft geplaatst. Ik had ze nodig. Ik ben ook dankbaar voor zijn evangelie dat ons helpt om te veranderen en ons de kans geeft om een beter mens te worden.

Dit is een evangelie van liefde, een evangelie van dienen. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.