2020
Duurzame samenlevingen
November 2020


Duurzame samenlevingen

Als voldoenden van ons en mensen om ons heen ernaar streven ons leven op de waarheid van God te baseren, zullen de morele deugden die in elke samenleving nodig zijn, floreren.

Wat een magnifiek koor dat over de magnifieke Heiland zingt.

In 2015 namen de Verenigde Naties de zogeheten ‘Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling’ aan. Het gaat hierbij om ‘een gezamenlijke blauwdruk voor vrede en welvaart voor mens en planeet, nu en in de toekomst’. De Agenda voor duurzame ontwikkeling omvat zeventien doelstellingen die men tegen 2030 bereikt wil hebben, zoals: geen armoede, geen honger, kwaliteitsonderwijs, gendergelijkheid, schoon water en sanitair, en eerlijk werk. 1

Het denkbeeld van duurzame ontwikkeling is boeiend en belangrijk. Maar de bredere kwestie van duurzame samenlevingen is nog dringender. Welke grondbeginselen zorgen voor een duurzame, bloeiende samenleving die geluk, vooruitgang, vrede en welzijn onder het volk bevordert? We hebben Schriftuurlijke verslagen van minstens twee van zulke welvarende samenlevingen. Wat kunnen wij ervan leren?

De grote patriarch en profeet Henoch predikte in dagen van weleer rechtvaardigheid en bouwde ‘een stad […] die genoemd werd: de stad van heiligheid, ja, Zion’. 2 Er staat ook: ‘De Heer noemde zijn volk Zion, omdat zij één van hart en één van zin waren en in rechtvaardigheid leefden; en er waren geen armen onder hen.’ 3

‘En de Heer zegende het land, en zij werden gezegend op de bergen en op de hoge plaatsen, en waren voorspoedig.’ 4

De volken die in de eerste en tweede eeuw op het westelijk halfrond leefden, de Nephieten en Lamanieten, vormen eveneens een uitstekend voorbeeld van een bloeiende samenleving. Na de opmerkelijke bediening van de herrezen Heiland onder hen ‘wandelden [zij] volgens de geboden die zij hadden ontvangen van hun Heer en hun God, en zij gingen door met vasten en gebed en bleven dikwijls samenkomen om zowel te bidden als het woord van de Heer te horen. […]

‘En er was geen afgunst, noch strijd, noch opschudding, noch hoererij, noch leugen, noch moord, noch enigerlei wellust; en er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand van God waren geschapen.’ 5

De samenlevingen in deze twee voorbeelden werden begunstigd door de zegeningen van omhoog als uitvloeisel van hun voorbeeldige naleving van de twee grote geboden: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand’ en ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf.’ 6 Ze waren God gehoorzaam in hun eigen leven, en ze zorgden voor elkaars lichamelijk en geestelijk welzijn. In de woorden van de Leer en Verbonden waren dit samenlevingen waarin ‘eenieder het welzijn van zijn naaste nastreeft en alle dingen doet met het oog alleen gericht op de eer van God’. 7

Helaas, zoals ouderling Quentin L. Cook vanochtend opmerkte, hield de ideale samenleving, beschreven in 4 Nephi in het Boek van Mormon, niet langer dan tweehonderd jaar stand. Duurzaamheid is niet gegarandeerd. Een welvarende samenleving kan na verloop van tijd in verval raken als men de fundamentele deugden aan de kant zet die vrede en voorspoed bevorderen. In dit geval gaf het volk aan de verleidingen van de duivel toe, en ‘zij begonnen in standen verdeeld te worden; en zij begonnen voor zichzelf en om gewin kerken op te bouwen en begonnen de ware kerk van Christus te verloochenen.’ 8

‘En het geschiedde, toen er driehonderd jaar waren verstreken, dat zowel het volk van Nephi als de Lamanieten buitengewoon goddeloos waren geworden, het ene volk net zoals het andere.’ 9

Nog een eeuw later waren er miljoenen omgekomen door interne strijd en was de eens harmonieuze natie tot oorlogszuchtige stammen gereduceerd.

In het licht van deze en andere voorbeelden van eens bloeiende samenlevingen die later teloorgingen, kun je veilig stellen dat mensen die zich van verantwoordelijkheidszin jegens God afkeren, en in de ‘arm van het vlees’ beginnen te vertrouwen, onheil over zich afroepen. Vertrouwen in de arm van het vlees wil zeggen de goddelijke Bron van mensenrechten en menselijke waardigheid negeren en de hoogste prioriteit geven aan rijkdom, macht en de lof van de wereld (vaak gepaard met het bespotten en vervolgen van wie een andere norm nastreven). De mensen in een duurzame samenleving willen, zoals koning Benjamin aangaf, juist ‘toenemen in de kennis van de heerlijkheid van Hem die [ze] heeft geschapen, ofwel in de kennis van hetgeen juist en waar is’. 10

Het gezin en de religie zijn altijd cruciaal geweest om individuele mensen en gemeenschappen de deugden mee te geven die voor een duurzame samenleving zorgen. Die deugden zijn op Schriftuur gestoeld. Denk bijvoorbeeld aan integriteit, verantwoordelijkheid en verantwoording, mededogen, huwelijk en huwelijkstrouw, respect voor anderen en het bezit van anderen, dienstvaardigheid, en de noodzaak en waardigheid van werk.

Redacteur Gerard Baker schreef eerder dit jaar een lovende column in de Wall Street Journal over zijn vader, Frederick Baker, ter gelegenheid van diens honderdste verjaardag. Baker speculeerde over de oorzaken van zijn vaders hoge leeftijd, maar voegde er de volgende gedachten aan toe:

‘We willen allemaal wel het geheim voor een lang leven kennen, maar ik denk vaak dat we beter stil kunnen staan bij wat een goed leven inhoudt, hoe lang of kort de tijd ook is die ons wordt toegemeten. In dat opzicht ken ik mijn vaders geheim zeker.

‘Hij stamt uit een tijd waarin het leven voornamelijk bestond uit plicht, niet uit recht hebben op; uit maatschappelijke verantwoordelijkheden, niet uit persoonlijke privileges. Het voornaamste levensbeginsel in de eeuw van zijn bestaan was plichtsgevoel – jegens gezin, God, vaderland.

‘In een tijdperk van verval en talloze gebroken gezinnen, was mijn vader 46 jaar lang een toegewijde man voor zijn vrouw, een plichtsgetrouwe vader voor zes kinderen. Hij was volledig betrokken en onmisbaar toen mijn ouders onder de ondenkbare tragedie van het verlies van een kind leden. […]

‘En in een tijdperk waarin godsdienst steeds meer een zeldzaamheid wordt, heeft mijn vader als een oprechte, trouwe katholiek geleefd, met een onwrikbaar geloof in de beloften van Christus. Ik denk weleens dat hij al zo lang leeft omdat hij beter dan wie ik ook ken, voorbereid is op de dood.

‘Ik ben een fortuinlijk mens – gezegend met een goede opleiding, mijn eigen prachtige gezin en enig werelds succes dat ik niet heb verdiend. Maar hoe trots en dankbaar ik me ook voel, dat is niets vergeleken met de trots en dankbaarheid die ik koester voor de man die, zonder klagen of gedoe, zonder verwachting van een beloning of zelfs maar erkenning, heeft volhard – nu al een eeuw – in de eenvoudige taken, de verplichtingen en, uiteindelijk, de vreugden van een deugdzaam leven.’ 11

Het belang dat mensen aan godsdienst en geloof hechten, is de afgelopen jaren in veel landen afgenomen. Steeds meer mensen menen dat geloof in en trouw aan God niet nodig zijn voor morele rechtschapenheid op het persoonlijke vlak en in samenlevingen als geheel in de huidige wereld. 12 We zijn het er allemaal vast wel over eens dat mensen die niet bij een geloofsrichting horen goede, morele mensen kunnen zijn. En vaak zijn ze dat ook. Maar we zijn het er niet over eens dat dit zonder goddelijke invloed gebeurt. Ik doel op het licht van Christus. De Heiland heeft verklaard: ‘Ik [ben] het ware licht dat ieder mens verlicht die in de wereld komt.’ 13 Of men zich er nu van bewust is of niet, iedere man, iedere vrouw en ieder kind uit elk geloof, elke plaats en elke tijd heeft het licht van Christus in zich, en heeft daarom een bepaald gevoel voor goed en fout dat we vaak het geweten noemen. 14

Toch is het zo dat waar door secularisatie persoonlijke en burgerlijke deugdzaamheid van verantwoordelijkheidsbesef jegens God wordt gescheiden, daarmee de plant van zijn wortels wordt afgerukt. Deugd in de samenleving houdt niet alleen op basis van cultuur en traditie duurzaam stand. Wanneer iemand geen hogere god heeft dan zichzelf, en geen groter goed zoekt dan zijn eigen lusten en verlangens te bevredigen, dan komen de gevolgen vanzelf een keer aan de oppervlakte.

Zo is een samenleving waarin individuele instemming de enige belemmering vormt voor seksuele activiteit, een samenleving in verval. Overspel, losbandigheid, buitenechtelijke zwangerschappen 15 en vrijwillige abortus zijn slechts enkele bittere vruchten van de voortschrijdende seksuele revolutie. Verdere gevolgen die de duurzaamheid van een gezonde samenleving ondermijnen, zijn onder meer toenemende aantallen kinderen die in armoede en zonder de positieve invloed van een vader opgroeien, soms meerdere generaties na elkaar, waarbij vrouwen alleen dragen wat gedeelde verantwoordelijkheid zou moeten zijn, en grote mankementen in het onderwijs, aangezien scholen, net als andere instellingen, voor de taak worden gesteld om falen in het gezin te compenseren. 15 Bij deze maatschappelijke kwalen komen ook nog eens de onnoemelijke gevallen van persoonlijke verslagenheid en wanhoop – de mentale en emotionele verwoesting die de schuldigen én onschuldigen treft.

Nephi verklaart:

‘Wee hem die luistert naar de voorschriften van de mensen, en de macht van God en de gave van de Heilige Geest verloochent! […]

‘Wee allen die beven en toornig zijn wegens de waarheid van God!’ 17

Daarentegen is onze blijde boodschap aan onze kinderen en aan het hele mensdom dat ‘de waarheid van God’ ons een betere weg wijst, of zoals Paulus zegt: ‘een weg die dit alles nog overtreft’ 18 – een weg naar persoonlijk geluk en maatschappelijk welzijn nu, en naar eeuwigdurende vrede en vreugde hierna.

De waarheid van God verwijst naar de onderliggende kernwaarheden in zijn plan van geluk voor zijn kinderen. Die waarheden zijn dat God leeft; dat Hij de hemelse Vader van onze geest is; dat Hij ons als uitdrukking van zijn liefde geboden heeft gegeven die tot een volheid van vreugde bij Hem leiden; dat Jezus Christus de Zoon van God en onze Verlosser is; dat Hij leed en stierf om verzoening voor onze zonden te doen op voorwaarde van onze bekering; dat Hij uit de dood is opgestaan en daarmee de opstanding voor alle mensen teweegbrengt; en dat we allemaal voor Hem zullen staan om geoordeeld te worden, oftewel rekenschap van ons leven af te leggen. 19

In het negende jaar van wat volgens het Boek van Mormon de ‘regering van de rechters’ werd genoemd, legde de profeet Alma zijn functie als opperrechter neer en stak hij voortaan al zijn tijd in leidinggeven aan de kerk. Hij wilde de hoogmoed, vervolging en hebzucht aanpakken die de kop opstaken onder het volk, met name onder de leden van de kerk. 20 Ouderling Stephen D. Nadauld heeft ooit opgemerkt: ‘[Alma’s] geïnspireerde besluit was niet om meer tijd te besteden aan het opstellen en doorvoeren van meer regels om het gedrag van zijn volk bij te schaven, maar om ze het woord van God te verkondigen, de leer uiteen te zetten en ze door hun begrip van het verlossingsplan tot verandering in hun gedrag te brengen.’ 21

We kunnen als naasten en medeburgers veel bijdragen aan de duurzaamheid en het succes van de samenleving waarin we leven. Daarbij is onze meest fundamentele en duurzame bijdrage voorzeker het uitdragen en naleven van de waarheden die inherent zijn aan Gods grote verlossingsplan. Deze lofzang drukt het goed uit:

Dierbaar geloof, der liefde macht

drijft ons naar vriend en vijand voort;

mogen wij u daar prediken

door onze wandel en ons woord. 22

Als voldoenden van ons en mensen om ons heen ernaar streven onze beslissingen en ons leven op de waarheid van God te baseren, zullen de morele deugden die in elke samenleving nodig zijn, floreren.

In zijn liefde heeft onze hemelse Vader zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, gegeven, opdat wij het eeuwige leven mogen hebben. 23

‘[Jezus Christus] doet niets, tenzij het voor het welzijn van de wereld is; want Hij heeft de wereld lief, zodat Hij zelfs zijn eigen leven aflegt teneinde alle mensen tot Zich te kunnen trekken. Daarom gebiedt Hij niemand om geen deel te hebben aan zijn heil.

‘Zie, is er iemand die Hij toeroept en zegt: Ga van Mij heen? Zie, ik zeg u: Neen; integendeel, Hij zegt: Kom tot Mij, alle einden der aarde, koop melk en honing zonder geld en zonder prijs.’ 24

Dit verklaren wij ‘met een ernstig hart, met een zachtmoedige geest’ 25 en in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie unric.org/nl/duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen.

  2. Mozes 7:19.

  3. Mozes 7:18.

  4. Mozes 7:17.

  5. 4 Nephi 1:12, 16.

  6. Mattheüs 22:37, 39.

  7. Leer en Verbonden 82:19.

  8. 4 Nephi 1:26.

  9. 4 Nephi 1:45.

  10. Mosiah 4:12.

  11. Gerard Baker, ‘A Man for All Seasons at 100’, Wall Street Journal, 21 februari 2020, wsj.com.

  12. Zie Ronald F. Inglehart, ‘Giving Up on God: The Global Decline of Religion’, Foreign Affairs, september/oktober 2020, foreignaffairs.com; zie ook Christine Tamir, Aidan Connaughton en Ariana Monique Salazar, ‘The Global God Divide’, Pew Research Center, 20 juli 2020, in het bijzonder infographic ‘Majorities in Emerging Economies Connect Belief in God and Morality’, pewresearch.org.

  13. Leer en Verbonden 93:2; zie ook Moroni 7:16, 19.

  14. Zie Boyd K. Packer, ‘Het licht van Christus’, Liahona, april 2005, 10; zie ook D. Todd Christofferson, ‘Truth Endures’, Religious Educator, jaargang 19, nr. 3 (2018), 6.

  15. In dit voorbeeld doel ik met ‘bittere vruchten’ op mogelijke onwenselijke gevolgen voor kinderen, niet op de kinderen zelf. Ieder kind van God is kostbaar en elk leven is van onschatbare waarde, in welke omstandigheden iemands geboorte ook plaatsvindt.

  16. Zie bijvoorbeeld Pew Research Center, ‘The Changing Profile of Unmarried Parents’, 25 april 2018, pewsocialtrends.org; Mindy E. Scott en anderen, ‘5 Ways Fathers Matter’, 15 juni 2016, childtrends.org; en Robert Crosnoe en Elizabeth Wildsmith, ‘Nonmarital Fertility, Family Structure, and the Early School Achievement of Young Children from Different Race/Ethnic and Immigration Groups’, Applied Developmental Science, jaargang 15, nr. 3 (juli–september 2011), 156–170.

  17. 2 Nephi 28:26, 28.

  18. 1 Korinthe 12:31.

  19. Zie Alma 33:22.

  20. Zie Alma 4:6–19.

  21. Stephen D. Nadauld, Principles of Priesthood Leadership (1999), 13; zie ook Alma 31:5.

  22. ‘Dierbaar geloof’, Lofzangen, nr. 52.

  23. Zie Johannes 3:16.

  24. 2 Nephi 26:24–25; zie ook 2 Nephi 26:33.

  25. Leer en Verbonden 100:7.