2020
Ik voel me aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht. Zouden de kerkleden mij weer verwelkomen?
Juli 2020


Ik voel me aangetrokken tot mensen van hetzelfde geslacht. Zouden de kerkleden mij weer verwelkomen?

Afbeelding
members greeting man

Illustratie, Getty Images

Op 27 juli 2013 overleed mijn levenspartner met wie ik 25 jaar had gedeeld, na een lange strijd tegen de ziekte van Alzheimer. Jay Eldredge was een wereldberoemd cardioloog. We waren in onze jeugd allebei op zending geweest voor De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, maar hadden daarna afstand genomen van de kerk vanwege homoseksuele gevoelens.

Het overlijden van Jay kwam niet onverwacht, maar was verschrikkelijk. Mijn hart was gebroken, ik voelde me verloren en eenzaam.

Op weg naar huis na het organiseren van de begrafenis, voelde ik de invloed van de Geest zo sterk dat ik moest stoppen langs de kant van de weg. Ik wist dat God tegen me sprak, dat Hij mij terugriep. Maar ik bood weerstand. ‘Ziet u niet dat ik pijn heb?’ Zei ik hardop. ‘Ik kan nu niet terug naar de kerk.’

Maar hoe harder ik protesteerde, hoe meer de Geest aan me trok, en me terugriep naar de kerk.

Zou ik geaccepteerd worden?

Ik maakte me grote zorgen over een terugkeer naar de kerk. Ik was in geen 25 jaar naar een avondmaalsdienst geweest. Zouden ze me nog accepteren? Zou ik hen accepteren? Wat zou de bisschop zeggen? Ik was zenuwachtig en niet op mijn gemak, en nog steeds zwaar in de rouw.

Maar mijn getuigenis van het evangelie was al die jaren intact gebleven. Jay en ik hielden van de kerk en haar beginselen: naastenliefde, barmhartigheid en vergeving. Ik wist dat Christus mijn Heiland was en dat zijn kerk De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen was. Dat wist ik sinds mijn bekering en doop op 14-jarige leeftijd. Dat ging ik nu niet ontkennen.

Uiteindelijk schraapte ik genoeg moed bij elkaar en belde ik de wijk Linwood in New Jersey (VS) om te vragen hoe laat de avondmaalsdienst begon.

Zondag naderde en de tegenstander legde vele obstakels op mijn weg, die me gemakkelijk hadden kunnen verhinderen om naar de kerk te gaan. Ik ben heel dankbaar dat de Heilige Geest doorzette.

Ik was zenuwachtig toen ik binnenkwam, maar de openingslofzang van de avondmaalsdienst stelde me op mijn gemak. Ik was weer thuis. De lofzang ‘Komt, heil’gen komt’ (Lofzangen, nr. 15) was zo’n krachtige uitnodiging voor de Geest, dat de tranen over mijn wangen vloeiden. Ik wist toen dat mijn hemelse Vader mij kende en wist hoe bedroefd ik me voelde.

Die lofzang is een soort van onofficieel volkslied van de kerk geworden, maar het is ook mijn persoonlijke lied.

‘Kom’, zegt de lofzang tegen me. ‘Schijnt zwaar de tocht, volhardt, zijt kloek van geest, naar uw kruis krijgt gij kracht.’

Mijn tocht was zwaar. Maar de kracht kwam zoals beloofd.

Bisschop Darren Bird en de andere wijkleden waren geweldig en gastvrij. Zij aanvaardden me als hun broeder in Christus.

Verzoening met God, door Christus

De woorden van ‘Komt, heil’gen, komt’ kregen voor mij nog meer betekenis, omdat ik voelde hoe mijn hemelse Vader mij ingaf hoe ik verder moest gaan.

Wij vinden wis in ’t westen, ver van hier,

’t land door God ons bereid.

Daar wordt de kerk de volk’ren een banier,

als weleer is voorzeid.

Ik ging naar het westen en kocht een huis in Fountain Hills (Arizona,VS), waar ik bisschop Jerry Olson ontmoette. Toen ik een gesprek met hem aanvroeg en zijn hand schudde, gaf de Geest me in dat deze man mij zou helpen bij mijn terugkeer tot volledige activiteit in de kerk.

Toen ik mijn eerste gesprek met de bisschop had en een begin maakte met deze verzoening met mijn hemelse Vader, zag ik vele geestelijke wonderen. Ik was eerlijk tegen de bisschop, en daar was hij dankbaar voor. Hij zei dat dit hem hielp om beter te begrijpen waar ik vandaan kwam en waar ik nu stond in mijn relatie tot God. Hij vertelde me op liefdevolle wijze dat dit de eerste keer was dat hij de gelegenheid had om iemand te helpen die zich aangetrokken voelde tot hetzelfde geslacht. Hij vroeg om mijn geduld en vergeving als hij iets zou zeggen of doen dat mij beledigde.

Ik bedankte hem voor zijn eerlijkheid, en zei: ‘Het is ook voor mij de eerste keer. We zullen het samen uitzoeken.’

Dat was het begin van een geweldige reis en vriendschap!

Ik had al snel een actieplan om weer lid te worden. Ik aanvaardde dankbaar het liefdevolle en gebedsvolle advies en begon met het proces.

Afbeelding
temple

Illustratie, Jenna Palacios

Troost in de tempel

Later, bij het opvolgen van dat advies en toen ik mijn best deed om dichter bij Christus te komen, werden mijn priesterschap en tempelzegens teruggegeven, en aanvaardde ik een roeping in het ouderlingenquorum. In de heilige tempel sprak ik met mijn hemelse Vader. Hij liet me zien hoeveel Hij van al zijn kinderen houdt. Ik voelde troost en een diep verlangen om zijn wil te doen.

Maanden later werd er een nieuwe bisschop geroepen. Ook met hem heb ik een liefdevolle vriendschap gesloten. Bisschop Larry Radford kende mijn achtergrond en waardeerde wat ik in het ouderlingenquorum had gedaan. Hij zei dat ik daar had gediend met liefde en toewijding, niet alleen voor het quorum maar vooral voor God. Dankzij zijn vriendelijke woorden en aanmoediging voelde ik dat de Heer en mijn medeheiligen tevreden waren over mijn inspanningen.

Ik doe nu trouw dienst als wijkadministrateur.

Begrijpen wie ik ben

Aangetrokken zijn tot mensen van hetzelfde geslacht en een actief lid zijn van de kerk is niet altijd makkelijk. Maar omdat ik al mijn geloof en vertrouwen in God stel, voel ik dat Hij me kracht geeft. Critici zullen ongetwijfeld zeggen dat ik mezelf verloochen, of dat ik de lhbt-gemeenschap teleurstel.

Ik begrijp hun frustratie, en ik heb natuurlijk ook niet overal een antwoord op. Ik kan alleen spreken over mijn eigen ervaring. Die ervaring heeft me geleerd dat ik een zoon ben van mijn hemelse Vader, een kind van God. Dat is het enige etiket dat voor mij van belang is. En daarom probeer ik me niet te laten beïnvloeden door de etiketten die de wereld op me plakt. Dat zou mijn potentieel en mijn eeuwige vooruitgang beperken.

Satan is erg slim. Hij weet dat het opplakken van etiketten ons kan verdelen als gemeenschap en als kerk.

Vanuit dat perspectief zijn mijn keuzes niet gebaseerd op mijn aantrekking tot hetzelfde geslacht, maar op hoe ik een echte discipel van Christus kan zijn met aantrekking tot hetzelfde geslacht. Nephi heeft gezegd:

‘O, Heer, ik heb op U vertrouwd, en ik zal eeuwig op U vertrouwen. Ik zal mijn vertrouwen niet in de arm van het vlees stellen. […]

‘Ja, ik weet dat God mildelijk geeft aan hem die bidt. Ja, mijn God zal mij geven indien ik niet verkeerd bid; daarom zal ik mijn stem tot U verheffen; ja, ik zal U, mijn God, de Rots van mijn gerechtigheid, aanroepen. Zie, mijn stem zal eeuwig opstijgen tot U, mijn Rots en mijn eeuwige God’ (2 Nephi 4:34–35).

Liefde van mijn medeheiligen

Tijdens mijn terugkeer voelde ik de liefhebbende kameraadschap van mijn leiders en medeheiligen, waaronder ook actieve en minderactieve lhbt-leden. Ik vond een plek waar ik kon opbloeien. Ik vond bij hen de eigenschappen van Christus die ik altijd in verband had gebracht met mijn geloof: barmhartigheid, medelijden, begrip, en bovenal liefde.

Toen ik worstelde op de weg met mijn Heiland, voelde ik troost en gemoedsrust als ik me tot Hem richtte, want ik wist dat ik de weg niet alleen aflegde. Verschillende bisschoppen stonden me bij. Leden van mijn quorum. Zusters in de wijk. Er was zelfs een jongeman in de wijk, die vroeg of ik hem tot priester wilde ordenen. Zijn vriendelijke uitnodiging raakte me diep. Hij zag me als iemand met het priesterschap van God, die dat priesterschap kan inzetten om anderen te dienen.

Deze gelegenheden om te dienen en het geloof te beleven met mijn medeheiligen hebben me opgebouwd. Samen met de andere zegeningen die ik van de Heer heb ontvangen, hebben ze me geholpen om de liefde, het begrip, en de aanvaarding te voelen die ik nodig had.

De Heiland heeft gezegd: ‘Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom weer naar u toe’ (Johannes 14:18). Die woorden zijn waar. Ik had troost nodig en Hij kwam naar mij, met meer overvloed dan ik had kunnen denken.