2020
Het koninkrijk opbouwen in Nieuw-Caledonië
April 2020


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Het koninkrijk opbouwen in Nieuw-Caledonië

Jongvolwassenen, in Nieuw-Caledonië en over de hele wereld, geven gehoor aan de oproep om te dienen en leiders in de kerk te worden.

‘Een van de grote zegeningen van het lidmaatschap in de kerk is de mogelijkheid om anderen te dienen.’1 Dienen in de kerk biedt jongvolwassenen uitdagende kansen op groei en leiderschap. Het kan je geestelijke spieren versterken. Daar staat tegenover dat jongvolwassenen al heel veel andere verantwoordelijkheden hebben. Daardoor kan het werk voor de kerk soms moeilijk zijn, zeker in gebieden waar de kerk niet zo groot is. Wat doe je bijvoorbeeld als je als jongevrouwenpresidente van de ring wordt geroepen, terwijl je bezig bent met de voorbereiding voor een zending, nog studeert en het instituut coördineert? En dat terwijl je pas 21 bent.

In veel gebieden is dit geen ongebruikelijk scenario. In Nieuw-Caledonië, een klein overzees gebiedsdeel van Frankrijk met ongeveer 2400 leden, krijgen jongvolwassen vaak behoorlijke verantwoordelijkheden bij het opbouwen van het koninkrijk van de Heer. President Russell M. Nelson zei ooit tegen jongvolwassenen: ‘Jullie zijn de toekomstige leiders en leidsters in de kerk van de Heer! Zijn jullie klaar om die leiding op je te nemen?’2 Uit noodzaak en uit liefde voor de Heiland staan jongvolwassenen in de hele wereld klaar om in de kerk te dienen en te leiden.

Een leven lang in dienst van Hem

Veel jongvolwassenen in Nieuw-Caledonië zien hun zending als een voorbereiding op levenslang dienen in de kerk. Syoelanne (Syo) Ulivaka werd een week nadat hij was ontheven van zijn voltijdzending als tweede raadgever in de bisschap geroepen. ‘Ik was net klaar met mijn zending’, zegt Syo. ‘Ik was moe, en had mezelf beloofd dat ik nu mocht uitrusten.’ Toch accepteerde hij de roeping. ‘Ik realiseerde me dat ik zou gaan waar de Heer wilde dat ik ging. Ik ben in dienst van Hem. Niet voor twee jaar, maar voor het leven.’

Sinds Syo’s roeping in de bisschap is hij getrouwd, heeft hij een kind gekregen en is hij verhuisd naar een andere wijk. Maar hij blijft dienen en zijn kerkroepingen vervullen.

Ouderling Earl C. Tingey, emeritus algemeen zeventiger, heeft tot jongvolwassenen gezegd: ‘Een kerkroeping is een van de mooiste zegeningen die je in dit stadium van je leven kunt hebben. Je kunt zoveel bijdragen aan de wijk of gemeente waar je woont. Je talenten en vaardigheden zijn noodzakelijk voor een groeiende kerk.’3 Syo is niet de enige jongvolwassene op het eiland die zijn talenten inzet om de groeiende kerk te ondersteunen. Andere jongvolwassenen dienen in bijna iedere hoedanigheid op wijk- en ringniveau. Syo zegt: ‘We proberen de dingen die we tijdens onze zending hebben geleerd mee terug te nemen, zodat we onze ring en onze wijk sterker kunnen maken.’ Deze jongvolwassenen brengen offers om het koninkrijk in hun eigen land te sterken, maar Syo merkt op: ‘We offeren vooral tijd op.’

Sommige jongvolwassenen hebben wel twee of drie roepingen. ‘Dat kan een zegening zijn, maar ook een last’, zegt Syo. Velen worstelen om de balans te vinden tussen de verplichtingen die bij hun leeftijd horen en hun verantwoordelijkheden in de kerk. ‘Het is moeilijk om alles tegelijk te doen.’ Maar Syo ontdekte dat het goed te doen was, zolang hij de Heer maar op de eerste plaats zette. Hij zegt: ‘De Heer heeft me met al het andere geholpen. School, een vrouw vinden… Het lag allemaal in handen van de Heer.’

De toekomst van de kerk

De profeten en apostelen hebben een duidelijke mening over wat jongvolwassenen kunnen betekenen in de kerk: ‘We hebben je hele hart en ziel nodig. We hebben levendige, bedachtzame, enthousiaste zendelingen nodig, die weten hoe ze moeten luisteren naar de influisteringen van de Heilige Geest en er gehoor aan geven.’4

Jongvolwassenen, in Nieuw-Caledonië en over de hele wereld, gaan in op deze apostolische oproep. Ze realiseren zich dat zij de toekomst van de kerk zijn, en kiezen ervoor om te dienen op alle manieren die in hun vermogen liggen. Ze steunen elkaar bij hun roepingen. Ze werken samen met zendelingen. Ze verkondigen het evangelie en nodigen hun vrienden naar de kerk uit. Ze geven advies aan de jongeren in hun wijk en motiveren hen om op zending te gaan. Ze reizen ver om de tempel te bezoeken. Ze onderwijzen familieleden die geen lid zijn. Door al die inspanningen bouwen ze het koninkrijk op.

‘Bij het dienen van de Heer zijn wij zijn werktuigen’, erkent Syo. In deze tijden, waarin de kerk groeit, roept de Heer overal ter wereld leden van alle leeftijden op om verantwoordelijkheden te accepteren en zijn koninkrijk op te bouwen en te sterken. Zijn we bereid om gehoor te geven aan die oproep?

Noten

  1. Carl B. Cook, ‘Dienen’, Liahona, november 2016, 110.

  2. Russell M. Nelson, in Marianne Holman Prescott, ‘Prepare for Future Church Leadership, President Nelson Tells Young Adults’, 8 januari 2017, news.ChurchofJesusChrist.org.

  3. Earl C. Tingey, ‘Drie boodschappen voor jongvolwassenen’, Liahona, april 2007, 27.

  4. M. Russell Ballard, ‘De beste generatie jongvolwassenen’, Liahona, mei 2015, 68.