Gebed: de sleutel tot een getuigenis en tot de herstelling
Ouderling Robert D. Hales (1932–2017)
van het Quorum der Twaalf Apostelen
Naar een toespraak gehouden tijdens de algemene oktoberconferentie van 2003.
Volg het voorbeeld van Joseph Smith en het patroon van de herstelling. Bestudeer de Schriften. Kniel neer in gebed. Vraag in geloof. Luister naar de Heilige Geest.
Foto Getty Images
Als leiders van de kerk wordt ons vaak gevraagd: ‘Hoe kan ik een getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus krijgen?’
Een getuigenis ontvangen en ons bekeren begint met studie en gebed, waarna we het evangelie geduldig en standvastig naleven, de Geest uitnodigen en rustig afwachten. Het leven van Joseph Smith en de herstelling van het evangelie zijn uitstekende voorbeelden van dit proces. Als u naar mijn boodschap over deze gebeurtenissen van de herstelling luistert, let dan op de stappen die tot een getuigenis leiden. […]
Grote verwarring
Joseph Smith werd op 23 december 1805 in Sharon (Vermont, VS) geboren. Hij kwam in een gezin terecht dat bad en de Bijbel bestudeerde. In zijn jeugd was hij erg in godsdienst geïnteresseerd en hij merkte dat er ‘grote verwarring’ over de leerstellingen van Christus was; ‘priester streed tegen priester, bekeerling tegen bekeerling.’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:6.)
Maar die verwarring was al eeuwen eerder begonnen, in de periode die de grote afval wordt genoemd. Volgens de apostel Paulus zal ‘de dag van Christus’ niet komen, ‘tenzij eerst de afval gekomen is’ (2 Thessalonicenzen 2:2–3).
Enkele decennia na de opstanding van Christus waren zijn apostelen vermoord, waren zijn leringen verbasterd en was het priesterschap van de aarde weggenomen. Maar Paulus, die onze bedeling zag, profeteerde dat God ‘in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen [zou] brengen’ (Efeze 1:10). Hij zou de kerk van Christus opnieuw op aarde herstellen. […]
Joseph vindt een antwoord
Joseph Smith kwam op veertienjarige leeftijd tussen ‘botsende [godsdienstige] meningen’ terecht. Hij vroeg zich vaak af: ‘Als [één van deze kerken] gelijk heeft, welke is dat dan en hoe kom ik dat te weten?’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:10.)
Joseph probeerde in de Bijbel antwoord te vinden. In de brief van Jakobus las hij: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden’ (Jakobus 1:5).
De verlangens van mijn hart (detail), Walter Rane
Op aanwijzing van Jakobus ging Joseph naar het bos bij zijn huis om te bidden. Toen hij God aanriep, zag hij ‘een lichtkolom, de helderheid van de zon overtreffend, die geleidelijk neerdaalde’. En toen verschenen er ‘twee Personen’. ‘Een van Hen sprak tot [hem, hem] bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:16–17).
God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, spraken met Joseph. Zij beantwoordden zijn vraag. Zij vertelden hem dat de ware kerk van Christus van de aarde was verdwenen. Joseph zag dat deze leden van de Godheid afzonderlijke personen waren. Zij kenden hem bij naam en wilden zijn gebeden beantwoorden. De hemelen werden geopend, de periode van afval was voorbij, en het licht van het evangelie begon te schijnen.
Net als Joseph zijn velen van ons op zoek naar het licht van de waarheid. […] Net als Joseph moeten wij de Schriften bestuderen, bidden, […] nederig zijn en geloof oefenen.
Moroni en de gouden platen
Joseph zei dat hij in de drie jaar na zijn eerste visioen [vaak ontmoedigd raakte door zijn zwakheid en onvolmaaktheden]. Maar hij raakte zijn geloof niet kwijt en vergat ook de kracht van het gebed niet.
Op 21 september 1823, toen hij 17 jaar was, knielde [Joseph] neer en vroeg ‘God om vergeving voor al [zijn] zonden […]’, en om te ‘weten wat [zijn] status en positie was voor [Gods] aangezicht’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:29). Toen hij bad, verscheen er een licht dat in helderheid toenam, ‘totdat de kamer lichter was dan op het middaguur’ (vers 30). In dat licht stond een persoon die een los kleed droeg ‘van een weergaloze witheid’ (vers 31). Hij noemde Joseph bij naam en stelde zichzelf voor als Moroni. Hij zei dat ‘God een werk voor [Joseph] te doen had’, en vertelde hem over een verslag uit de oudheid dat ‘op gouden platen’ was geschreven, en dat vertaald het Boek van Mormon werd genoemd. Het boek bevatte een verslag van de volheid van het evangelie. (Zie de verzen 33–34.) […] Joseph werd naar dat verslag geleid. Het lag in de nabijgelegen heuvel Cumorah.
De volgende dag vond Joseph de platen, maar de tijd was nog niet aangebroken om ze mee te nemen. Moroni gaf Joseph de opdracht om hem daar vier jaar lang op dezelfde datum te ontmoeten (zie de verzen 52–53). Joseph gehoorzaamde. Elk jaar ging hij naar de heuvel, waar Moroni hem ‘aanwijzingen’ (vers 54) gaf over de herstelling van de kerk van Christus. […]
Joseph ontving de platen op 22 september 1827. Hij was toen 21. Hij kreeg ook een instrument om bij de vertaling te gebruiken, dat de Urim en Tummim werd genoemd. Met behulp van dit heilige instrument en met de Heilige Geest begon Joseph aan de vertaling. […]
De herstelling vindt plaats
Toen Joseph op 23-jarige leeftijd aan het vertalen was, kwamen hij en Oliver [Cowdery] een gedeelte over de doop voor de vergeving van zonden tegen. […] Ze wilden meer weten. Joseph wist wat hij moest doen.
Op 15 mei 1829 gingen [Joseph en Oliver] naar het bos om de Heer aan te roepen. Terwijl ze in gebed waren, verscheen Johannes de Doper ‘in een wolk van licht’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:68). Hij […] had de Heiland gedoopt, [en] bezat de benodigde sleutels van het priesterschap om die verordening met de bevoegdheid van God te verrichten.
[…] Johannes […] legde zijn handen op [het hoofd van Joseph en toen op het hoofd van Oliver] en verleende hun het Aäronisch priesterschap. (Zie LV 13; Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–69). […] Eind mei of begin juni 1829 ontvingen Joseph en Oliver het Melchizedeks, ofwel het hogere, priesterschap van de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes.
Herstelling van het Melchizedeks priesterschap, Walter Rane
De vertaling van het Boek van Mormon werd ook in juni voltooid, en het boek werd op 26 maart 1830 gepubliceerd. Enkele dagen later, op 6 april, werd de kerk officieel georganiseerd. […] Zoals Paulus had geprofeteerd, werd de kerk van Christus opnieuw op aarde gevestigd.
Maar de herstelling was nog niet voltooid. [De Kirtlandtempel, de eerste tempel in deze bedeling], werd op 27 maart 1836 ingewijd. Een week later, op 3 april, werd daar een bijeenkomst gehouden. Na een plechtig en stil gebed […] verscheen de Heer Jezus Christus [aan Joseph en Oliver.] Mozes, Elias en Elia verschenen ook [in de Kirtlandtempel] en [verleenden priesterschapssleutels] aan Joseph (zie LV 110).
Jezus Christus verschijnt aan de profeet Joseph Smith en Oliver Cowdery (detail), Walter Rane
Een patroon om te volgen
Broeders en zusters, zien we het patroon? Alle belangrijke gebeurtenissen van de herstelling – het eerste visioen, de verschijning van Moroni, de vertaling van het Boek van Mormon, de herstelling van het priesterschap en de verschijning van Jezus Christus in zijn heilige tempel – werden voorafgegaan door gebed. […]
Ik heb [vele malen] het onloochenbare getuigenis van de Geest van God gevoeld, als een brandend vuur in mijn hart, dat het herstelde evangelie waar is. [Als u daar nog geen getuigenis van hebt,] spoor ik u aan om de aanmoediging van Moroni in het Boek van Mormon op te volgen: ‘Wanneer u deze dingen ontvangt, spoor ik u aan God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus te vragen of deze dingen niet waar zijn; en indien u vraagt met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, zal Hij de waarheid ervan aan u openbaren door de macht van de Heilige Geest. En door de macht van de Heilige Geest kunt u de waarheid van alle dingen kennen’ (Moroni 10:4–5). […]
Volg het voorbeeld van Joseph Smith en het patroon van de herstelling. Bestudeer de Schriften. Kniel neer in gebed. Vraag in geloof. Luister naar de Heilige Geest. […] En in de naam van Jezus Christus beloof ik u: ‘Indien u [onze hemelse Vader] in geloof vraagt, gelovende, dat u zult ontvangen, en [de] geboden [van de Heer] naarstig onderhoudt, zullen deze dingen u zeker worden bekendgemaakt’ (1 Nephi 15:11).