2013
Waarom en wat moet ik aan mijn bisschop belijden?
oktober 2013


Waarom en wat moet ik aan mijn bisschop belijden?

Afbeelding
Ouderling C. Scott Grow

Je helpen bij je bekering is een bijzonder aspect van de roeping van een bisschop. Je geweten zal je vertellen wanneer je met hem moet gaan praten.

Misschien vraag je je af waarom je gezegd wordt om de ernstige zonden die je hebt begaan aan je bisschop of gemeentepresident te belijden. Misschien denk je wel: is bekering geen persoonlijke zaak tussen mij en de Heer? Ik ben ermee opgehouden en heb het aan God beleden, waarom moet ik dan ook nog met mijn bisschop praten?

Afbeelding
A young woman seated across the desk from her bishop.

Foto-illustraties Christina Smith

Waarom de bisschop en niet iemand anders?

Veel jongeren vinden het prettiger om hun fouten aan hun ouders of hun jeugdleiders te vertellen. Hoewel je ouders en leid(st)ers je de nodige steun en raad kunnen geven, heeft de Heer verklaard dat de bisschop een rechter in Israël is (zie LV 107:72, 74). Het is zijn taak om te bepalen of de leden in zijn wijk waardig zijn. Door ordening en een rechtschapen leven heeft de bisschop recht op openbaring van de Heilige Geest omtrent de leden van zijn wijk, met inbegrip van jou.

De bisschop kan je bij je bekeringsproces helpen op een manier die je ouders of andere leid(st)ers niet gegeven is. Als de zonde ernstig is, kan hij ertoe overgaan om je voorrechten in de kerk te beperken. Hij kan je bijvoorbeeld, als onderdeel van je bekeringsproces, vragen om een tijdje niet van het avondmaal te nemen of het priesterschap uit te oefenen. Hij zal je begeleiden en Hij bepaalt wanneer je weer aan die heilige zaken deel kunt nemen.

Je bisschop zal je vertellen wat je kunt doen om jezelf tegen verleiding te wapenen. Hij kan je vragen een bepaald evangelisch onderwerp te bestuderen, bijvoorbeeld bekering, en hem te vertellen wat je ervan geleerd hebt. Hij kan je vragen om elke week bij hem langs te komen om te vertellen wat je doet om verleiding uit de weg te gaan.

Wanneer moet ik met hem gaan praten?

Misschien denk je: dat klinkt allemaal redelijk, maar hoe weet ik dat wat ik gedaan, heb ernstig genoeg is om met mijn bisschop te gaan praten? Het korte antwoord is: ‘Je geweten zal je dat laten weten.’ Als je geweten spreekt, handel dan direct (zie Alma 34:31–34).

Koning Benjamin merkt over zonde op: ‘Ik kan u niet alle manieren vertellen waarop gij zonde kunt begaan, want er zijn allerlei wegen en wijzen, ja, zovele dat ik ze niet tellen kan’ (Mosiah 4:29). In plaats van een uitgebreide opsomming te geven van zaken die je aan je bisschop behoort te belijden, bespreek ik liever een aantal beginselen aan de hand waarvan je kunt bepalen of je met je bisschop moet gaan praten.

Welke zonden moet ik belijden?

Ik weet dat je probeert gehoorzaam te zijn, maar misschien heb je een paar fouten gemaakt — zelfs ernstige fouten. De meeste fouten die mensen maken kunnen in persoonlijk gebed en oprechte bekering worden rechtgetrokken. Sommige fouten, in het bijzonder inzake onzedelijkheid, dienen aan je bisschop te worden beleden, voordat je vergeving van de Heer kunt ontvangen.

Als je denkt aan de fouten die je hebt gemaakt, voel je je misschien schuldig, verloren, ongelukkig of zelfs ellendig. Als je die gevoelens hebt, dan moet je waarschijnlijk met je bisschop over die fouten praten.

Denk niet dat het zo’n vaart niet loopt en probeer je fouten ook niet goed te praten. Misschien denk je: ik schaam me veel te veel om de bisschop te vertellen wat ik gedaan heb. Hij zal dat nooit achter mij zoeken. Wat ik hem ga vertellen, zal hem choqueren. Ik zal in zijn achting dalen.’

Ik beloof je dat hij je niet zal veroordelen. Als dienstknecht van de Heer zal hij liefdevol zijn en begripvol naar je luisteren. Daarna zal hij je bij het bekeringsproces helpen. Hij is de genadige gezant van de Heer die je rein zal helpen worden door de verzoening van Jezus Christus.

De Heer heeft gezegd: ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.

‘Hierdoor zult gij weten of iemand zich van zijn zonden bekeert — zie, hij zal ze belijden en ze verzaken’ (LV 58:42–43).

Als je je zonden belijdt en verzaakt, zal de Heer je vergeven. Je zult je niet hoeven te verantwoorden voor die zonden als de tijd komt om geoordeeld te worden.

En als ik mijn zonden niet belijd?

Soms verzaakt iemand zijn ernstig zondige gedrag zonder het ooit aan zijn of haar bisschop te belijden. Als gevolg daarvan blijft die persoon de last van zonde met zich meedragen, in plaats van de Heiland die last te laten wegnemen.

Laat mij je een voorbeeld geven. Enkele jaren geleden voerde ik op een avond tempelaanbevelingsgesprekken met een aantal volwassen leden. Zo ook met een vrouw van middelbare leeftijd. Ze was in de tempel getrouwd en was al haar hele leven actief in de kerk.

Ik zag dat ze ergens over in zat. Toen het gesprek vorderde, ontving ik inspiratie. Ik zei tegen haar: ‘Zuster, ik heb de indruk dat u als tiener een ernstige fout hebt gemaakt die u niet aan een priesterschapsleider hebt beleden? Zou u dat met mij willen bespreken?’

Ze begon ineens te huilen. Ze zei mij dat ik het bij het juiste eind had, en dat ze zich er nooit toe had kunnen brengen om het aan haar bisschop te belijden, omdat ze zich ervoor schaamde. Ze vertrouwde mij voldoende details toe over haar misstap om haar waardigheid te kunnen bepalen.

De belijdenis van haar zonden aan haar priesterschapsleider vormde het eind van haar bekeringsproces, niet het begin. Ze had de last en het verdriet van haar zonde dertig jaar lang onnodig meegedragen.

Omdat ze de laatste stap van haar bekering had voltooid, voelde ze zich niet meer schuldig. Ik ben haar na ons gesprek op die bewuste avond nog wel eens tegengekomen. Je zag aan haar dat er een last van haar was afgevallen, ze zag er gelukkig uit.

Laat ik je ook zeggen dat ik niet meer weet hoe ze heette. De Heer kan dergelijke herinneringen bij bisschoppen wegnemen. Wat ik mij wel herinner is dat een vrouw van middelbare leeftijd, door haar zonde aan haar priesterschapsleider te belijden, verlost werd van schuldgevoelens die ze veel te lang met zich had meegedragen.

Bega die vergissing alsjeblieft niet. Als je schuldgevoelens hebt, maar niet zeker weet of je ermee naar je bisschop moet gaan, ga dan naar hem toe. Laat je door hem helpen. Zorg dat je niet blijft rondlopen met een vervelend schuldgevoel. Doe dat jezelf niet aan. Door je zonden aan je bisschop te belijden en je te bekeren zal de Heer die last bij je wegnemen (zie Jesaja 1:18).

Waarom moet ik mij bekeren?

Afbeelding
A young woman seated across the desk from her bishop.

Jezus Christus heeft door zijn zoenoffer voor de zonden van alle mensen geboet. Hij vraagt je je te bekeren en zo nog meer verdriet en leed te voorkomen. ‘Bekeer u, opdat […] uw lijden [niet] hevig zij — hoe hevig weet u niet, hoe intens weet u niet, ja, hoe zwaar te dragen weet u niet.

‘Want zie, Ik, God, heb deze dingen voor allen geleden, opdat zij niet behoeven te lijden als zij zich bekeren;

‘maar als zij zich niet bekeren, moeten zij lijden zoals Ik […]

‘Welnu, Ik gebied u wederom zich te bekeren, […] en dat u uw zonden belijdt, opdat u die straffen waarvan Ik heb gesproken […] niet zult ondergaan’ (LV 19:15–17, 20).

Ik getuig dat Jezus Christus door zijn lijden al voor jouw zonden heeft geboet. Je kunt vergiffenis krijgen als je je bekeert. Probeer niet zelf voor je zonden te boeten. Je kunt jezelf niet verlossen, hoeveel je ook lijdt; je kunt alleen door de verzoening vergeving krijgen.

Ik hoop dat je geloof in Christus en zijn verzoening zult oefenen. Ik getuig in de naam van Jezus Christus dat je, door je te bekeren en zo nodig naar je bisschop te gaan om je zonden te belijden, rein kunt worden. Bovendien kun je door de genade van de Heiland — zijn schragende kracht — gesterkt worden in je vermogen om in de toekomst verleiding te weerstaan. Aldus krijg je gemoedsrust en geluk in dit leven en beërf je het eeuwige leven in de toekomende wereld.