2013
Ik ga nooit meer naar een dansavond
Juni 2013


Ik ga nooit meer naar een dansavond

Wendy Van Noy, Illinois (VS)

In onze buitenwijk van Chicago (Illinois, VS) gaan er minder dan twintig jongeren van de kerk naar een middelbare school van ongeveer 4.400 leerlingen, verspreid over twee locaties. We zijn blij met het onderwijs dat onze zoon heeft gekregen. En er wonen veel goede gezinnen met hoogstaande normen in onze omgeving.

In het voorjaar van het jaar dat onze zoon voor het eerst naar de middelbare school ging werd hij uitgenodigd voor een dansavond op school. Het meisje dat hij meenam, droeg een prachtige, fatsoenlijke jurk. En we waren benieuwd hoe de avond voor ze was verlopen. Toen hij thuiskwam, zei hij: ‘Ik ga nooit meer naar een dansavond van school!’ Hij zei dat sommige leerlingen onfatsoenlijke dansen hadden gedaan en dat de leiding er niets aan had gedaan. Ik was geschokt.

Ik ben deeltijdmedewerker van het schooldistrict, en enkele dagen na de dansavond zocht ik de conrector op. Hij is een integer man en ik dacht dat hij wel naar mijn bezwaren zou luisteren. Hij raadde mij aan om het bestuur van de school een brief te sturen.

Ik bad erover en dacht na wat ik zou schrijven. Ik besloot ze te schrijven dat ik teleurgesteld was over het ongepaste dansen en dat er niets aan was gedaan. De lat voor prestaties in het onderwijs was hoog gelegd, waarom dan niet voor alle activiteiten?

Er gingen enkele maanden voorbij en ik dacht dat mijn brief aan dovemansoren gericht was. Maar op een dag vroeg een conrector me op een inschrijvingsdag: ‘Bent u de moeder die de brief over dansavonden op school heeft geschreven?’

‘Jazeker’, antwoordde ik.

‘Ik wilde u vertellen dat die brief nogal wat heeft losgemaakt!’ zei hij.

Hij vertelde dat een van de bestuursleden niet overtuigd was dat er iets veranderd moest worden totdat hij enkele leerlingen om hun mening vroeg. Ze antwoordden allemaal hetzelfde: ‘Ik ga nooit meer naar een dansavond van school! Ze zijn veel te walgelijk!’

Het bestuur stelde toen regels op voor een dansetiquette en besloot dat er bij de volgende dansavond toe zou worden gezien op de naleving ervan. Het hoofd vertelde de leerlingen dat ze gevraagd zouden worden te vertrekken als ze zich niet aan de regels hielden.

Ik wachtte bij de volgende dansavond vol spanning de terugkeer van onze zoon af. Toen hij thuiskwam, zei hij dat de leerlingen die hadden geprobeerd zich toch weer net als voorheen te gedragen, waren weggestuurd. Hij zei dat het een van de beste dansavonden was die hij had bezocht.

Ik schreef een brief naar het bestuur en bedankte hen voor een van de beste schooldansavonden in lange tijd. De conrector die ik eerder had gesproken, antwoordde: ‘Bedankt dat u afgelopen voorjaar die discussie op gang hebt gebracht. Zonder uw inbreng hadden we op dit gebied geen vooruitgang kunnen maken.’

Ik ben er sindsdien achter gekomen dat de meeste scholen in onze provincie die nieuwe dansregels hebben overgenomen en dat duizenden leerlingen nu kunnen genieten van de dansavonden op hun school.

Ik bid dat de Heer ons allen zal zegenen met de moed om iets te zeggen en op te komen voor wat wij geloven. Ik heb in elk geval geleerd dat één persoon iets tot stand kan brengen.