2013
Vreugde vinden in familiehistorisch werk
Juni 2013


Huisbezoekboodschap

Vreugde vinden in familiehistorisch werk

Bestudeer dit materiaal met een gebed in uw hart en bespreek het naar behoefte met de zusters die u bezoekt. Gebruik de vragen om de zusters te sterken en de ZHV actief deel uit te laten maken van uw eigen leven. Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.

Afbeelding
ZHV-embleem

Geloof, gezin, hulp

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat de geest van Elia ‘een manifestatie van de Heilige Geest [is] die getuigt van de goddelijke aard van de familie.’1

Als leden van de herstelde kerk van Christus hebben wij de verbondstaak om de gegevens van onze voorouders op te zoeken en hun de verlossende evangelieverordeningen aan te bieden. Zij kunnen zonder ons niet tot ‘volmaking’ komen (Hebreeën 11:40). ‘Evenmin kunnen wij zonder onze doden tot volmaking komen’ (LV 128:15).

Familiehistorisch werk bereidt ons voor op de zegeningen van het eeuwige leven en draagt ertoe bij dat wij ons geloof en rechtschapenheid vergroten. Familiehistorisch werk is een onmisbaar onderdeel van de zending van de kerk en maakt het heil en de verhoging mogelijk voor alle mensen.

President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Als we onze eigen voorouders opzoeken, krijgen interesse in meer dan alleen de namen. (…) Dan wordt ons hart tot onze vaderen teruggevoerd — we proberen hen te vinden, te leren kennen en te dienen.’2

Uit de Schriften

Maleachi 4:5–6; 1 Korintiërs 15:29; LV 124:28–36; 128:15

Onze geschiedenis

De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘De grootste taak die de Heer op onze schouders heeft gelegd, is het opzoeken van onze voorouders.’3 Wij kunnen in de tempel optreden als plaatsvervanger voor onze overleden voorouders om de nodige verordeningen voor hen te verrichten.

Toen de veertienjarige zoon van Sally Randall uit Nauvoo (Illinois, VS) was overleden, putte zij veel troost uit de belofte van eeuwige familiebanden. Toen haar man zich voor hun zoon had laten dopen, schreef ze aan haar familie: ‘Wat is het magnifiek (…) dat we ons voor al onze overleden [voorouders] kunnen laten dopen en ze kunnen redden voor zover hun gegevens ons bekend zijn.’ Toen vroeg ze haar familieleden om haar gegevens van hun voorouders te sturen. Ze schreef: ‘Ik ga doen wat ik kan om [onze familie] te redden.’4

Noten

  1. Russell M. Nelson, ‘Een nieuwe oogsttijd’ Liahona, juli 1998, p. 34.

  2. Boyd K. Packer, ‘Uw familiegeschiedenis: beginnen’, Liahona, augustus 2003, p. 17.

  3. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 511.

  4. Zie Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011), p. 21.

Foto-illustratie Craig Dimond en Cody Bell © IRI