2013
Het is een wonder
Mei 2013


Het is een wonder

Als u geen voltijdzendeling met een naamplaatje op uw jas bent, is het nu de tijd om er eentje op uw hart te schilderen. Niet, zoals Paulus heeft gezegd, ‘met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God.’

Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen

Het sterfelijke leven van Jezus Christus was vol wonderen: een maagd als moeder, een nieuwe ster, engelen die verschenen aan herders, blinden die zagen, verlamden die liepen, engelen in Getsemane en bij het graf, en het grootste wonder van allemaal — zijn heerlijke opstanding.

Ziet u het voor u: elf apostelen op de berg bij Galilea die van hun herrezen Heer de aansporing kregen: ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes’?1 ‘Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.’2

‘Alle volken’? ‘De gehele wereld’? ‘De ganse schepping’? Was het mogelijk? Ondanks de aansporing van Jezus, moeten ze zich afgevraagd hebben of ze bij de verbreiding van het evangelie werkelijk door wonderen zou worden gevolgd.3

Geloof won het van twijfel. Petrus verhief zijn stem en sprak:

‘Gij […] allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt, […] neemt mijn woorden ter ore. […]

‘Jezus, de Nazoreeer, […] deze, naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood. […]

‘Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn.’4

Er was op die dag een onbetwistbare uitstorting van de Geest en drieduizend mensen lieten zich dopen. Zoals Jezus had beloofd, werd het vertrouwen van de gelovigen gevolgd door tekenen en wonderen.

Toen de Kerk van Jezus Christus 183 jaar geleden werd hersteld op aarde, herhaalde de Heer zijn opdracht van eeuwen geleden aan zijn kleine groep discipelen: ‘En de waarschuwende stem zal tot alle mensen zijn gericht.’5 ‘Want voorwaar, de roep moet […] uitgaan in de gehele wereld en naar de verste delen der aarde.’6

‘Alle volken’? ‘De gehele wereld’? ‘De verste delen der aarde’? Was het mogelijk?

De Heiland stelde zijn heiligen in de laatste dagen gerust7, maar konden ze wel overzien hoe ver dit wonderbare werk zou reiken? Ze moeten zich afgevraagd hebben of wonderen hen zouden volgen bij de verbreiding van het evangelie.

En nogmaals won geloof het van twijfel. Duizenden lieten zich dopen. Ouderling Wilford Woodruff stuitte in Engeland op een hele gemeenschap die op zijn komst wachtte. De Geest van de Heer raakte hen en hij doopte 45 predikanten en honderden leden tijdens zijn eerste maand op de boerderij van Benbow.8

Het is nu nog hetzelfde. Toen ouderling David A. Bednar en ik ongeveer veertig jaar geleden op zending waren (en ik kan u verzekeren dat wij niet de oudste teruggekeerde zendelingen zijn die hier in de rode stoelen zitten), waren er zestienduizend zendelingen. Zoals president Thomas S. Monson gisteren al mededeelde, hebben we er nu 65 duizend, meer dan ooit tevoren. Er waren toen 562 ringen. Nu zijn er meer dan drieduizend. In die tijd waren er in 59 landen wijken en gemeenten. Nu hebben we wijken en gemeenten in 189 van de 224 naties en territoriums van de wereld. ‘Haar ledental was klein’, zoals Nephi voorspelde.9 Maar tegelijkertijd zijn we de levende verwezenlijking van de voorspelling door Daniel: ‘raakte, zonder toedoen van mensenhanden een steen los […] die de gehele aarde vulde.’10

Onze tijd is een opmerkelijke tijd van wonderen. Zes maanden geleden kondigde President Monson aan dat de leeftijd voor jonge mannen en jonge vrouwen om een zending te vervullen, gewijzigd werd, en er was een onmiskenbare uitstorting van de geest. Geloof won het van twijfel. Jonge mannen en vrouwen traden naar voren. De donderdag na de conferentie was het mijn beurt om zendelingen voor te dragen aan het Eerste Presidium. Ik was verbaasd dat ik zoveel aanvragen zag van achttienjarige jonge mannen en negentienjarige jonge vrouwen die hun plannen reeds hadden aangepast, doktersbezoeken hadden afgelegd, een gesprek met hun bisschop en ringpresident hadden gehad en hun zendingspapieren al hadden ingediend — in maar vijf dagen. Duizenden zijn hen gevolgd. Het is een wonder.

We zijn dankbaar voor het energieke geloof van onze zusters, het groeiend aantal zendelingen uit landen over de gehele wereld en het toenemend aantal echtparen dat klaar staat om te dienen. Er zijn 58 nieuwe zendingsgebieden aangekondigd en ons uitpuilende opleidingscentrum voor zendelingen in Provo heeft een nieuw filiaal gekregen in Mexico-Stad.

President Thomas S. Monson heeft gezegd: “We nemen de raad van de Heiland uiterst serieus […]: ‘Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes.’11 Dit […] werk […] zal voort blijven gaan en zal mensen blijven veranderen en tot zegen zijn. […] Geen enkele kracht in de hele wereld kan Gods werk tegenhouden.’12

We zijn getuigen van de wonderen van de Heer nu zijn evangelie zich over de wereld verspreidt.

Broeders en zusters, zoals de Heer meer zendelingen heeft geïnspireerd om te dienen, zo opent Hij ook het hart en verstand van meer goede en eerlijke mensen om zijn zendelingen te ontvangen. U kent ze al of zal ze nog leren kennen. Ze bevinden zich in uw familie of wonen bij u in de buurt. Ze passeren u op straat, zitten bij u op school of hebben contact met u via het internet. U bent ook een belangrijk onderdeel van dit wonder dat zich ontvouwt.

Als u geen voltijdzendeling met een naamplaatje op uw jas bent, is het nu de tijd om er eentje op uw hart te schilderen. Niet, zoals Paulus heeft gezegd, ‘met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God.’13 En teruggekeerde zendelingen, zoek uw oude naamplaatje op. Draag het niet, maar leg het ergens waar u het kunt zien. De Heer wil dat u meer dan ooit tevoren een instrument in zijn handen bent. U kunt een bijdrage aan dit wonder leveren.

Ieder goed lid van de kerk heeft zijn gedachten laten gaan over hoe het evangelie kan worden uitgedragen. Enkelen dragen het van nature uit en we kunnen veel van hen leren.14 Sommigen vragen zich vertwijfeld af hoe ze er meer aan kunnen doen en zouden willen dat het schuldige geweten dat we soms hebben, ons met rust liet.

Ons verlangen om het evangelie uit te dragen, brengt ons op onze knieën, omdat we de hulp van de Heer nodig hebben.

President Monson heeft ons gevraagd om te bidden ‘voor de gebieden waar onze invloed beperkt is en waar het ons niet is toegestaan het evangelie vrijelijk [uit te dragen].’15 Als we onze Vader in de Hemel er vurig en verenigd om smeken, zal de Heer belangrijke deuren voor ons blijven openen.

We bidden ook voor onze eigen mogelijkheden om het evangelie uit te dragen. De apostel Petrus heeft gezegd: ‘[Wees] bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is.’16

Het is niet verwonderlijk, met alle verwarring17 en beroering18 om ons heen, dat steeds minder mensen naar de kerk gaan. Terwijl velen het verlangen hebben om dichter tot God te komen en een hoger doel in hun leven te hebben, blijven ze met onbeantwoorde vragen zitten. Veel mensen zijn op zoek naar de waarheid, maar de profeet Amos schreef lang geleden al: ‘Van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken naar het woord des Heren, maar vinden zullen zij het niet.”19 U kunt hun vragen helpen beantwoorden. U kunt in gesprekken met hen aan hun geloof in Christus toevoegen.20

De Heiland heeft gezegd: ‘Houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. ‘Ik ben het licht dat gij omhoog zult houden’.21

Ik beloof u, dat als u bidt om erachter te komen met wie u moet spreken, u op namen zult komen of gezichten van personen in gedachten zult krijgen. U zult in die situaties weten wat u moet zeggen.22 Er zullen zich gelegenheden voordoen. Geloof zal het van twijfel winnen en de Heer zal u met uw eigen wonderen zegenen.

De Heiland heeft ons geleerd hoe we het evangelie moeten uitdragen. Ik houd van het verhaal van Andreas die vroeg, ‘Rabbi, waar houdt Gij verblijf?’23 Jezus had alleen kunnen zeggen waar Hij woonde. Maar in plaats daarvan zei hij tegen Andreas, ‘Kom en zie.’24 Ik denk graag dat de Heiland zei: ‘Kom en zie niet alleen waar ik leef, maar hoe ik leef. Kom, en zie wie Ik ben. Kom en voel de Geest.’ We weten niet alles over die dag, maar we weten wel dat Andreas zijn broer Simon vond en verklaarde: ‘Wij hebben de Messias gevonden.’25

Voor hen die interesse tonen in wat wij te vertellen hebben, kunnen we het voorbeeld van de Heiland volgen en hen uitnodigen: ‘Kom en zie’. Sommigen zullen die uitnodiging aannemen, anderen niet. We kennen allemaal wel iemand tegen wie verschillende keren ‘kom en zie’ is gezegd, voordat ze de uitnodiging aannamen. Laten we ook denken aan degenen die eens bij ons waren, maar die we nu nog maar zelden zien, en hen uitnodigen om terug te komen en weer te zien.

We respecteren andermans keuze en timing. De Heer heeft gezegd: ‘Laat ieder mens voor zichzelf kiezen.’26 Iemands gebrek aan interesse hoeft onze banden van vriendschap en liefde niet te beinvloeden. U zult de goedkeuring van de Heer voelen, of de uitnodiging ‘kom en zie’ nu wel of niet wordt geaccepteerd, en met die goedkeuring krijgt u meer geloof om uw geloofsovertuiging voortdurend te blijven uitdragen.

Voor wie internet en een mobieltje heeft, zijn er nieuwe manieren om anderen de uitnodiging ‘kom en zie’ te geven. Laten we er een dagelijkse gewoonte van maken om online ons getuigenis te geven. LDS.org, Mormon.org, Facebook, Twitter bieden ons daartoe heel goed de gelegenheid.

Een groep jongeren in Boston begon met verschillende blogs om het evangelie uit te dragen.27 Daardoor kwamen verschillende mensen online met de kerk in aanraking, waarna ze les kregen van de zendelingen. Daardoor praten die jongeren nu met meer vertrouwen met anderen over het evangelie. Een van de jongeren verklaarde: ‘Dit is geen zendingswerk. Dit is zendingsplezier.’28

Bij deze zaak zijn we allemaal samen betrokken. We plannen en bidden en helpen elkaar als wijkleden en zendelingen. Denk alstublieft aan de voltijdzendelingen en bid voor hen. Vertrouw ze uw familie en vrienden toe. De Heer vertrouwt hen en heeft hen geroepen om degenen die Hem zoeken te onderwijzen en tot zegen te zijn.

President Paulo Kretly van het zendingsgebied Mozambique Maputo vertelde het volgende: ‘Het is in Mozambique heel gewoon om als paar een heel leven samen te wonen zonder getrouwd te zijn, omdat de Afrikaanse traditie vereist dat er een kostbare bruidsschat betaald moet worden die de meeste paren zich niet kunnen veroorloven.’29

Leden en zendelingen baden en dachten na hoe ze konden helpen.

Het antwoord op hun gebeden was dat ze de wet van kuisheid en het belang van het huwelijk en eeuwige families moesten benadrukken. Ze leerden paren waarom een wettig huwelijk belangrijk is voor hun bekering en onderwezen hen in het geluk dat alleen is weggelegd voor wie Jezus Christus volgen.

Dit is een foto van paren uit twee verschillende steden in Mozambique. Ze trouwden op vrijdag en lieten zich op zaterdag met hun oudere kinderen dopen.30 Vrienden en familie werden uitgenodigd om te komen en zien, en honderden kwamen en zagen.

Na de doop, zei een zuster: ‘We moesten kiezen of we de tradities van onze voorouders wilden volgen of dat we Jezus Christus wilden volgen. We kozen ervoor om Christus te volgen.’31

U woont misschien niet in Mozambique, maar u kunt het herstelde evangelie van Jezus Christus op uw eigen manier en in uw eigen cultuur uitdragen.

Bid tot uw Hemelse Vader. Dit is zijn heilige werk. Het zal u worden ingegeven wat u moet doen. Hij zal deuren openen, versperringen wegnemen en u helpen om hindernissen te nemen. De Heer heeft verklaard: ‘De waarschuwende stem zal tot alle mensen zijn gericht, bij monde van mijn discipelen […] en niemand zal hen weerhouden.’32

Ik getuig dat ‘de stem des Heren [Zich] tot de einden der aarde [zal richten], opdat allen die willen horen, mogen horen.’33 Het is een wonder. Het is een wonder. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Matteüs 28:19.

  2. Marcus 16:15.

  3. Zie Matteüs 28:20Marcus 16:17–18.

  4. Handelingen 2:14, 22–23, 32.

  5. Leer en Verbonden 1:4.

  6. Leer en Verbonden 58:64.

  7. Zie Leer en Verbonden 1:5.

  8. Zie Leringen van kerkpresidenten: Wilford Woodruff (2004), pp. 92–95.

  9. Zie 1 Nephi 14:12.

  10. Daniël 2:34–35.

  11. Thomas S. Monson, ‘Welkom op de conferentie’, Liahona, november 2009, p. 6.

  12. Thomas S. Monson, ‘Nu we weer bijeenkomen’, Liahona, mei 2012, p. 4.

  13. 2 Korintiërs 3:3.

  14. Zie Clayton M. Christensen, The Power of Everyday Missionaries: The What and How of Sharing the Gospel (2013).

  15. Thomas S. Monson, ‘Welkom op de conferentie’, Liahona, november 2009, p. 6.

  16. 1 Petrus 3:15.

  17. Ze zien dat traditionele waarheden opnieuw worden gedefinieerd of worden genegeerd; zie Leer en Verbonden 1:16; zie ook Leer en Verbonden 132:8.

  18. Zie Leer en Verbonden 45:26; 88:91.

  19. Amos 8:12.

  20. De profeet Joseph Smith zei: ‘Bezitten de presbyterianen enige waarheid? Ja. Bezitten de doopsgezinden, methodisten, enz. enige waarheid? Ja. […] Wij moeten alle goede en ware beginselen in de wereld bijeenbrengen en als schatten bewaren.’ (History of the Church, deel 5, p. 517.) ‘We vragen niemand om het goede dat ze hebben weg te doen; we vragen ze alleen om te komen en meer van het goede te krijgen. Als de hele wereld nu eens dit evangelie zou omarmen? Dan zouden ze het onderling eens worden en zouden de zegeningen Gods over de mensen worden uitgestort. Daarnaar verlangt mijn hele ziel.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], p. 167.) President Gordon B. Hinckley heeft gezegd: ‘Laat me zeggen dat we de waarheden in alle kerken accepteren, evenals het goede dat ze doen. Tegen mensen van andere geloofsrichtingen zeggen we: “u brengt zoveel goeds tot stand, daar willen we graag aan toevoegen.” Dat is de geest van dit werk. Dat is […] de essentie van ons grote zendingsprogramma.’ (‘Words of the Living Prophet’, Liahona, april 1999, p. 19.) We moeten vriendelijk zijn. Wij moeten het goede in alle mensen zien. ‘Wij leveren geen kritiek op andere kerken. We prediken en onderwijzen op een positieve en bevestigende manier. Tegen mensen van andere geloofsrichtingen zeggen we gewoon: “Neem alle waarheid mee die je hebt en laat ons daar waar mogelijk iets aan toevoegen.” Dat is […] de essentie van ons grote zendingsprogramma, en de resultaten liegen er niet om.’ (In: ‘Messages of Inspiration from President Hinckley’, Church News, 7 november 1998, p. 998; zie ldschurchnews.com.)

  21. 3 Nephi 18:24.

  22. Zie Leer en Verbonden 84:85; 100:6.

  23. Johannes 1:38.

  24. Johannes 1:39.

  25. Johannes 1:41.

  26. Leer en Verbonden 37:4.

  27. Zie, bijvoorbeeld, www.youngandmormon.com.

  28. Telefoongesprek met Jackson Haight op 22 maart 2013.

  29. Persoonlijke e-mail van President Paulo V. Kretly, 6 maart 2013.

  30. Foto’s met dank aan president Paulo V. Kretly, 6 maart 2013. De eerste groep kwam uit Maputo; zij trouwden op 30 november 2012 en lieten zich op 1 december 2012 dopen. De tweede groep kwam uit Beira; zij trouwden op 1 maart 2013 en lieten zich op 2 maart 2013 dopen.

  31. Persoonlijke e-mail van President Paulo V. Kretly, 6 maart 2013.

  32. Leer en Verbonden 1:4–5.

  33. Leer en Verbonden 1:11.