2013
De conferentie deel van ons leven maken
Mei 2013


Ze hebben tot ons gesproken

De conferentie deel van ons leven maken

Kies de activiteiten en vragen die u wilt gebruiken om thuis een discussie op gang te brengen of zelf te overdenken.

De paginanummers die bij de onderwerpen staan, verwijzen naar de pagina waarop de toespraak begint.

Voor kinderen

  • President Thomas S. Monson heeft gesproken over het belang van gehoorzaamheid en heeft gezegd dat er gevolgen aan ongehoorzaamheid verbonden zijn (p. 89). Denk aan een keer dat je de gezinsregels gehoorzaamde, of aan een keer dat je Gods regels gehoorzaamde. Hoe voelde je je toen je gehoorzaam was?

  • Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft een verhaal verteld over een klein meisje dat een tomatenplantje uit een zaadje liet groeien (p. 18). Lees dit verhaal of vertel het aan je familie en bespreek wat je ervan kunt leren over op je hemelse Vader lijken. Je kunt een doel stellen om iets te doen waardoor je een betere band met je hemelse Vader krijgt.

  • Ouderling Enrique R. Falabella van de Zeventig heeft verteld waar gezinnen hechter van worden (p. 102). Hij heeft gezegd dat de belangrijkste woorden die je thuis zoal kunt zeggen, zijn: ‘Ik hou van je’, ‘Heel erg bedankt’ en ‘Wil je me vergeven?’ Zuster Rosemary M. Wixom, algemeen jeugdwerkpresidente, heeft voorgesteld om te zeggen: ‘Ik vind je helemaal geweldig’ (p. 81). Zie je wat er gebeurt als je dat tegen je huisgenoten zegt? Worden ze er blij van? Hoe voel je je?

Voor jongeren

  • President Thomas S. Monson heeft vier beginselen behandeld om je op zendingswerk voor te bereiden — niet alleen als voltijdzendeling maar ook als lid van de kerk (p. 66). Als je zijn toespraak leest, kun je de volgende vraag in gedachte houden: hoe kan ik nu een betere zendeling zijn?

  • Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat het niet geeft als je twijfels of vragen hebt, maar ook: ‘Houd […] vast aan wat je al weet en wees sterk totdat er meer kennis komt.’ […] Wees trouw aan het geloof dat je wel hebt’ (p. 93). Overweeg om je geloof, je getuigenis en enkele ingevingen die je hebt gekregen in je dagboek op te schrijven. Schrijf ook vragen op die je hebt en houd ze tijdens het lezen van de Schriften en deze uitgave bij de hand, zodat je antwoorden kunt opzoeken.

  • Veel sprekers hadden het over de zegeningen van gehoorzaamheid. President Monson heeft bijvoorbeeld gezegd: ‘We ontvangen kennis van de waarheid en krijgen antwoord op onze grootste vragen als we Gods geboden gehoorzamen’ (p. 89). Je kunt eventueel de vele zegeningen van gehoorzaamheid in deze uitgave markeren of opschrijven. Als je die zegeningen herkent, ben je meer gemotiveerd om rechtschapen te leven.

  • Verschillende sprekers hebben gezegd dat je altijd kunt dienen, niet slechts tijdens dienstbetoonprojecten. ‘Dien elke dag’, zei broeder David L. Beck, algemene jongemannenpresident. ‘Er zijn overal mogelijkheden.’ In de toespraak van broeder Beck staan een paar voorbeelden van anderen dienen (p. 55).

Voor volwassenen

  • De meeste sprekers hebben van Jezus Christus getuigd. Wat kunt u van de toespraken op pp. 22, 70, 96, 99 en 109 over zijn goddelijke karakter, zending en bediening leren?

  • Het onderwerp van het leerplan voor jongeren in mei is profeten en openbaring. Als u jongeren lesgeeft of thuis zelf tieners hebt, kunt u het leerplan voor jongeren en de volgende vraag met hen bespreken: waarom is het belangrijk om naar de levende profeten te luisteren en hen te volgen? Overweeg om de profetieën en waarschuwingen in deze uitgave te bestuderen, waardoor we in moeilijke tijden voorspoedig zullen zijn als we er gehoor aan geven.

  • Enkele sprekers concentreerden zich op gezinnen hechter maken. Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft bijvoorbeeld gezegd: ‘Als [de Heiland] het middelpunt van uw gezin is, zal er bij u thuis vrede en rust heersen’ (p. 29). Kijk eens hoe u ervoor kunt zorgen dat de Heiland het middelpunt van uw gezin is. Bestudeer daarvoor de toespraak van ouderling Scott en de toespraken op pp. 6, 81, 83 en 102.