2013
Groei in vruchtbare grond: trouwe jongeren uit Oeganda
April 2013


Groei in vruchtbare grond: trouwe jongeren uit Oeganda

Cindy Smith woonde in Oeganda toen haar man daar werkte. Ze wonen nu in de Amerikaanse staat Utah.

Jongeren in Oeganda die het evangelie van Jezus Christus aannemen en naleven, zien overal om hen heen het geloof en de hoop toenemen.

Afbeelding

Oeganda, een land in het hart van oostelijk Afrika, is gezegend met golvende heuvels vol suikerriet en bananenbomen, en met jonge mensen die klaar zijn om het evangelie van Jezus Christus aan te nemen en na te leven.

In 2010 werd de eerste ring georganiseerd in Oeganda. De kerk groeit er snel. Alle wijken en gemeenten hebben veel jongemannen en jongevrouwen.

Een banier oprichten, een voorbeeld zijn

De jongevrouwen in een van de wijken waren geïnspireerd door deze lering van zuster Elaine S. Dalton: ‘Nu is de tijd voor eenieder van ons om op te staan en onze banier te laten wapperen om de wereld tot deugd op te roepen.’1 De jongevrouwen beklommen een heuvel met uitzicht op de stad en lieten goudkleurige banieren wapperen als symbool van hun belofte om een voorbeeld van deugd te zijn. Ze zongen samen ‘Hoog op der bergen kruin’ (lofzang 5).

Deze jongevrouwen hebben de lat van hun persoonlijke normen voor rechtschapenheid hoger gelegd. Hun getuigenis is gesterkt door hun gehoorzaamheid, en dit heeft anderen beïnvloed. Zuster Dalton heeft gezegd: ‘Jullie mogen nooit de kracht van jullie rechtschapen invloed onderschatten.’2 En net als een banier wappert het voorbeeld van deze jongevrouwen in het zicht van de hele wereld.

Afbeelding

Sandra

Net als veel andere jongevrouwen in Oeganda loopt Sandra enkele kilometers naar de kerk, helpt ze op vrijdag met de schoonmaak van het gebouw en gaat ze op zaterdag naar het seminarie. Door de week staat ze om vijf uur in de ochtend op om schoolboeken te bestuderen, loopt ze naar school en komt ze na zessen in de avond thuis. Ze heeft vanwege geldproblemen een jaar niet naar school gekund maar benadert haar moeilijkheden met een positieve houding: ‘Het evangelie heeft mij echt geholpen om standvastig en onwrikbaar te blijven.’

Sandra is het enige kerklid bij haar thuis, maar haar ouders steunen haar dienstbetoon als kerklid, wat bijvoorbeeld bleek toen ze de wijk hielp om het terrein rond een weeshuis op te ruimen. Haar familie ziet dat het evangelie haar heeft geholpen om sterk te blijven, zelfs als ze met onopgeloste problemen zit. Nadenkend over die bron van kracht, zegt Sandra: ‘Als ik naar de kerk ga, heb ik het gevoel dat ik de wapenrusting Gods aandoe’ (zie Efeziërs 6:11–17).

Susan, die korter geleden lid van de kerk is geworden, houdt van de kerk. Ze kwam oorspronkelijk uit het zuiden van Soedan. Haar familie ontvluchtte de ontberingen daar en was in Oeganda zo gezegend om de zendelingen te ontmoeten. Ze heeft als vluchtelinge gemoedsrust en veiligheid gevonden in het evangelie. Op zondag nam ze haar jongere broertjes en zusjes mee naar de kerk, en soms wel tien andere kinderen die geen lid van de kerk waren. Na de onverwachte dood van een familielid keerde ze terug naar het zuiden van Soedan, waar ze nu wacht tot de kerk in haar omgeving wordt gevestigd. Zowel Susan als Sandra komen moeilijkheden tegen op hun pad, maar ze vertrouwen op God en plukken de vruchten van het naleven van het evangelie van Jezus Christus (zie Alma 32:6–8, 43).

Offers brengen om op zending te gaan

Jongemannen in Oeganda beginnen al heel jong voetbal te spelen. Ze gebruiken daarvoor stevig bij elkaar gebonden takken als bal. Dennis had al van jongs af aan aanleg voor de sport en zijn middelbare school gaf hem een beurs om te spelen voor hun ploeg. Na de middelbare school bood een profploeg hem een salaris, kost en inwoning. Het was een droom die uitkwam, maar Dennis wist dat het zijn plannen om later dat jaar op zending te gaan in de weg kon staan.

Afbeelding

Dennis

Dennis’ verlangen om te doen wat zijn hemelse Vader wilde, was zo sterk dat hij niet eens in de verleiding wilde komen bij de ploeg te blijven als de tijd zou komen om op zending te gaan. Veel mensen trokken zijn keus in twijfel, maar Dennis is ervan overtuigd dat hij de juiste beslissing heeft genomen, zowel voor zichzelf als voor anderen. ‘Mijn twee kleine broertjes en mijn kleine zusje zijn net gedoopt’, zegt hij. ‘Ik had nooit gedacht dat mijn zus naar het evangelie zou luisteren. Als ik zie dat God wonderen tot stand brengt in mijn familie, geeft dat hoop voor mijn toekomst.’

In de wijk waar Dennis naartoe gaat bestuderen de jongemannen wekelijks Predik mijn evangelie. Ze zijn een soort ploeg geworden die nauw samenwerkt met de voltijdzendelingen en vrienden meeneemt naar zondagse bijeenkomsten en doordeweekse activiteiten, zoals basketbal- en voetbalwedstrijden. De priesters hebben vrienden en anderen gedoopt die ze samen met de zendelingen hebben onderwezen. In de loop van enkele jaren heeft deze jongemannenploeg de hele wijk gesterkt. En vier van hen, onder wie Dennis, hebben een oproep ontvangen naar het zendingsgebied Nairobi (Kenia).

Overeenkomstig de raad van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen waren zij ‘lang voor het indienen van [hun] zendingsaanvraag, een zendeling’.3 Dat deden ze door als quorum samen te werken, en daarmee werden ze de best mogelijke ploeg.

Alle vier de zendelingen overwonnen tegenslagen om op zending te kunnen gaan. Wilberforce legt uit: ‘Ik had [vanwege de kosten] al bijna alle hoop opgegeven dat ik op zending kon gaan, maar toen las ik Matteüs 6:19–20: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, […] maar verzamelt u schatten in de hemel.’ Door hard en toegewijd te werken, was ik in staat om mijn doel van een zending vervullen te bereiken. Ik doe erg graag zendingswerk. Niets is beter dan eerst het koninkrijk der hemelen zoeken.’

Hoop voor de toekomst

De jongeren in Oeganda helpen met de opbouw van Gods koninkrijk in hun land, en ze hebben grote hoop voor de toekomst. Hoewel er geen tempel is in het oosten van Afrika, kijken de jongeren uit naar het moment dat zij in een verafgelegen tempel zullen trouwen. Een activiteit van de ring ging over voorbereiding op de tempel. Aan het slot gaf een lid van het ringpresidium zijn getuigenis: ‘God heeft jullie lief. Jullie zijn de toekomst van de kerk in Oeganda.’ Deze rechtschapen jongeren oefenen al een hele goede invloed uit.

De jongemannen en jongevrouwen van Oeganda offeren wereldse zaken op voor eeuwigdurende zegeningen. Ze hebben het zaadje van geloof gezaaid en verzorgen het liefdevol (zie Alma 32:33–37). Net als een boom vol vruchten (zie Alma 32:42) laten de jongeren anderen in dit vruchtbare land delen in de vreugde van het evangelie.

Noten

  1. Elaine S. Dalton, ‘Terugkeren naar deugd’, Liahona, november 2008, p. 80.

  2. Elaine S. Dalton, Liahona, november 2008, p. 80.

  3. David A. Bednar, ‘Zendeling worden’ Liahona, november 2005, p. 45.

Bovenaan: jongeren wonen samen een haardvuuravond van de ring bij.

Boven: Susan (midden), vluchtelinge in Oeganda, vond vrede in het evangelie en nam haar broertjes, zusjes en andere kinderen mee naar de kerk.

Midden: de jongevrouwen in deze wijk werken graag aan hun Persoonlijke vooruitgang.

Rechts: Dennis gaf een plekje in een professionele voetbalploeg op om het evangelie te verkondigen. Hij en andere jongemannen in zijn priestersquorum brachten offers en overwonnen moeilijkheden om een zending te vervullen.

Foto’s Cindy Smith