2013
Het betere kiezen
April 2013


Het betere kiezen

Soms moet je iets goeds opgeven voor iets beters.

Op een dag verraste Zoltán Szücs uit het Hongaarse Szeged zijn kajakcoach met de aankondiging dat hij niet meeging naar een wedstrijd in Duitsland.

‘Het was op dezelfde dag als mijn doop, dus zei ik nee’, zegt Zoltán.

De zeventienjarige Zoltán had al veel kajakwedstrijden gewonnen. De sport is populair in Hongarije en Zoltán was goed — goed genoeg om eventueel prof te worden. Zoltán zou niet alleen maar één wedstrijd overslaan. Hij stond op het punt om het kajakken helemaal op te geven. Hij had iets beters te doen.

Zoltán had veel aan het kajakken gehad. In de loop van de jaren had hij van zijn coach zelfbeheersing, gehoorzaamheid en hard werken geleerd. Zoltán had ook geleerd om niets te doen, te eten of te drinken dat zijn prestaties negatief zou beïnvloeden. Het was geen makkelijk leven; het was eenzaam, en beroeps worden zou nog meer tijd kosten. Beroepskajakkers oefenen twaalf uur per dag en doen op zondag mee aan wedstrijden.

‘Kajakken slokte bijna al mijn tijd op’, zegt Zoltán. ‘Ik was fanatiek. En daardoor was er heel veel wat ik niet deed.’

Daarom besloot Zoltán dat hij zich niet zowel aan het evangelie als aan kajakken kon wijden. In 2004 zei hij tegen zijn coach dat hij ging stoppen met kajakken.

Eerder dat jaar waren de zendelingen zijn moeder lessen gaan geven. Hij deed daar zelf niet aan mee. Hij nam met tegenzin zijn moeders uitnodiging voor haar doop aan. Maar zodra hij binnenkwam in de kerk, werd zijn hart geraakt door wat hij voelde. Zoltán wilde wel met de zendelingen praten, deels omdat hij zich met hen kon identificeren.

‘Ik vond zendelingen interessant omdat ze normale mensen waren die een hogere norm naleefden’, zegt hij.

Omdat Zoltán als kajakker al een hogere norm naleefde, zag hij makkelijk in dat de leringen van het evangelie waardevol waren. Twee maanden later werd hij gedoopt.

Eerst dacht hij dat hij door wilde gaan met kajakken maar alleen de zondagse wedstrijden zou overslaan. Maar omdat hij iemand is die iets graag helemaal goed wil doen, besloot hij om het kajakken helemaal op te geven.

Hij deed na zijn doop een poging om als hobby te blijven kajakken. Toen hij dat deed, vroeg zijn coach hem om te helpen met het coachen van anderen, en met het organiseren van reisjes, omdat hij zelf niet meer aan wedstrijden meedeed. Maar hij wilde geen afspraken maken over kajakken, of een andere activiteit, die zijn discipelschap in de weg zouden staan.

Dus hing Zoltán zijn peddel aan de wilgen en wijdde hij zich aan dienstbetoon in de kerk. Die beslissing deed denken aan een besluit dat president Howard W. Hunter (1907–1995) nam toen hij trouwde. President Hunter was een vaardig musicus en speelde tientallen instrumenten. Hij speelde ’s avonds in een orkest, maar de levenswijze van de mensen met wie hij omging, was in strijd met de evangelienormen. En dus legde president Hunter zijn instrumenten weg en haalde ze alleen te voorschijn als er thuis gezongen werd.1

Zoltán miste het kajakken, maar hij besefte dat hij zoveel van de sport hield dat die liefde het eventueel van zijn liefde voor de Heer kon winnen als hij er te sterk bij betrokken bleef.

Datzelfde beginsel is toe te passen op elke bezigheid die ons verhindert om te zijn wat God van ons verwacht. Het zou voor ieder van ons wel eens beter kunnen zijn om het zonder bepaalde dingen te stellen, zelfs als het goede dingen zijn. Liever dat dan ons eeuwige leven riskeren om ze wél te hebben.

‘De kerk werd mijn hele leven’, zegt Zoltán. ‘Toen ik eenmaal besefte dat ik niet van kajakken kon leven als ik actief wilde zijn, en dat het niet meer dan een hobby zou zijn, werd het makkelijk om het op te geven. In plaats daarvan wilde ik me helemaal op mijn hemelse Vader richten.’

Zoltán begon het evangelie net zo intens te bestuderen als hij elke bezigheid aanpakt. Hij stelde zich ten doel om op zending te gaan. Hij wilde in zijn eigen land blijven om andere mensen te onderwijzen.

Hij heeft een zending vervuld in Hongarije en is nu leraar Engels aan een middelbare school. Het evangelie is nog steeds zijn hoogste prioriteit. ‘Er zijn dingen die we moeten opgeven omdat ze onze relatie met God in de weg staan’, zegt hij. ‘Zodra we weten dat dit moet, is het makkelijk om iets slechts op te geven. Soms zien we echter niet in dat we ook wel eens iets goeds moeten opgeven voor iets beters. We denken dat we ermee door kunnen gaan omdat het niet slecht is, dat we eraan kunnen vasthouden en toch Gods plan kunnen volgen.’ Maar Zoltán weet dat we het goede moeten opgeven als het ons ervan weerhoudt om Gods plan voor ons te volgen.

Noot

  1. Zie Howard W. Hunter, Eleanor Knowles (1994), p. 81.

Zoltán Szücs uit Szeged (Hongarije) heeft het kajakken opgegeven om meer tijd te besteden aan het evangelie.

Boven: foto © Thinkstock; onder: foto Adam C. Olson