Algemene conferentie
Heb uw vijanden lief
Algemene oktoberconferentie 2020


Heb uw vijanden lief

De wetenschap dat we allemaal kinderen van God zijn, geeft ons een kijk op de waarde van anderen, en het vermogen om boven vooroordelen uit te stijgen.

De leringen van de Heer zijn voor de eeuwigheid en voor al Gods kinderen. De voorbeelden in deze toespraak spelen in de Verenigde Staten, maar de verkondigde leringen zijn overal van toepassing.

We leven in een tijd van boosheid en haat in politieke betrekkingen en beleidszaken. Dat hebben we deze zomer gemerkt toen sommigen verder gingen dan vreedzame protesten en zich destructief gedroegen. Dat merken we ook in sommige lopende campagnes voor openbare ambten. Helaas sluipen in dat opzicht zelfs politieke uitspraken en onvriendelijke toespelingen in onze kerkbijeenkomsten.

In een democratisch bestel zullen er altijd verschillende meningen zijn over voorgestelde kandidaten en beleidszaken. Maar als volgelingen van Christus moeten we de boosheid en haat laten varen waarmee over politieke keuzes wordt geredetwist, of die in allerlei situaties worden gehekeld.

Afbeelding
Bergrede

Hier is een van de leringen van onze Heiland, waarschijnlijk welbekend maar zelden in praktijk gebracht:

‘U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten.

‘Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen’ (Mattheüs 5:43–44). 1

Joden hadden generaties lang geleerd hun vijanden te haten, en nu leden ze onder de heerschappij en wreedheden van de Romeinse bezetting. Toch leerde Jezus ze: ‘Heb uw vijanden lief’ en ‘doe goed aan hen die u […] beledigen.’

Afbeelding
Jezus onderwijst in Amerika

Echt revolutionaire leringen voor persoonlijke en politieke betrekkingen! Maar dat gebiedt onze Heiland nog steeds. In het Boek van Mormon staat: ‘Want voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, hij die de geest van twisten heeft, is niet van Mij, maar van de duivel, die de vader van twisten is, en hij hitst het hart van de mensen op om in toorn te twisten, de een met de ander’ (3 Nephi 11:29).

Onze vijanden en onze tegenstanders liefhebben, is niet makkelijk. ‘De meesten onder ons zijn qua […] liefde en vergeving nog niet op dat niveau gekomen’, merkte president Gordon B. Hinckley eens op. Hij zei verder: ‘Het vergt bijna meer zelfbeheersing dan we kunnen opbrengen.’ 2 Maar het moet wel essentieel zijn, want de Heiland heeft immers de twee grote geboden gegeven: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben’ en ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (Mattheüs 22:37, 39). En het moet mogelijk zijn, want Hij zei ook: ‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden’ (Mattheüs 7:7). 3

Hoe houden we ons aan die goddelijke geboden in een wereld waar we ook aan de wetten van de mens onderworpen zijn? Gelukkig zien we aan het voorbeeld van de Heiland zelf hoe we zijn eeuwige wetten kunnen rijmen met de praktische kanten van door de mens opgestelde wetten. Toen tegenstanders Hem in de val wilden lokken met de vraag of Joden wel of niet belasting aan Rome moesten betalen, wees Hij op de afbeelding van de keizer op hun munten en verklaarde: ‘Geef dan aan de keizer wat van de keizer is en aan God wat van God is’ (Lukas 20:25). 4

Afbeelding
Geef aan de keizer

We moeten dus de wetten van de mens volgen (aan de keizer geven) en vreedzaam onder het burgerlijk gezag leven. Daarnaast moeten we de wetten van God volgen op weg naar onze eeuwige bestemming. Maar hoe doen we dat? Bovenal, hoe leren we onze tegenstanders en vijanden lief te hebben?

De lering van de Heiland om niet ‘in toorn te twisten’ is een goede eerste stap. De duivel is de vader van twisten, en hij zet mensen ertoe aan om in toorn met elkaar te twisten. Hij zaait vijandschap en haat in relaties, tussen mensen onderling en binnen groepen. President Thomas S. Monson heeft gezegd dat boosheid een ‘wapen van Satan’ is, want ‘boos worden is toegeven aan de invloed van Satan. Niemand kan ons boos maken. Het is onze keuze.’ 5 Boosheid leidt tot verdeeldheid en vijandschap. We gaan onze tegenstanders al iets meer liefhebben als we boosheid en vijandigheid achterwege laten jegens hen met wie we het oneens zijn. Het helpt ook als we zelfs bereid zijn om iets van ze te leren.

Het vermogen om anderen lief te hebben, ontwikkelen we ook met de eenvoudige methode die in een musical van weleer wordt bezongen. Wanneer we mensen van een andere cultuur proberen te begrijpen en aan te voelen, moeten we ze beter leren kennen. In talloze omstandigheden slaat de achterdocht of zelfs vijandigheid jegens vreemden om in vriendschap of zelfs liefde, wanneer persoonlijke contacten begrip en wederzijds respect kweken. 6

We leren onze tegenstanders en vijanden nog meer liefhebben als we de kracht van liefde gaan begrijpen. Hier zijn drie van de vele profetische leringen over dat onderwerp.

De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Een oud spreekwoord zegt dat liefde ook liefde opwekt. Laten we liefde uitstralen – onze goedertierenheid bewijzen aan de gehele mensheid.’ 7

President Howard W. Hunter heeft gezegd: ‘Deze wereld zou zoveel beter zijn als alle mensen de reine liefde van Christus – die mild, zachtmoedig en nederig is – zouden toepassen. Ze is niet afgunstig of hoogmoedig. […] Ze [vraagt] niets terug. […] Ze biedt geen plaats aan onverdraagzaamheid, haat of geweld. […] Ze spoort mensen aan om in christelijke liefde samen te leven – ongeacht hun geloof, ras, nationaliteit, financiële situatie, opleiding of cultuur.’ 8

En president Russell M. Nelson heeft ons aangespoord om ‘onze kring van liefde uit [te] breiden zodat die de hele mensheid omvat’. 9

Het is bij onze vijanden liefhebben ook essentieel dat we aan de keizer geven door ons aan de wetten van ons land te houden. Hoewel Jezus’ leringen revolutionair waren, propageerde Hij geen revolutie of wetsovertreding. Hij propageerde een betere weg. Dat geeft hedendaagse openbaring ons ook aan:

‘Laat niemand de wetten van het land overtreden, want wie de wetten van God nakomt, hoeft de wetten van het land niet te overtreden.

‘Daarom, onderwerp u aan de gevestigde macht’ (Leer en Verbonden 58:21–22).

En in ons geloofsartikel, opgesteld door de profeet Joseph Smith nadat de eerste heiligen door overheidsfunctionarissen van Missouri zware vervolging hadden verduurd, wordt verklaard: ‘Wij geloven onderdanig te moeten zijn aan koningen, presidenten, heersers en magistraten, door het gehoorzamen, eerbiedigen en hooghouden van de wet’ (Geloofsartikelen 1:12).

Dit betekent niet dat we alles onderschrijven wat krachtens de wet wordt gedaan. Het betekent dat we de wet gehoorzamen en met vreedzame middelen gewenste veranderingen nastreven. Het betekent ook dat we verkiezingsuitslagen vreedzaam accepteren. We doen niet mee aan het geweld waarmee mensen dreigen die de uitslag betreuren. 10 In een democratische samenleving hebben we altijd de mogelijkheid en de plicht om vreedzaam te volharden tot de volgende verkiezing.

De lering van de Heiland om onze vijanden lief te hebben, is gestoeld op het feit dat alle mensen geliefde kinderen van God zijn. Dat eeuwige beginsel en enkele basisbeginselen van de wet kwamen onder druk te staan in de recente protesten in vele Amerikaanse steden.

Afbeelding
Vreedzaam protest

Aan het ene uiterste lijken sommigen te zijn vergeten dat het eerste amendement op de grondwet van de Verenigde Staten voorziet in het ‘recht van het volk om vreedzaam bijeen te komen en een beroep te doen op de overheid voor de genoegdoening van grieven’. Dat is de rechtmatige wijze om bekendheid te geven aan en aandacht te vragen voor onrechtvaardigheden in de inhoud of uitvoering van wetten. En er is onrecht geweest. In het openbare leven en in onze persoonlijke opvattingen hebben we racisme en daarmee gepaarde grieven gehad. In een aangrijpende persoonlijke verhandeling heeft eerwaarde Theresa A. Dear van de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP) ons erop gewezen dat ‘racisme gedijt waar sprake is van haat, verdrukking, samenspanning, passiviteit, onverschilligheid en zwijgzaamheid.’ 11 We moeten als burgers en leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen meer doen om racisme uit te bannen.

Afbeelding
Illegale rellen

Aan het andere uiterste lijkt een minderheid van de deelnemers aan en voorstanders van die protesten en de illegale daden die erop volgden, te zijn vergeten dat de door de grondwet beschermde demonstraties vreedzame protesten betreffen. Demonstranten hebben niet het recht om eigendommen te vernielen, te bekladden of te stelen, of de legitieme politiemachten van de overheid te ondermijnen. De grondwet en andere wetten sporen niet aan tot revolutie of anarchie. We moeten allemaal – politie, demonstranten, voorstanders en toeschouwers – de limieten van onze rechten begrijpen, en het belang van onze plicht om binnen de bestaande wetsgrenzen te blijven. Abraham Lincoln verwoordde het treffend: ‘Geen enkele grief leent zich voor genoegdoening door voor eigen rechter te spelen.’ 12 Genoegdoening van grieven door voor eigen rechter te spelen, gaat buiten de wet om. Dat is anarchie, een toestand zonder effectief bestuur en zonder formele politie, die individuele rechten eerder ondermijnt dan beschermt.

De recente protesten in de Verenigde Staten hebben velen geschokt. Dat komt onder meer doordat de vijandigheden en wetteloosheid onder verschillende etnische groepen in andere landen eigenlijk niet in de Verenigde Staten thuishoren. Dit land zou beter in staat moeten zijn om racisme uit te roeien, niet alleen tegen zwarte Amerikanen, die het meest zichtbaar waren in de recente protesten, maar ook tegen latino’s, Aziaten en andere groepen. Dit land kent geen gelukkig verleden wat racisme betreft, en we moeten ons verbeteren.

Afbeelding
Ellis Island
Afbeelding
Immigranten

De Verenigde Staten zijn gevormd door immigranten van verschillende nationaliteiten en verschillende etnische groepen. Het gemeenschappelijke doel was niet een bepaalde godsdienst te vestigen, of een van de uiteenlopende culturen of tribale loyaliteiten van de oude landen in stand te houden. Onze grondleggers wilden zich verenigen door een nieuwe grondwet en andere wetten. Dat wil niet zeggen dat onze grondslagdocumenten of het destijds gangbare begrip van hun betekenis volmaakt waren. In de eerste twee eeuwen van de Verenigde Staten werd de noodzaak voor vele hervormingen duidelijk. Denk aan het stemrecht voor vrouwen en, in het bijzonder, de afschaffing van slavernij, met inbegrip van wetten die verzekerden dat voormalige slaven alle vrijheden zouden genieten.

Twee wetenschappers van de Yale University hebben onlangs opgemerkt:

‘Ondanks alle tekortkomingen zijn de Verenigde Staten uniek toegerust om een diverse en verdeelde samenleving te verenigen. […]

‘Burgers hoeven niet te kiezen tussen een nationale identiteit en multiculturalisme. Amerikanen kunnen beide hebben. Maar de sleutel is grondwettelijke vaderlandsliefde. We moeten verenigd blijven door en dankzij de grondwet, ongeacht onze ideologische meningsverschillen.’ 13

Vele jaren geleden gaf een Britse minister van buitenlandse zaken deze goede raad tijdens een debat in het Lagerhuis: ‘We hebben geen eeuwige bondgenoten en we hebben geen permanente vijanden. Onze belangen zijn eeuwig en permanent, en die belangen moeten we plichtsgetrouw nastreven.’ 14

Dat is een goede seculiere reden om ‘eeuwige en permanente’ belangen na te streven in politieke kwesties. Daarnaast leren we in de kerk van de Heer nog een eeuwig belang dat ons tot richtsnoer dient, namelijk de leringen van onze Heiland. Die leringen inspireerden de grondwet van de Verenigde Staten en de fundamentele wetten van vele landen. Trouw aan de gevestigde wet en niet zozeer aan tijdelijke ‘bondgenoten’ is de beste manier om onze tegenstanders en vijanden lief te hebben, terwijl we naar eenheid in verscheidenheid streven.

De wetenschap dat we allemaal kinderen van God zijn, geeft ons een hemelse kijk op de waarde van alle anderen, en de wil en het vermogen om boven vooroordelen en racisme uit te stijgen. Ik heb vele jaren op verschillende plekken in dit land gewoond. De Heer heeft me in die jaren ingeprent dat het mogelijk is om de wetten van ons land te gehoorzamen en naar verbetering ervan te streven, alsook om onze tegenstanders en vijanden lief te hebben. Dat is niet makkelijk, maar wel mogelijk met de hulp van onze Heer, Jezus Christus. Hij heeft dit gebod om lief te hebben gegeven en Hij belooft zijn hulp als we het willen gehoorzamen. Ik getuig dat onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, ons liefhebben en zullen helpen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie ook Lukas 6:27–28, 30.

  2. Gordon B. Hinckley, ‘The Healing Power of Christ’, Ensign, november 1988, 59; zie ook Teachings of Gordon B. Hinckley (1997), 230.

  3. Zie ook Leer en Verbonden 6:5.

  4. Zie ook Mattheüs 22:21; Markus 12:17.

  5. Thomas S. Monson, ‘Beheers uw gevoelens, o mijn broeder’, Liahona, november 2009, 68.

  6. Zie Becky en Bennett Borden, ‘Moving Closer: Loving as the Savior Did’, Ensign, september 2020, 24–27.

  7. Joseph Smith, in History of the Church, deel 5, 517. Martin Luther King jr. (1929–1968) heeft iets dergelijks gezegd: ‘Geweld met geweld vergelden, zorgt voor nog meer geweld. Dat maakt een donkere nacht zonder sterren nog donkerder. Duisternis kan duisternis niet verdrijven: alleen licht kan dat. Haat kan haat niet verdrijven: alleen liefde kan dat.’ (Where Do We Go from Here: Chaos or Community? [2010], 64–65.)

  8. Leringen van kerkpresidenten: Howard W. Hunter (2015), 269.

  9. Russell M. Nelson, ‘Zalig de vredestichters’, Liahona, november 2002, 41; zie ook Teachings of Russell M. Nelson (2018), 83.

  10. Zie ‘A House Divided’, Economist, 5 september 2020, 17–20.

  11. Theresa A. Dear, ‘America’s Tipping Point: 7 Ways to Dismantle Racism’, Deseret News, 7 juni 2020, A1.

  12. Abraham Lincoln, toespraak aan het Young Men’s Lyceum, Springfield (Illinois), 27 januari 1838, in John Bartlett, Bartlett’s Familiar Quotations, 18e editie (2012), 444.

  13. Amy Chua en Jed Rubenfeld, ‘The Threat of Tribalism’, Atlantic, oktober 2018, 81, theatlantic.com.

  14. Henry John Temple, Viscount Palmerston, remarks in the House of Commons, Mar. 1, 1848; in Bartlett, Bartlett’s Familiar Quotations, 392; cursivering toegevoegd.