2010–2019
Het ouderlingenquorum
April 2018


Het ouderlingenquorum

Met één Melchizedekse-priesterschapsquorum in een wijk vormen de priesterschapsdragers nu een eenheid in álle aspecten van het heilswerk.

Niet lang na de oprichting van de kerk in deze laatste bedeling, zei de Heer in een openbaring: ‘En door uw gelovig gebed zult u mijn wet ontvangen, opdat u zult weten hoe mijn kerk te besturen en alle dingen in orde te hebben voor mijn aangezicht.’1 Sinds die tijd heeft de kerk dit beginsel gevolgd en is de Heer die belofte nagekomen. Sinds de instelling van priesterschapsambten en -quorums in de tijd van de profeet Joseph Smith zijn er van tijd tot tijd patronen geopenbaard voor de organisatie van en het dienen door de priesterschap. Toen Brigham Young, John Taylor en Spencer W. Kimball, en anderen, president waren, werden er belangrijke verbeteringen in het Quorum der Twaalf Apostelen, de Zeventig, hogepriesters en andere ambten en quorums in zowel het Melchizedekse als het Aäronische priesterschap geopenbaard en ingevoerd.2 President Russell M. Nelson heeft net in een historische verklaring nog zo een cruciale aanpassing bekendgemaakt.

Ik herhaal een deel van zijn verklaring: ‘Vanavond kondigen wij een aanzienlijke herstructurering van onze Melchizedeks-priesterschapsquorums aan om het werk van de Heer doeltreffender te doen. Op wijkniveau worden de hogepriesters en de ouderlingen tot één ouderlingenquorum samengevoegd […]. De samenstelling van [het hogepriestersquorum van de ring] wordt gebaseerd op de priesterschapsroeping die men op dat moment heeft.’

President Nelson voegde daaraan toe:

‘Over deze wijzigingen is maandenlang nagedacht. We voelen een dringende noodzaak om beter voor onze leden te zorgen. […] Om dat beter te doen, moeten we onze priesterschapsquorums versterken zodat we gerichter leiding kunnen geven aan het in liefde dienen en steunen van de heiligen, zoals de Heer dat wil.

‘Deze aanpassingen zijn door de Heer geïnspireerd. Door ze in te voeren, worden we doeltreffender dan we ooit zijn geweest.’3

Op aanwijzing van het Eerste Presidium zullen ouderling Ronald A. Rasband en ik wat aanvullende informatie geven. Daarmee zullen mogelijke vragen van u beantwoord worden.

Ouderlingen- en hogepriestersquorums

Ik zal de aanpassingen voor de hogepriestersgroep en het ouderlingenquorum van de wijk nog een keer herhalen. In de wijk worden de leden van het ouderlingenquorum en de hogepriestersgroep tot één Melchizedeks-priesterschapsquorums met één quorumpresidium samengevoegd. Dit quorum, dat nu sterker is in aantal en eenheid, wordt het ‘ouderlingenquorum’ genoemd.De hogepriestersgroepen houden op te bestaan. Het ouderlingenquorum omvat alle ouderlingen en toekomstige ouderlingen in de wijk en ook de hogepriesters die momenteel geen deel uitmaken van een bisschap, ringpresidium of hoge raad, of die geen patriarch in functie zijn. Het hogepriestersquorum omvat alle hogepriesters die momenteel wel deel uitmaken van een bisschap, ringpresidium of hoge raad, of die patriarch in functie zijn.

Het quorumpresidium ouderlingen

Hoe wordt het presidium van het ouderlingenquorum georganiseerd? Het ringpresidium ontheft de huidige groepsleidingen hogepriesters en quorumpresidiums ouderlingen en roept in elke wijk een nieuwe quorumpresident ouderlingen en raadgevers. Het nieuwe quorumpresidium ouderlingen mag bestaan uit ouderlingen en hogepriesters, met verschillen in leeftijd en ervaring, die samen één quorumpresidium vormen. Een ouderling of een hogepriester mag quorumpresident of raadgever in het presidium zijn. Dit is geen ‘overname’ van ouderlingenquorums door hogepriesters. Wij verwachten dat ouderlingen en hogepriesters in elke combinatie in het quorumpresidium zullen samenwerken en dienen. Deze aanpassingen moeten zo snel als praktisch haalbaar is, worden doorgevoerd.

Priesterschapsambten in het ouderlingenquorum

Krijgen quorumleden door deze aanpassing nu een ander ambt in het priesterschap? Nee, deze ingreep verandert niets aan het priesterschapsambt waartoe een quorumlid in het verleden is geordend. Zoals u weet kan een man in zijn leven tot verschillende priesterschapsambten worden geordend. Bij elke nieuwe ordening blijft zijn eerdere ordening behouden. Hoewel in sommige gevallen een priesterschapsdrager in meer dan één ambt tegelijkertijd kan dienen, bijvoorbeeld als een hogepriester ook patriarch of bisschop is, is hij meestal niet in al zijn priesterschapsambten tegelijkertijd werkzaam. Zo zijn ontheven bisschoppen en emeritus zeventigers niet meer actief in die ambten werkzaam. Dus ook al bezit iemand een of meer andere priesterschapsambten, als lid van het ouderlingenquorum is hij als ouderling werkzaam.

Jaren geleden heeft president Boyd K. Packer gezegd: ‘Het priesterschap zelf is belangrijker dan de ambten ervan. […] Je kunt het priesterschap niet opdelen. Een ouderling draagt hetzelfde priesterschap als een apostel (zie LV 20:38). Als een man het priesterschap ontvangt, ontvangt hij het volledig. Er zijn echter ambten in het priesterschap: categorieën van gezag en verantwoordelijkheid. […] Soms wordt gezegd dat het ene ambt “hoger dan” of “lager dan” een ander ambt is. In het Melchizedeks priesterschap zijn ambten niet zozeer “hoger” of “lager”, maar richt hun dienstbetoon zich op verschillende gebieden.’4 Broeders, ik hoop oprecht dat we niet meer zullen zeggen dat iemand naar een ander ambt in het Melchizedeks priesterschap wordt ‘verhoogd’.

Ouderlingen zullen nog steeds tot hogepriester worden geordend als ze in een ringpresidium, hoge raad of bisschap worden geroepen – of op andere momenten dat de ringpresident dat onder gebed en inspiratie nodig vindt. Na ontheffing uit een ringpresidium, hoge raad of bisschap keren hogepriesters in het ouderlingenquorum van hun wijk terug.

Leiding aan de quorumpresident ouderlingen

Wie geeft leiding aan het werk van de quorumpresident ouderlingen? De ringpresident presideert de Melchizedekse priesterschap in zijn ring. Daarom rapporteert de quorumpresident ouderlingen direct aan de ringpresident, die training en leiding van het ringpresidium en via de hoge raad geeft. De bisschop vergadert als presiderende hogepriester in de wijk regelmatig met de quorumpresident ouderlingen. De bisschop overlegt met hem en geeft aan hoe wijkleden het beste gediend en gesteund kunnen worden, in goed overleg met alle wijkorganisaties.5

Het doel van deze veranderingen

Waarom deze veranderingen in de Melchizedekse-priesterschapsquorums? Met één Melchizedekse-priesterschapsquorum in een wijk vormen de priesterschapsdragers nu een eenheid in álle aspecten van het heilswerk, waaronder het werk voor de tempel en familiegeschiedenis dat voorheen door de hogepriestersgroepen werd gecoördineerd. Ongeacht leeftijd en achtergrond hebben quorumleden nu profijt van elkaars inzichten, ervaring en verschillen in levensfase. Ook hebben ervaren priesterschapsdragers nu meer gelegenheid om anderen te begeleiden, zoals toekomstige ouderlingen, nieuwe leden, jongvolwassenen en geheractiveerde leden. Ik kan niet goed uitleggen hoe enthousiast ik ben over de steeds belangrijkere rol die ouderlingenquorums in de toekomst zullen spelen. Met de wijsheid, ervaring, capaciteit en kracht van deze quorums wordt een nieuw tijdperk ingeluid met een nieuwe norm voor priesterschapsbediening in de hele kerk.

Twintig jaar geleden vertelde ik tijdens de algemene conferentie een verhaal dat oorspronkelijk door ouderling Vaughn J. Featherstone van de Zeventig is verteld. Ik herhaal het hier graag.

‘In 1918 was broeder George Goates boer die in Lehi (Utah) suikerbieten verbouwde. De winter viel dat jaar vroeg in. Een groot deel van zijn bietenoogst bevroor in de grond. Voor George en zijn jonge zoon Francis verliep de oogst traag en moeizaam. Op dat moment heerste er een griepepidemie. De gevreesde ziekte eiste het leven van Georges andere zoon Charles en drie van Charles’ jonge kinderen, twee kleine meisjes en een jongen. In slechts zes dagen moest de rouwende George Goates drie keer naar Ogden (Utah) om de lichamen te begraven. Na deze dramatische onderbreking spanden George en Francis hun wagen in en reden terug naar het bietenveld.

‘[Onderweg] kwamen wagenladingen bieten hen tegemoet die door omwonende boeren naar de fabriek werden gereden. Elke passerende menner wuifde een begroeting: “Hallo, oom George”, “Heel veel sterkte, George”, “Wat een drama, George”, “Je hebt veel vrienden, George”.

‘Op de laatste wagen zat […] Jasper Rolfe met al zijn sproeten. Hij wuifde vrolijk en riep: “Dat was de laatste, oom George.”

‘[Broeder Goates] keek Francis aan en zei: “Ik wou dat dat de laatste voor ons was.”

‘Toen ze bij het hek van het veld kwamen, sprong Francis van de grote rode bietenkar af en deed het hek open terwijl [zijn vader] het veld opreed. [George] reed een stukje maar stopte toen […] en keek over het veld. […] Er was geen suikerbiet op het hele veld te zien. Toen besefte hij wat Jasper Rolfe bedoelde toen hij riep: “Dat was de laatste, oom George!”

‘[George] stapte van de wagen af, pakte een handvol van de vruchtbare, bruine aarde waar hij zo van hield, en toen […] een bietenkop. Even staarde hij naar deze symbolen van zijn arbeid, alsof hij zijn ogen niet kon geloven.

‘Toen ging hij op een berg bietenkoppen zitten – deze man die binnen zes dagen vier van zijn dierbaren moest begraven; kisten had getimmerd, graven had gedolven, en zelfs had geholpen met de begrafeniskleding – deze ongelooflijke man die bij zijn schrijnende beproeving nooit had gewankeld, verzaakt of geweifeld – ging op een berg bietenkoppen zitten en barstte als een klein kind in snikken uit.

‘Toen stond hij op, droogde zijn tranen af, […] keek naar de lucht en zei: “Dank U, Vader, voor de ouderlingen van onze wijk.”’6

Ja, God zij dank voor de mannen van de priesterschap en voor de hulp die zij zullen geven in het verheffen van personen en gezinnen en bij de vestiging van Zion.

Het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf Apostelen en het Presidium der Zeventig zijn na rijp beraad tot deze aanpassingen gekomen. Met veel gebed, zorgvuldige studie van de Schriftuurlijke basis van de priesterschapsquorums, en de bevestiging dat dit de wil van de Heer is, gaan wij eensgezind voorwaarts in wat in feite een volgende stap in de zich ontvouwende herstelling is. De leiding van de Heer is duidelijk, en ik verheug mij erin. Ik getuig van Hem, van zijn priesterschap en van uw ordeningen in dat priesterschap, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Leer en Verbonden 41:3.

  2. Zie bijvoorbeeld William G. Hartley, ‘The Priesthood Reorganization of 1877: Brigham Young’s Last Achievement’, in My Fellow Servants: Essays on the History of the Priesthood (2010), 227–264; ‘To the Seventies’,in James R. Clark, comp., Messages of the First Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (1965), 352–354; Hartley, ‘The Seventies in the 1880s: Revelations and Reorganizing’, in My Fellow Servants, 265–300; Edward L. Kimball, Lengthen Your Stride: The Presidency of Spencer W. Kimball (2005), 254–258; Susan Easton Black, ‘Early Quorums of the Seventies’, in David J. Whittaker en Arnold K. Garr, red., A Firm Foundation: Church Organization and Administration (2011), 139–60; Richard O. Cowan, ‘The Seventies’ Role in the Worldwide Church Administration’, in A Firm Foundation, 573–593.

  3. Russell M. Nelson, ‘Aankondiging’, Liahona, mei 2018, 54.

  4. Boyd K. Packer, ‘Wat iedere ouderling – en ook iedere zuster – dient te weten: een overzicht van de beginselen van priesterschapsbestuur’, De Ster, november 1994, 17, 19.

  5. Zie Handboek 2: de kerk besturen (2010), 7.3.1.

  6. D. Todd Christofferson, ‘Het priesterschapsquorum’, De Ster, januari 1999; zie ook Vaughn J. Featherstone, ‘Now Abideth Faith, Hope, and Charity’, Ensign, juli 1973, 36–37.