2010–2019
‘Een uitgelezen ziener zal ik doen opstaan’
Oktober 2016


‘Een uitgelezen ziener zal ik doen opstaan’

Omdat Joseph een profeet was, hebben we meer dan een venster naar de hemel — de deur van de eeuwigheid staat wagenwijd voor ons open.

Toen Moroni voor het eerst Joseph Smith bezocht, waarschuwde hij dat Josephs ‘naam onder alle natiën […] zowel ten goede als ten kwade bekend zou zijn’.1 Wij hebben de vervulling van die profetie gezien. In de strijd tussen goed en kwaad heeft de herstelling van het evangelie door de profeet Joseph Smith gelovige volgelingen geïnspireerd en vijanden getart die heftig tegen de zaak van Zion en tegen Joseph zelf strijden. Deze strijd is niet nieuw. Die strijd begon al snel nadat de jonge Joseph naar het heilige bos ging en is nog steeds gaande, met steeds meer zichtbaarheid op het internet.

De Heer heeft tegen de profeet Joseph Smith gezegd:

‘De einden der aarde zullen navraag doen naar uw naam en dwazen zullen de spot met u drijven en de hel zal tegen u woeden;

‘terwijl de reinen van hart en de wijzen en de edelen en de deugdzamen voortdurend zullen streven naar raad en gezag en zegeningen onder uw hand.’2

Vandaag getuig ik tot iedereen die meer over de heilige zending van Joseph Smith jr., de profeet van de herstelling, wil weten.

We hoeven niet bang te zijn om over de zending van Joseph als profeet, ziener en openbaarder te getuigen, want de Heer heeft altijd door middel van profeten gewerkt.3 Dankzij de waarheden die door Joseph Smith zijn hersteld, weten we veel meer over onze hemelse Vader en de Heiland Jezus Christus. We kennen hun goddelijke eigenschappen, hun relatie tot elkaar en tot ons, en het grote verlossingsplan waardoor we bij Hen kunnen terugkeren.

President Brigham Young heeft over Joseph gezegd: ‘In de raden van de eeuwigheid was het al lang voor de grondslag van de aarde besloten dat hij in de laatste bedeling van deze wereld de man zou zijn die het woord van God tot de mensen zou brengen en alle sleutels en macht van het priesterschap van de Zoon van God zou ontvangen. De Heer hield hem in het oog […], [want hij] is in de eeuwigheid geordend om deze laatste bedeling te presideren.’4

Ter voorbereiding op dat grote werk is Joseph Smith in een liefdevol gezin geboren dat veel alledaagse lasten en beproevingen moest doorstaan. Toen Joseph ouder werd, waren zijn gevoelens jegens God ‘diep en dikwijls aangrijpend’.5 Toch was hij verward door de tegenstrijdige godsdienstige beginselen die door de predikanten werden verkondigd. Gelukkig liet de jonge Joseph zijn geloof niet door zijn vragen verlammen. Hij ging in de Bijbel op zoek naar antwoord en vond deze raad: ‘En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden.’6

Joseph heeft daarover gezegd: ‘Nooit heeft enige passage uit de Schrift een mensenhart sterker getroffen dan deze op dat moment het mijne. Zij leek met grote kracht in iedere vezel van mijn hart door te dringen. Ik dacht er keer op keer over na.’7

Met eenvoudig geloof handelde Joseph naar deze geestelijke gevoelens. Hij zocht een afgelegen plek uit, knielde neer ‘en begon de verlangens van [zijn] hart tot God op te zenden’.8 Er schuilt veel kracht in de volgende beschrijving van Joseph:

‘[Ik zag] recht boven mijn hoofd een lichtkolom, de helderheid van de zon overtreffend, die geleidelijk neerdaalde tot zij op mij viel.

‘[…] Toen het licht op mij rustte, zag ik twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, boven mij in de lucht staan. Een van Hen sprak tot mij, mij bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!9

Joseph Smith zag God, de eeuwige Vader, en Jezus Christus, de Heiland en Verlosser van de wereld. Dat was het eerste visioen van Joseph Smith. In de daaropvolgende jaren vertaalde Joseph het Boek van Mormon met de gave en macht van God. Hij werd door talrijke andere hemelse wezens bezocht die waarheden en bevoegdheden herstelden die eeuwenlang verloren waren. Door deze goddelijke communicatie aan Joseph Smith zijn de vensters van de hemel geopend en kunnen wij de eeuwige heerlijkheden aanschouwen. Het leven van Joseph is een getuigenis dat als iemand van ons in wijsheid tekortschiet, wij in geloof God kunnen vragen en antwoord kunnen ontvangen — soms van hemelse wezens, maar meestal door de Heilige Geest, die door geïnspireerde gedachten en gevoelens tot ons spreekt.10 Door de Heilige Geest kunnen we ‘de waarheid van alle dingen kennen’.11

Voor velen van ons begint ons getuigenis van de profeet Joseph Smith als we het Boek van Mormon lezen. Ik heb het Boek van Mormon voor het eerst helemaal gelezen toen ik als jongeman naar het ochtendseminarie ging. Met mijn levendige verbeelding besloot ik om te lezen alsof ik Joseph Smith was en voor het eerst de waarheden in het Boek van Mormon ontdekte. Dat had zo’n grote invloed op me dat ik het Boek van Mormon op die manier ben blijven lezen. Ik merk dat ik dan vaak meer waardering kan opbrengen voor de profeet Joseph en de herstelde waarheden in dat waardevolle boek.

Probeer u bijvoorbeeld de gevoelens van Joseph voor te stellen toen hij teksten over de doop voor de vergeving van zonden vertaalde. Omdat Joseph te horen had gekregen dat hij zich bij geen van de bestaande kerken moest aansluiten, had hij uiteraard vragen over deze verlossende verordening. Door zijn vragen werd hij opnieuw tot bidden aangezet. Dat gebed leidde tot het bezoek van Johannes de Doper, die het Aäronisch priesterschap en de macht om te dopen herstelde.12

Of vraag u af hoe Joseph zich gevoeld moet hebben toen hij voor het eerst te weten kwam dat Jezus Christus de bewoners van het westelijk halfrond had bezocht — dat Hij hen had onderwezen, voor hen had gebeden, hun zieken had genezen, hun kinderen had gezegend, het priesterschap had verleend en het avondmaal had bediend.13 Wat Joseph zich toen nog niet realiseerde, is dat alles wat hij over de verordeningen en organisatie van de oorspronkelijk kerk leerde, hem voorbereidde om de Heer later bij de herstelling van die kerk op aarde te helpen.

Tijdens de vertaling van het Boek van Mormon verloren Joseph en Emma hun pasgeboren zoon. In die tijd verkondigden predikanten dat kinderen die zonder de doop stierven, voor eeuwig verdoemd waren. Stel u met dat in gedachten eens voor hoe Joseph zich gevoeld moet hebben toen hij deze woorden van de profeet Mormon vertaalde: ‘Kleine kinderen hebben geen bekering of doop nodig. […] [Want] kleine kinderen zijn levend in Christus, ja, vanaf de grondlegging der wereld.’14

Het geweldigste gedeelte in het Boek van Mormon was voor de jonge Joseph waarschijnlijk het derde hoofdstuk van 2 Nephi. Dat hoofdstuk bevat een oude profetie over een ‘uitgelezen ziener’ die de Heer in de laatste dagen zou doen opstaan — een ziener die Joseph zou worden genoemd, naar zijn vader. Deze toekomstige profeet zou ‘hoog worden geacht’ en een werk doen dat voor zijn volk ‘van grote waarde zal zijn’. Hij zou ‘groot zijn zoals Mozes’ en hem zou ‘macht [worden gegeven] om [Gods] woord […] voort te brengen.’15 Bedenk hoe Joseph Smith zich gevoeld moet hebben toen hij besefte dat die profetie over hem ging! Hij vertaalde niet alleen een geschiedenis; hij vertaalde een visioen van de laatste dagen, van de wonderbaarlijke herstelling van het evangelie van Jezus Christus — en Joseph zou zelf aan de vervulling daarvan bijdragen!

Nu, bijna tweehonderd jaar later, is duidelijk te zien hoe deze profetie in vervulling is gegaan. We weten hoeveel grote dingen Joseph als profeet van de Heer tot stand heeft gebracht. Maar vergeet niet dat toen Joseph deze profetie vertaalde, hij nog maar weinig had gedaan van wat de profeten hadden voorspeld. Toen was hij nog een jonge man van begin twintig. De kerk was nog niet gesticht. Er waren geen wijken of gemeenten, geen zendelingen en geen tempels. Bijna niemand had nog van Joseph Smith gehoord, en sommigen die dat wel hadden, bestreden hem actief. Maar kijk nu eens naar het grote werk dat de Heer met behulp van zijn dienstknecht Joseph tot stand heeft gebracht, ondanks alle tegenstand. Is de vervulling van deze profetie geen overtuigend bewijs van de profetische roeping van Joseph Smith?

Ik moedig iedereen die aan zijn of haar getuigenis van Joseph Smith twijfelt, of die moeite heeft met onjuiste, misleidende of oppervlakkige informatie over zijn leven en bediening, aan om stil te staan bij de vruchten — bij de vele zegeningen die wij door de wonderbaarlijke zending van Joseph Smith, de profeet van de herstelling, hebben ontvangen.

Omdat Joseph Smith een profeet was, zijn openbaringen en profeten geen verleden tijd meer. De ‘dag van wonderen’ — van visioenen, genezingen en de bediening van engelen — is niet opgehouden.16

Omdat Joseph een profeet was, hebben wij allen toegang tot de macht en zegeningen van het heilig priesterschap, waaronder de doop, de gave van de Heilige Geest en het avondmaal.

Omdat Joseph een profeet was, hebben we de zegeningen en verordeningen van de tempel die ons met God verbinden, waardoor we zijn volk worden en die aan ons ‘de macht der goddelijkheid’ kenbaar maken. Daardoor wordt het mogelijk dat we op een dag ‘het aangezicht zien van God, ja, de Vader, en leven’.17

Omdat Joseph een profeet was, weten we dat het huwelijk en het gezin een cruciaal onderdeel uitmaken van Gods plan van geluk. We weten dat onze dierbare familiebanden door de verordeningen en verbonden van de tempel eeuwig kunnen zijn.

Omdat Joseph een profeet was, hebben we meer dan een venster naar de hemel — de deur van de eeuwigheid staat wagenwijd voor ons open. Daardoor kunnen wij ‘de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die [Hij heeft] gezonden’ leren kennen.18 Daardoor kunnen wij het eeuwige leven ontvangen.

Maar bovenal, omdat Joseph een profeet was, hebben wij getuigenis op getuigenis ontvangen dat Jezus Christus de Zoon van God en de Heiland van de wereld is. Er is een ononderbroken keten van bijzondere getuigen van Jezus Christus, waaronder onze huidige profeet, president Thomas S. Monson, de raadgevers in het Eerste Presidium en de leden van het Quorum der Twaalf Apostelen. Ik voeg mijn nederige, maar zekere getuigenis aan dat van hen toe: Jezus Christus leeft en leidt zijn kerk. Joseph Smith was en is de profeet van de herstelling. Het priesterschap en het gezag van God zijn opnieuw op aarde. Dat wij onbevreesd ons getuigenis en onze dankbaarheid kenbaar zullen maken voor deze geweldige profeet, ziener en openbaarder van de Heer is mijn gebed in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.