Studiewijzers
Geloof, geloven


Geloof, geloven

Geloof en vertrouwen hebben in iets of iemand, of iets als waar aanvaarden. Zoals het in de Schriften meestal wordt gebruikt, is geloof een vertrouwen in en op Jezus Christus, hetgeen iemand ertoe voert zich te bekeren en Hem te gehoorzamen, waardoor hij kan worden behouden in het koninkrijk van God (LV 20:29). De heiligen der laatste dagen geloven ook in God de Vader, in de Heilige Geest, in de macht van het priesterschap, en in andere belangrijke aspecten van het herstelde evangelie.

Geloof omvat de hoop op zaken die men niet ziet, maar toch waar zijn (Hebr. 11:1; Alma 32:21; Ether 12:6). Geloof wordt opgewekt door het evangelie te horen van bevoegde predikers die door God gezonden zijn (Rom. 10:14–17). Wonderen voeren niet tot geloof. Een sterk geloof wordt ontwikkeld door gehoorzaamheid aan het evangelie van Jezus Christus. Met andere woorden: geloof is het gevolg van rechtschapenheid (Alma 32:40–43; Ether 12:4, 6, 12; LV 63:9–12).

Waar geloof voert tot wonderen, visioenen, dromen, genezingen en alle gaven die God zijn heiligen schenkt. Door geloof verkrijgt de mens vergeving van zonden, zodat hij uiteindelijk in staat is in de tegenwoordigheid van God te verkeren. Gebrek aan geloof voert tot wanhoop, die wordt veroorzaakt door ongerechtigheid (Mro. 10:22).