2010–2019
Dankbaarheid op de sabbat
Oktober 2016


Dankbaarheid op de sabbat

Voor heiligen der laatste dagen is de sabbat een dag van dankbaarheid en liefde.

Geliefde broeders en zusters over de hele wereld in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ik ben dankbaar dat president Thomas S. Monson mij gevraagd heeft om op deze sabbatdag van de algemene conferentie te spreken. Ik bid dat de Heilige Geest mijn woorden tot in uw hart zal voeren.

Vandaag wil ik met u spreken over de gevoelens van het hart. Het gevoel waarop ik mij zal richten is dankbaarheid — vooral op de sabbat.

We zijn voor veel dingen dankbaar: een vriendelijk gebaar van een vreemde, een maaltijd als we honger hebben, een droog dak boven ons hoofd als de storm losbreekt, een gebroken bot dat geneest, en het krachtige huilen van een pasgeboren baby. Velen van ons weten nog hoe dankbaar we ons op zulke momenten voelden.

Voor heiligen der laatste dagen is de sabbat zo’n moment, of eigenlijk een dag, van dankbaarheid en liefde. In 1831 liet de Heer de heiligen in Jackson County (Missouri) weten dat ze hun gebeden en dankzeggingen tot de hemel moesten richten. De eerste heiligen ontvingen een openbaring over hoe ze de sabbat in acht moesten nemen en hoe ze moesten vasten en bidden.1

De Heer zei hun, en ons, hoe we op de sabbat moesten aanbidden en danken. U begrijpt dat het vooral gaat om de liefde die we voelen voor de gevers van de gaven. Dit zijn de woorden van de Heer hoe wij op de sabbatdag moeten dankzeggen en liefhebben:

‘Daarom geef Ik hun een gebod dat luidt: Gij zult de Heer, uw God, liefhebben met geheel uw hart, met geheel uw macht, verstand en kracht; en gij zult Hem dienen in de naam van Jezus Christus. […]

‘Gij zult de Heer, uw God, in alle dingen danken.

‘Gij zult de Heer, uw God, een offer in gerechtigheid brengen, ja, dat van een gebroken hart en een verslagen geest.’2

En dan waarschuwt de Heer voor gevaar, mochten we onze hemelse Vader en Jezus Christus, de gevers van de gaven, onze dank onthouden: ‘En in niets geeft de mens God aanstoot, ofwel tegen niemand is zijn verbolgenheid ontbrand, dan alleen tegen hen die niet in alle dingen zijn hand belijden en zijn geboden niet gehoorzamen.’3

Voor velen van u die dit horen is de sabbat al een dag van vreugde, doordat u God gedenkt en Hem dankt voor uw zegeningen. U herinnert zich de welbekende lofzang:

Als op ’s levens zee de stormwind om u loeit,

als gij tevergeefs uw arme hart vermoeit,

tel dan al uw zegeningen één voor één,

en gij zegt verwonderd: God liet nooit alleen!

Tel uw zegeningen

tel ze één voor één,

En gij ziet Gods liefde

dan door alles heen. […]

Drukken ’s levens zorgen u soms droef terneer,

schijnt het kruis te zwaar u, zeg het aan de Heer!

Gij toch zijt gezegend, wil op Christus zien;

dan zal ’t harte zingen, zullen zorgen vliên.4

Ik ontvang brieven en bezoeken van trouwe heiligen der laatste dagen die onder zorgen gebukt gaan. Sommigen hebben zowaar het gevoel dat, in ieder geval voor hen, alles verloren is. Ik hoop en bid dat wat ik over dankbaarheid op de sabbat zeg, kan helpen om twijfels weg te nemen en een lied in uw hart in te zetten.

Eén zegen waarvoor we dankbaar kunnen zijn, is alleen al dat we daar in die avondmaalsdienst zitten, vergaderd in zijn naam met meer dan maar één of twee discipelen. Sommigen zijn thuis aan bed gebonden. Sommigen zouden graag zijn waar wij zijn, maar zijn aan het werk in een ziekenhuis, bewaren de openbare orde, of verdedigen ons met gevaar voor eigen leven in een woestijn of jungle. Het feit dat we bij elkaar kunnen komen, al is het maar met één andere heilige, en aan het avondmaal kunnen deelnemen, zal ons van dankbaarheid en liefde voor Gods goedheid vervullen.

Dankzij de profeet Joseph Smith en het herstelde evangelie is er nog een zegen die we kunnen tellen, met name dat we elke week de kans hebben om aan het avondmaal deel te nemen — klaargezet, gezegend en rondgediend door bevoegde dienstknechten van God. We kunnen dankbaar zijn als de Heilige Geest aan ons bevestigt dat de woorden van de avondmaalsgebeden, opgezonden door bevoegde priesterschapsdragers, door onze hemelse Vader worden ontvangen.

Van alle zegeningen die we kunnen tellen, is de allergrootste wel het gevoel van vergiffenis dat tot ons komt terwijl we aan het avondmaal deelnemen. We zullen meer liefde en waardering voor de Heiland voelen, wiens oneindige offer het mogelijk heeft gemaakt dat we van zonde kunnen worden gereinigd. Terwijl wij van het brood en het water nemen, gedenken we dat Hij voor ons heeft geleden. En als we dankbaarheid voelen voor wat Hij voor ons heeft gedaan, zullen we zijn liefde voor ons en onze liefde voor Hem voelen.

De zegen van liefde die we ontvangen, zal het eenvoudiger voor ons maken het gebod in acht te nemen om ‘Hem altijd indachtig te zijn’.5 U kunt, zoals ik, zelfs liefde en dankbaarheid voor de Heilige Geest voelen, van wie onze hemelse Vader beloofd heeft dat Hij altijd bij ons zal zijn als we getrouw blijven aan de verbonden die we hebben gesloten. We kunnen die zegeningen elke zondag tellen en ons dankbaar voelen.

De sabbat is ook een perfect moment om terug te denken aan het verbond dat we bij de doop hebben gesloten om de kinderen van onze hemelse Vader lief te hebben en te dienen. Die belofte op de sabbat vervullen, houdt in dat we met vol voornemen van hart aan een klas of quorum deelnemen om geloof en liefde onder onze broeders en zusters op te bouwen. Die belofte houdt ook in dat we onze roeping opgewekt vervullen.

Ik ben dankbaar voor de vele zondagen waarop ik zowel aan een diakenenquorum in Bountiful (Utah) als een zondagsschoolklas in Idaho lesgaf. En ik weet nog dat ik de assistent van mijn vrouw in de kinderkamer was, waar mijn belangrijkste taak was speelgoed uit te delen en op te rapen.

Pas na jaren zag ik door de Geest in dat mijn eenvoudige dienstbetoon in dienst van de Heer belangrijk was in het leven van kinderen van onze hemelse Vader. Tot mijn verbazing herinnerden sommigen van hen jaren later nog mijn eerste wankele pogingen om hen op die sabbatdagen voor de Meester te dienen en dankten mij ervoor.

Net zo goed als we soms de uitkomst van ons eigen dienstbetoon op de sabbat niet overzien, zien we soms ook niet het cumulatieve effect van de inspanningen van andere dienstknechten van de Heer. Maar de Heer bouwt door middel van zijn getrouwe en nederige dienstknechten in stilte en zonder veel ophef aan zijn koninkrijk, met het oog op zijn glorieuze millenniaanse toekomst. Alleen met de Heilige Geest zien we de groeiende grootsheid ervan.

In mijn jeugd ging ik naar de avondmaalsdienst in een piepkleine gemeente in New Jersey met maar een paar leden en één familie, mijn eigen. 75 jaar geleden ben ik gedoopt in Philadelphia, in het enige door de kerk gebouwde kerkgebouw in Pennsylvania en New Jersey. Maar waar destijds slechts één kleine gemeente in Princeton (New Jersey) was, zijn er nu twee grote wijken. En een paar dagen geleden namen duizenden jongeren deel aan een viering voorafgaand aan de inwijding van de Philadelphiatempel in Pennsylvania.

Als jongeman werd ik geroepen als districtszendeling in het enige kerkgebouw in Albuquerque (New Mexico), waar we op zondag bijeenkwamen. Nu zijn er een tempel en vier ringen.

Vanuit Albuquerque ging ik studeren in Cambridge (Massachusetts). Er was daar één kerkgebouw en een district dat veel van Massachusetts en Rhode Island besloeg. Door de heuvels van dat prachtige landschap reed ik naar de avondmaalsdienst in kleine gemeenten, vaak in een klein gehuurd gebouw of aangepast huis. Nu is er een heilige tempel van God in Belmont (Massachusetts) en ringen verspreid over het omliggende gebied.

Wat ik toen niet duidelijk zag, was dat de Heer zijn Geest uitstortte op de mensen in die kleine avondmaalsdiensten. Ik voelde, maar zag nog niet de omvang en het tijdspad van de bedoelingen van de Heer om zijn koninkrijk op te bouwen en te verheerlijken. Een profeet heeft door openbaring gezien en geschreven wat wij nu kunnen waarnemen. Nephi heeft gezegd dat onze totale aantallen niet groot zouden zijn, maar dat het gezamenlijke licht ervan een prachtig gezicht zou zijn:

‘En het geschiedde dat ik de kerk van het Lam Gods zag, en haar ledental was klein. […]

‘En het geschiedde dat ik, Nephi, de macht van het Lam Gods zag, dat die neerdaalde op de heiligen van de kerk van het Lam en op het verbondsvolk des Heren, dat op het gehele oppervlak der aarde was verspreid; en zij waren gewapend met gerechtigheid en met de macht Gods in grote heerlijkheid.’6

In deze bedeling is in de Leer en Verbonden een soortgelijke profetische omschrijving gegeven van onze toestand en de kansen die in het verschiet liggen:

‘Gij hebt nog niet begrepen welke grote zegeningen de Vader in zijn handen houdt en voor u heeft bereid;

‘en gij kunt nu niet alle dingen verdragen; niettemin, weest goedsmoeds, want Ik zal u voortleiden. Van u is het koninkrijk en van u zijn de zegeningen daarvan, en van u zijn de rijkdommen der eeuwigheid.

‘En wie alle dingen met dankbaarheid ontvangt, zal worden verheerlijkt; en de dingen van deze aarde zullen hem worden toegevoegd, zelfs honderdvoudig, ja, meer.’7

Ik heb in de hele kerk die transformatie gevoeld van toenemende dankbaarheid voor zegeningen en liefde voor God. Zij lijkt te versnellen onder leden van de kerk op momenten en plaatsen dat hun geloof beproefd wordt, wanneer ze tot God om hulp moeten smeken om zelfs maar verder te kunnen.

De tijden die wij zullen doormaken, zullen zware beproevingen in zich hebben, net als voor het volk van Alma onder de wrede Amulon, die lasten op hun rug legde die te zwaar waren om te dragen:

‘En het geschiedde dat de stem des Heren in hun ellende tot hen kwam, zeggende: Heft uw hoofd op en weest welgemoed, want Ik ben Mij bewust van het verbond dat gij met Mij hebt gesloten; en Ik zal Mij jegens mijn volk verbinden en hen bevrijden uit hun knechtschap.

‘En tevens zal Ik de lasten verlichten die op uw schouders zijn gelegd, zodat gij ze zelfs niet op uw rug kunt voelen, ja, zolang gij in knechtschap leeft; en dat zal Ik doen opdat gij voortaan als getuige voor Mij zult staan, en opdat gij zeker zult weten dat Ik, de Here God, omzie naar mijn volk in hun ellende.

‘En nu geschiedde het dat de lasten die Alma en zijn broeders waren opgelegd, licht werden gemaakt; ja, de Heer versterkte hen, zodat zij hun lasten met gemak konden dragen, en zij onderwierpen zich welgemoed en met geduld aan de gehele wil des Heren.’8

U en ik zijn er getuige van dat in tijden dat we onze verbonden met God nakwamen, vooral als het moeilijk was, Hij onze dankgebeden voor wat Hij al voor ons heeft gedaan, heeft gehoord, en ons gebed om de kracht om trouw te kunnen volharden, heeft verhoord. Meer dan eens heeft Hij ons opgewekt en sterk gemaakt.

Misschien vraagt u zich af hoe u kunt leven en aanbidden op deze sabbatdag om uw dankbaarheid te tonen en uzelf en anderen te sterken voor de beproevingen die komen gaan.

U kunt vandaag beginnen met een persoonlijk en gezinsgebed waarin u God dankt voor alles wat Hij voor u heeft gedaan. U kunt bidden om te weten wat u moet doen om de Heer en anderen te dienen. U kunt in het bijzonder bidden dat de Heilige Geest u zegt wie eenzaam is of iets nodig heeft en naar wie de Heer u wil sturen.

Ik kan u beloven dat uw gebeden zullen worden verhoord, en dat u, als u handelt naar de antwoorden die u krijgt, vreugde in de sabbat zult vinden en dat uw hart met dankbaarheid zal overvloeien.

Ik getuig dat God de Vader u kent en van u houdt. De Heiland, de Heer Jezus Christus, heeft voor uw zonden verzoening gedaan omdat Hij van u houdt. Zij, de Vader en de Zoon, kennen uw naam zoals Zij de naam van de profeet Joseph kenden toen Zij aan hem verschenen. Ik getuig dat dit de Kerk van Jezus Christus is en dat Hij de verbonden die u met God sluit en hernieuwt, zal eren. Uw hele wezen zal veranderen waardoor u meer op de Heiland zult lijken. U zult tegen verleiding en tegen twijfels over de waarheid gesterkt worden. U zult vreugde in de sabbat vinden. Dat beloof ik u in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.