2010–2019
Vertrouw op de Heer
Oktober 2013


Vertrouw op de Heer

Doe wat u kunt om de geweldige boodschap van de herstelling van het evangelie van Jezus Christus te verkondigen.

Mijn vrouw en ik zijn onlangs teruggekeerd van een werkbezoek aan vijf Europese landen. We hadden er het voorrecht om veel van onze zendelingen, misschien zelfs uw zoons en dochters, te ontmoeten. Sinds president Thomas S. Monson de verlaging van de zendingsleeftijd voor onze jonge mannen en vrouwen aankondigde, heb ik het voorrecht gehad om meer dan 2.500 van hen te ontmoeten. Het licht van Christus straalt van hun gezicht en ze willen het werk graag voortstuwen — mensen benaderen en onderwijzen, dopen, heractiveren, en het koninkrijk Gods versterken en opbouwen. Maar door met ze te praten, beseft men al snel dat ze dit werk niet alleen kunnen volbrengen. Vandaag wil ik tot alle leden van de kerk spreken omdat het noodzakelijk is dat ieder van ons deelneemt aan de verkondiging van het evangelie.

Deze uitspraak van de profeet Joseph Smith wordt vaak geciteerd: ‘Uiteindelijk komt het erop neer dat het onze grootste en belangrijkste taak is om het evangelie te prediken.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], p. 356.)

In 1974 zei president Spencer W. Kimball: ‘Maar de grootste reden om zendingswerk te verrichten, is de wereld de kans geven om over het evangelie te horen en het te aanvaarden. De Schriften staan vol geboden, beloften, roepingen en beloningen voor het verkondigen van het evangelie. Ik gebruik het woord gebod opzettelijk, want het is een permanente opdracht waaraan we individueel en gezamenlijk niet kunnen ontkomen.’ (‘When the World Will Be Converted’, Ensign, oktober 1974, p. 4.)

In juli van datzelfde jaar vertrok ik met mijn vrouw en kinderen naar Canada om er het zendingsgebied Toronto te presideren. De woorden van president Kimball klonken nog steeds in mijn oren. Vooral zijn uitspraak: ‘Broeders, ik vraag me af of we wel alles doen wat in ons vermogen ligt. Zijn wij laks in onze inzet om de hele wereld het evangelie te verkondigen? Wij doen nu al 144 jaar zendingswerk. Zijn we bereid om onze pas te vergroten? En onze visie te verbreden?’ (Ensign, oktober 1974, p. 5.)

Hij vroeg ons ook onze pas te versnellen, om samen te werken aan de opbouw van de kerk en het koninkrijk van God.

Afgelopen juni herhaalde president Thomas S. Monson precies dezelfde boodschap aan de leden van de kerk. Onze president zei: ‘De tijd is nu aangebroken voor de leden en zendelingen om de handen ineen te slaan en in de wijngaard van de Heer te werken en zielen tot Hem te brengen. Hij heeft ons de middelen gegeven om op talloze manieren zendingswerk te doen, en Hij zal onze inzet zegenen als wij in geloof zijn werk uitvoeren.’ (‘Geloof in het heilswerk’ [toespraak tijdens een bijzondere satellietuitzending, 23 juni 2013]; lds.org/broadcasts.)

Broeders en zusters, het is goed om na te denken over de leringen van de profeten van Joseph Smith tot nu. Ze hebben de leiders en de leden van de kerk aangemoedigd en opgeroepen om de boodschap van het herstelde evangelie ijverig aan alle kinderen van onze hemelse Vader over de hele wereld te verkondigen.

Mijn boodschap vandaag is dat de Heer zijn werk werkelijk bespoedigt. In onze tijd kan dat enkel als elk lid van de kerk de waarheden van het herstelde evangelie van Jezus Christus met liefde uitdraagt. We moeten samenwerken met onze bijna 80 duizend voltijdzendelingen. U kunt informatie over dit grote werk en vooral over de taak van ring- en wijkraadsleden op de website ‘Het heilswerk bespoedigen’ op LDS.org vinden.

Uit onderzoek is gebleken dat de meeste actieve leden van de kerk willen dat hun dierbaren en zelfs onbekenden meegenieten van de zegeningen van het evangelie. Maar we weten ook dat veel leden aarzelen om zendingswerk te doen en het evangelie te verkondigen om twee fundamentele redenen.

  • De eerste is angst. Veel leden bidden zelfs niet om mogelijkheden om het evangelie uit te dragen, omdat ze bang zijn dat ze dan goddelijke ingevingen zullen krijgen om iets te doen waar ze zichzelf niet toe in staat achten.

  • De tweede reden is een misvatting over het begrip zendingswerk.

We weten dat wanneer iemand in de avondmaalsdienst een toespraak houdt en begint met ‘Vandaag wil ik het over zendingswerk hebben’, of zelfs wanneer ouderling Ballard in de algemene conferentie hetzelfde zegt, sommigen van u misschien denken: ‘O nee, niet nóg eens, we hebben dit eerder gehoord.’

We weten dat niemand zich graag schuldig voelt. Misschien denkt u dat u gevraagd wordt om onrealistische dingen te doen in uw omgang met vrienden en buren. Ik zal met de hulp van de Heer alle angst wegnemen die u of onze voltijdzendelingen misschien hebben over het uitdragen van het evangelie.

Besluit te doen wat Jezus Christus van ons heeft gevraagd. De Heiland heeft gezegd:

‘Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.

‘Want een ieder, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt, hem zal opengedaan worden.

‘Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven?

‘Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch geen slang geven?

‘Indien dan gij […] goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden’ (Matteüs 7:7–11).

Broeders en zusters, angst zal plaatsmaken voor geloof en vertrouwen als leden en voltijdzendelingen in gebed neerknielen en de Heer om mogelijkheden tot zendingswerk vragen. Vervolgens moeten we ons geloof tonen en zoeken naar mogelijkheden om het evangelie van Jezus Christus aan de kinderen van onze hemelse Vader te verkondigen. Dan zullen die mogelijkheden zeker komen. Deze kansen zullen nooit een geforceerde of onnatuurlijke reactie van u vereisen. Ze zullen het natuurlijke gevolg zijn van onze liefde voor onze broeders en zusters. Wees gewoon positief ingesteld, dan zullen de mensen die u spreekt uw liefde voelen. Dat gevoel zullen ze nooit vergeten, al zijn ze op dat ogenblik misschien nog niet klaar om het evangelie te aanvaarden. Dat kan in de toekomst ook veranderen als hun omstandigheden veranderen.

We kunnen niet mislukken als we ons best doen in dienst van de Heer. Hoewel iemands keuzevrijheid het resultaat bepaalt, is het onze taak om het evangelie te verkondigen.

Vertrouw op de Heer. Hij is de goede Herder. Hij kent zijn schapen en zijn schapen kennen zijn stem; en in deze tijd is de stem van de goede Herder uw stem en mijn stem. En als we niet ijverig werkzaam zijn, zullen velen die naar de boodschap van de herstelling zouden luisteren, de kans niet krijgen. Het hangt eenvoudigweg af van ons geloof en onze inspanningen. De beginselen zijn vrij eenvoudig — bid, zowel individueel als in gezinsverband, om mogelijkheden tot zendingswerk. De Heer heeft in de Leer en Verbonden gezegd dat er veel mensen zijn ‘die alleen van de waarheid worden afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is’ (LV 123:12).

U hoeft niet vlot of een welbespraakte, overtuigende onderwijzer te zijn. Als u liefde en hoop hebt, belooft de Heer u dat als u ‘uw stem tot dit volk [verheft en] de gedachten die [Hij] in uw hart zal leggen [uitspreekt], […] u niet [zult] worden beschaamd tegenover de mensen.

‘[En] het zal u […] op het moment zelf worden ingegeven, wat gij zult zeggen’ (LV 100:5–6).

Predik mijn evangelie leert ons: ‘Er gebeurt niets in het zendingswerk totdat [we] iemand [vinden] om te onderwijzen. Praat iedere dag met zoveel mogelijk mensen. Het is begrijpelijk dat u wat terughoudend bent om met mensen te praten, maar u kunt om het geloof en de kracht bidden om moedig uw mond te openen en het herstelde evangelie te verkondigen’ ([2004], p. 171). Voltijdzendelingen, jullie moeten dagelijks meer mensen aanspreken als jullie meer willen onderwijzen. Dat is altijd de opdracht van de Heer aan zendelingen geweest.

De Heer kent ons. Hij weet dat we moeilijkheden hebben. Ik besef dat sommigen onder u zich zwaar belast voelen, maar ik bid dat niemand het een last vindt om het evangelie op een normale, aangename manier te verkondigen. Het is eerder een voorrecht! Er is geen grotere vreugde in het leven dan ijverig werkzaam te zijn in dienst van de Heer.

De sleutel is om door God geïnspireerd te worden, dat u Hem om leiding vraagt en dan doet wat de Geest u ingeeft. Het kan voor leden een beangstigende gedachte zijn te menen dat ze er in het heilswerk alleen voor staan. Maar als ze het als een uitnodiging beschouwen om de Heer te volgen door zielen tot Hem te brengen die door voltijdzendelingen onderwezen kunnen worden, werkt dat inspirerend, verkwikkend en opbouwend.

We vragen niet dat iedereen alles doet. We vragen alle leden eenvoudigweg om te bidden en we weten dat als elk lid, zowel jong als oud, tussen nu en Kerstmis die ‘ene’ de hand zou reiken, miljoenen de liefde van de Heer Jezus Christus zouden voelen. En wat een geweldig geschenk aan de Heiland.

Zes weken geleden ontving ik een brief van de familie Munns uit Florida, een familie die veel zendingswerk doet. Zij schreven:

‘Beste ouderling Ballard, een half uur na de wereldwijde satellietuitzending over het heilswerk bespoedigen, hielden we onze familiezendingsraad. We waren erg enthousiast dat onze kleinkinderen, die in hun tienerjaren zijn, mee wilden doen. We melden met enige trots dat we het aantal onderzoekers van onze familie sindsdien hebben verdubbeld.

‘Onze kleinkinderen hebben hun vrienden mee naar de kerk genomen, we hebben minderactieve vrienden in de avondmaalsdienst gehad en enkele nieuwe kennissen hebben toegezegd de zendelingenlessen te zullen volgen. Een van onze minderactieve zusters kwam terug naar de kerk en bracht zelfs nieuwe onderzoekers met zich mee.

‘Niemand heeft de uitnodiging om de zendelingenlessen te volgen afgeslagen. Wat is dit een opwindende tijd om lid te zijn van deze kerk.’ (Privébrief, 15 augustus 2013.)

Geef gehoor aan de ingevingen van de Geest. Smeek de Heer in vurig gebed. Doe wat u kunt om de geweldige boodschap van de herstelling van het evangelie van Jezus Christus te verkondigen.

Ik citeer Clayton Christensen, een broeder die ook een succesvolle zendeling is: ‘Telkens als u iemand figuurlijk gesproken bij de hand neemt en hem of haar aan Jezus Christus voorstelt, zult u voelen hoeveel de Heiland van u houdt en hoeveel Hij van de persoon houdt wiens hand u vasthoudt.’ (The Power of Everyday Missionaries: The What and How of Sharing the Gospel [2013], p. 1.)

Moge God u zegenen, broeders en zusters, dat u grote vreugde mag vinden in de wonderen die door uw geloof tot stand komen. In het zevende hoofdstuk van Moroni lezen we:

‘En Christus heeft gezegd: Indien gij geloof in Mij hebt, zult gij macht hebben om alles te doen wat Ik raadzaam acht. […]

‘Want het is door geloof dat wonderen worden verricht; en het is door geloof dat engelen verschijnen en de mensen dienen; daarom, indien die dingen zijn opgehouden, wee de mensenkinderen, want het is wegens ongeloof, en alles is tevergeefs’ (Moroni 7:33, 37).

Ik kan uit eigen ervaring getuigen dat de Heer uw gebeden zal horen en dat u nu en in de toekomst veel mogelijkheden zult hebben om het evangelie van Jezus Christus aan de dierbare kinderen van onze hemelse Vader te verkondigen. President Monson, we hebben geluisterd. We zullen allen op zoek gaan naar die ene. Het is mijn gebed dat we allemaal de vreugde van het zendingswerk mogen voelen. In de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.